De gewone en buitengewone polderbelastingen, de intresten en de kosten zijn gewaarborgd door een algemeen voorrecht op de inkomsten en op de roerende goederen van alle aard van de belastingplichtige en door een wettelijke hypotheek op al de hem toebehorende goederen in het gebied van de polder gelegen en die daarvoor vatbaar zijn.
Het voorrecht neemt rang onmiddellijk na dat hetwelk ingesteld is ten voordele van de openbare Schatkist voor de invordering der directe belastingen, onverminderd artikel 13 van de wet van 5 Juli 1871 en artikel 4 van de wet van 11 April 1895.
Het wordt uitgeoefend twee jaar te rekenen van de datum van de uitvoerbaarverklaring van het kohier. Bij beslag op de inkomsten of goederen vóór het verstrijken van die termijn blijft het voorrecht behouden tot hun tegeldemaking.
Wordt met beslag gelijkgesteld het verzoek van de ontvanger-griffier bij ter post aangetekend schrijven gedaan aan de pachters, huurders, ontvangers, agenten, huismeesters, notarissen, deurwaarders, griffiers, curators, vertegenwoordigers en andere bewaarnemers en schuldenaars van de inkomsten, sommen, waarden of roerende goederen om, op het bedrag van de fondsen of waarden die zij verschuldigd zijn of die zich in hun handen bevinden, ter ontlasting van de belastingplichtigen, te betalen tot beloop van al of een deel van de door de laatstgenoemden aan de polder verschuldigde belastingen.
De uitwerking van dit verzoek strekt zich uit tot de voorwaardelijke schuldvorderingen of die op termijn, onverschillig op welk tijdstip zij opeisbaar worden.
§ 1
De wettelijke hypotheek schaadt geenszins de vorige voorrechten en hypotheken.
§ 2
Zij neemt rang vanaf haar inschrijving.
Behalve wanneer de rechten van de polder in gevaar verkeren, mag de inschrijving slechts worden genomen vanaf het verstrijken van een termijn van zes maanden, ingaande op de datum van de uitvoerbaarverklaring van het kohier waarin de gewaarborgde belastingen zijn opgenomen.
§ 3
De hypotheek wordt ingeschreven op verzoek van de ontvanger-griffier belast met de invordering.
De inschrijving heeft plaats niettegenstaande verzet, betwisting of beroep, op voorlegging van een door de ontvanger-griffier voor echt verklaard afschrift van het aanslagbiljet, houdende vermelding van de datum van de uitvoerbaarverklaring van het kohier.
§ 4
Onverminderd de toepassing van artikel 87 van de wet van 16 December 1851, kan de inschrijving worden gevorderd voor een door de ontvanger-griffier in het borderel te bepalen bedrag dat de intresten en toebehoren, die vóór de vereffening van de aan de polder verschuldigde belasting zouden kunnen verschuldigd zijn, vertegenwoordigt.
§ 5
De ontvanger-griffier verleent handlichting in de administratieve vorm, zonder dat hij tegenover de hypotheekbewarder gehouden is de betaling der verschuldigde sommen te verantwoorden.
§ 6
Zo de betrokkenen, alvorens de bedragen vereffend te hebben die door de wettelijke hypotheek gewaarborgd zijn, wensen al of een deel van de bezwaarde goederen vrij te maken van hypotheek, dienen zij daartoe een verzoek in bij de ontvanger-griffier. Dit verzoek wordt ingewilligd zo de polder reeds voldoende zekerheid bezit of zo deze hem wordt gegeven voor het bedrag hetgeen hem verschuldigd is.
§ 7
De kosten der hypothecaire formaliteiten in verband met de wettelijke hypotheek zijn ten laste van de belastingplichtige.