08/06/1867 Strafwetboek
Strafwetboek van 8 juni 1867
Hoofdstuk VII Deelneming van verscheidene personen aan eenzelfde misdaad of wanbedrijf
Artikel 66
Als daders van een misdaad of wanbedrijf worden gestraft:
- Zij die de misdaad of het wanbedrijf hebben uitgevoerd of aan de uitvoering rechtstreeks hebben meegewerkt;
- Zij die door enige daad tot de uitvoering zodanige hulp hebben verleend dat de misdaad of het wanbedrijf zonder hun bijstand niet had kunnen worden gepleegd;
- Zij die, door giften, beloften, bedreigingen, misbruik van gezag of van macht, misdadige kuiperijen of arglistigheden, de misdaad of het wanbedrijf rechtstreeks hebben uitgelokt;
- [[Zij die, hetzij door woorden in openbare bijeenkomsten of plaatsen gesproken, hetzij door enigerlei geschrift, drukwerk, prent of zinnebeeld aangeplakt, rondgedeeld of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld, het plegen van het feit rechtstreeks hebben uitgelokt, onverminderd] de straffen die bij de wet bepaald zijn tegen daders van aanzetting tot misdaden of wanbedrijven, zelfs voor het geval dat die aanzetting zonder gevolg is gebleven.]
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 25 maart 1891 (B.S., 26 maart 1891) en bij art. 1, I W. 28 juli 1934 (B.S., 2 augustus 1934).
Artikel 67
Als medeplichtigen aan een misdaad of een wanbedrijf worden gestraft:
- Zij die onderrichtingen hebben gegeven om de misdaad of het wanbedrijf te plegen;
- Zij die wapens, werktuigen of enig ander middel hebben verschaft, die tot de misdaad of het wanbedrijf hebben gediend, wetende dat ze daartoe zouden dienen;
- Zij die, buiten het geval van artikel 66, § 3, met hun weten de dader of de daders hebben geholpen of bijgestaan in daden die de misdaad of het wanbedrijf hebben voorbereid, vergemakkelijkt of voltooid.
Artikel 68
Zij die, bekend met het misdadig gedrag van boosdoeners die roverijen plegen of gewelddaden tegen de veiligheid van de Staat, tegen de openbare rust, tegen personen of eigendommen, er een gewoonte van maken hun een onderdak, een schuilplaats of een vergaderplaats te verschaffen, worden als hun medeplichtigen gestraft.
Artikel 69
Medeplichtigen aan een misdaad worden gestraft met de straf die, overeenkomstig de artikelen 80 en 81 van dit wetboek, onmiddellijk lager is dan die waarmee zij als daders van die misdaad zouden worden gestraft.
De straf tegen medeplichtigen aan een wanbedrijf zal niet hoger zijn dan twee-derden van die welke op hen zou worden toegepast, indien zij de daders van dat wanbedrijf waren.