Meer info
     

08/06/1867 Strafwetboek
Strafwetboek van 8 juni 1867

Artikel 379

[Hij die een aanslag tegen de zeden pleegt doordat hij, ten einde eens anders driften te voldoen, de ontucht, het bederf of de prostitutie van een minderjarige van het mannelijke of vrouwelijke geslacht opwekt, begunstigt of vergemakkelijkt, wordt gestraft met opsluiting [van vijf jaar tot tien jaar] en met geldboete van vijfhonderd [euro] tot vijfentwintigduizend [euro].
Hij wordt gestraft met [opsluiting] van tien jaar tot vijftien jaar en met geldboete van vijfhonderd [euro] tot vijftigduizend [euro], indien de minderjarige geen volle zestien jaar oud is.
De straf is [opsluiting] van vijftien jaar tot twintig jaar en geldboete van duizend [euro] tot honderdduizend [euro], indien de minderjarige geen volle [veertien jaar] oud is.]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 2 W. 13 april 1995 (B.S., 25 april 1995, err., B.S., 17 juni 1995, err., B.S., 6 juli 1995) en gewijzigd bij art. 13 W. 28 november 2000 (B.S., 17 maart 2001 (tweede uitg.)) en bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).
Voorgeschiedenis
Vervangen bij art. 1 W. 26 mei 1914 (B.S., 10 juni 1914) en impliciet gewijzigd bij art. 3 W. 10 juli 1996 (B.S., 1 augustus 1996)).