Meer info
     

08/06/1867 Strafwetboek
Strafwetboek van 8 juni 1867

Artikel 424

[Met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van vijftig [euro] tot zeshonderd [euro] of met een van die straffen alleen, onverminderd, indien daartoe grond bestaat, de toepassing van strengere strafbepalingen, worden gestraft:
De vader of moeder of de adoptanten die hun kind in behoeftige toestand achterlaten, ook al wordt het niet alleen gelaten, die weigeren het weer bij zich te nemen en weigeren zijn onderhoud te betalen als zij het aan een derde hebben toevertrouwd of als het bij rechterlijke beslissing aan een derde is toevertrouwd.
[De bloedverwanten in de rechte nederdalende lijn die hun vader, moeder, adoptant of andere bloedverwant in de opgaande lijn in een behoeftige toestand achterlaten, ook al wordt de persoon niet alleen gelaten, die weigeren hem weer bij zich te nemen en weigeren zijn onderhoud te betalen als zij hem aan een derde hebben toevertrouwd of als hij bij rechterlijke beslissing aan een derde is toevertrouwd.]
In geval van een tweede veroordeling wegens een van de in dit artikel omschreven misdrijven, gepleegd binnen een termijn van vijf jaar, te rekenen van de eerste, kunnen de straffen worden verdubbeld.]
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9) en bij art. 19 Wet 26 november 2011 (BS 23 januari 2012).
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 31 W. 28 november 2000 (B.S., 17 maart 2001 (tweede uitg.)).