Meer info
     

21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek

Artikel 122

Indien de afwezige terugkeert, kan hij derdenverzet instellen tegen het vonnis van verklaring van afwezigheid uitgesproken door de [familierechtbank], [waarna de akte van afwezigheid kan worden verbeterd overeenkomstig artikel 35].
Indien het bewijs van het bestaan van de afwezige geleverd wordt na de dag waarop de beslissing houdende verklaring van afwezigheid in kracht van gewijsde is gegaan, [kan de akte van afwezigheid worden verbeterd overeenkomstig artikel 35].]
[In de gevallen bedoeld in het eerste en tweede lid stuurt de griffier onmiddellijk de gegevens van het vonnis of arrest door naar de DABS, met vermelding van de dag van het in kracht van gewijsde treden.
De DABS maakt op basis hiervan een melding op en verbindt deze met de akte van afwezigheid.]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 17 W. 9 mei 2007 (B.S., 21 juni 2007), gewijzigd bij art. 11 Wet 30 juli 2013 (BS 27 september 2013 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 274) en bij art. 6, 1° tot 3° Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).