21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek
Artikel 313
[§ 1
Indien de naam van de moeder niet in de akte van geboorte is vermeld of bij ontstentenis van zulk een akte, kan zij het kind erkennen [onder de bij artikel 329bis bepaalde voorwaarden].
§ 2
De erkenning is evenwel niet ontvankelijk indien daaruit blijkt dat tussen haar en de vader een huwelijksbeletsel bestaat waarvan [de familierechtbank] geen ontheffing kan verlenen [...].
§ 3
Indien de moeder gehuwd is en een kind erkent dat tijdens het huwelijk geboren is, moet de erkenning worden medegedeeld aan [de echtgenoot of de echtgenote].
Indien de akte is opgemaakt door een Belgisch ambtenaar van de burgerlijke stand [...], geeft deze [binnen drie dagen] kennis van de akte; indien zij niet is opgemaakt door een Belgisch ambtenaar van de burgerlijke stand [...], wordt de akte betekend op verzoek van de moeder, het kind of diens wettelijke vertegenwoordiger.
Totdat de kennisgeving of betekening heeft plaatsgehad kan de erkenning niet worden tegengeworpen [aan de echtgenoot of de echtgenote], aan de kinderen geboren uit diens huwelijk met degene die het kind erkent en aan de kinderen die door de beide echtgenoten geadopteerd zijn.]
[§ 4
Als de erkenning betrekking heeft op een meerderjarig kind dat reeds nakomelingen heeft en aanleiding geeft tot diens naamsverandering, wordt de akte medegedeeld of betekend aan de afstammelingen in de eerste graad die de leeftijd van twaalf jaar bereikt hebben overeenkomstig de nadere regels bedoeld in paragraaf 3, tweede lid.
]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 38 W. 31 maart 1987 (B.S., 27 mei 1987).
Wetshistoriek
§ 1 gewijzigd bij art. 4, A) W. 1 juli 2006 (B.S., 29 december 2006 (zesde uitg.)), met ingang van 1 juli 2007 (art. 26, zelf ingevoegd bij art. 373 W. 27 december 2006 (B.S., 28 december 2006 (derde uitg.))).
§ 2 gewijzigd bij art. 99 en 119 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1)), van toepassing op de vorderingen tot opheffing van het verbod een huwelijk aan te gaan ingediend vanaf 10 januari 2019 (art. 124).
§ 3 gewijzigd bij art. 10, 1° en 2° W. 13 februari 2003 (B.S., 28 februari 2003 (derde uitg.)), met ingang van 1 juni 2003 (art. 23), bij art. 2 Wet 19 september 2017 (BS 4 oktober 2017), met ingang van 1 april 2018 (art. 21) en bij art. 29 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
§ 4 ingevoegd bij art. 4 Wet 19 december 2023 (BS 27 december 2023 (ed. 2)), met ingang van 1 maart 2024 (art. 91).
Voorgeschiedenis
§ 2 gewijzigd bij art. 4, B) W. 1 juli 2006 (B.S., 29 december 2006 (zesde uitg.)), met ingang van 1 juli 2007 (art. 26, zelf ingevoegd bij art. 373 W. 27 december 2006 (B.S., 28 december 2006 (derde uitg.)))