Meer info
     

21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek

Artikel 348-11

Ingeval een persoon die overeenkomstig de artikelen 348-2 tot 348-7 in de adoptie moet toestemmen, dit weigert te doen, kan de adoptie op verzoek van de adoptant, van de adoptanten of van het openbaar ministerie toch worden uitgesproken indien de [familierechtbank] van oordeel is dat de toestemming op onverantwoorde wijze is geweigerd.
[Wanneer evenwel de vader of de moeder van het kind weigert in de adoptie toe te stemmen, kan de rechtbank de adoptie pas uitspreken wanneer na een grondig maatschappelijk onderzoek gebleken is dat deze persoon zich niet meer om het kind heeft bekommerd of de gezondheid, de veiligheid of de zedelijkheid van het kind in gevaar heeft gebracht, behalve wanneer het gaat om een nieuwe adoptie of wanneer het gaat om de adoptie van het kind of van het adoptief kind van een echtgeno(o)t(e), van een samenwonende partner of van een voormalige partner ten aanzien van wie een gemeenschappelijk ouderlijk engagement bestaat.]
[Om het onverantwoorde karakter te beoordelen van de weigering om toestemming te verlenen, houdt de rechtbank rekening met het belang van het kind.]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 2 W. 24 april 2003 (B.S., 16 mei 2003 (derde uitg.)), met ingang van 1 september 2005 (art. 6 K.B. 24 augustus 2005 (B.S., 29 augustus 2005 (tweede uitg.))).
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 46 Wet 30 juli 2013 (BS 27 september 2013 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 274) en bij art. 8, 1° en 2° Wet 20 februari 2017 (BS 22 maart 2017 (ed. 1)).
Voorgeschiedenis
Franse tekst gewijzigd bij art. 263 W. 27 december 2004 (B.S., 31 december 2004 (tweede uitg.)).