Meer info
     

21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek

Hoofdstuk IV Verplichtingen van de verkoper

Afdeling I Algemene bepalingen
Artikel 1602
De verkoper is verplicht duidelijk te verklaren waartoe hij zich verbindt.
Ieder duister of dubbelzinnig beding wordt tegen de verkoper uitgelegd.

Artikel 1603
Hij heeft twee hoofdverplichtingen, de door hem verkochte zaak te leveren, en die te vrijwaren.
Afdeling II Levering
Artikel 1604
[De verkoper moet aan de koper een zaak leveren die met de overeenkomst in overeenstemming is.]
Levering is de overdracht van de verkochte zaak in de macht en het bezit van de koper.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met ingang van 1 januari 2005 (art. 10).

Artikel 1605
De verplichting om onroerende goederen te leveren is door de verkoper vervuld, wanneer hij de sleutels heeft afgegeven, indien het een gebouw betreft, of wanneer hij de titels van eigendom heeft afgegeven.

Artikel 1606
De levering van roerende goederen geschiedt:
Of door de werkelijke overgave,
Of door afgifte van de sleutels van de gebouwen waarin zij zich bevinden,
Of zelfs door de enkele toestemming van de partijen, indien de overgave niet kan geschieden op het ogenblik van de koop, of indien de koper de goederen reeds in een andere hoedanigheid in zijn macht had.

Artikel 1607
De overgave van onlichamelijke rechten geschiedt ofwel door de afgifte van de titels, ofwel door het gebruik dat de koper, met toestemming van de verkoper, daarvan maakt.

Artikel 1608
De kosten van de levering komen ten laste van de verkoper, en die van de afhaling komen ten laste van de koper, indien het tegendeel niet bedongen is.

Artikel 1609
De levering moet geschieden op de plaats waar het verkochte goed zich ten tijde van de koop bevond, indien daaromtrent niet anders is overeengekomen.

Artikel 1610
Wanneer de verkoper in gebreke blijft de levering te doen binnen de tussen partijen bedongen tijd, heeft de koper de keus om ontbinding van de koop ofwel inbezitstelling te vorderen, indien de vertraging alleen aan de verkoper te wijten is.

Artikel 1611
In elk geval moet de verkoper tot schadevergoeding veroordeeld worden, indien de koper schade lijdt doordat de levering niet op het bedongen tijdstip heeft plaatsgehad.

Artikel 1612
De verkoper is niet verplicht de zaak te leveren, indien de koper de prijs niet betaalt en de verkoper hem geen termijn voor de betaling heeft toegestaan.

Artikel 1613
Evenmin is hij tot levering verplicht, zelfs wanneer hij een termijn voor de betaling heeft toegestaan, indien de koper, sinds de koop, failliet gegaan is of in staat van onvermogen is geraakt, zodat de verkoper in het dreigend gevaar verkeert de prijs te verliezen; tenzij de koper borg stelt voor de betaling op het bepaalde tijdstip.

Artikel 1614
De zaak moet geleverd worden in de staat waarin zij zich op het ogenblik van de koop bevindt;
Van die dag af behoren alle vruchten aan de koper.

Artikel 1615
De verplichting om een zaak te leveren strekt zich uit tot haar toebehoren en tot alles wat voor haar blijvend gebruik bestemd is.

Artikel 1616
De verkoper is verplicht het verkochte te leveren in de omvang die bij de overeenkomst bedongen is, echter met inachtneming van de navolgende bepalingen.

Artikel 1617
Indien de verkoop van een onroerend goed geschied is met vermelding van de omvang, tegen een bepaalde prijs per maat, is de verkoper verplicht aan de koper, indien deze het eist, de bij de overeenkomst bepaalde grootte te leveren;
En indien hem dit onmogelijk is, of indien de koper het niet eist, moet de verkoper met een evenredige vermindering van de prijs genoegen nemen.

Artikel 1618
Indien daarentegen, in het geval van het vorige artikel, de omvang groter bevonden wordt dan in het contract is uitgedrukt, heeft de koper de keus om de prijs aan te vullen of van het contract af te zien, indien de overmaat een twintigste gedeelte bedraagt van de opgegeven omvang.

Artikel 1619
In alle andere gevallen,
Hetzij de koop een zekere en bepaalde zaak betreft,
Hetzij de koop afzonderlijke en afgescheiden erven tot voorwerp heeft,
Hetzij de koop begint met de opgave der maat, of met de aanduiding van de verkochte zaak gevolgd van de opgave der maat,
Levert de uitdrukking van die maat geen grond op tot enige aanvulling van de prijs ten voordele van de verkoper wegens overmaat, of tot enige vermindering van de prijs ten voordele van de koper wegens ondermaat, dan voor zover het verschil tussen de werkelijke maat en die welke in de overeenkomst is uitgedrukt, een twintigste meer of minder bedraagt, berekend naar de waarde van het geheel der verkochte zaken, behalve indien het tegendeel bedongen is.

Artikel 1620
Ingeval er, volgens het vorige artikel, grond bestaat tot vermeerdering van de prijs wegens overmaat, heeft de koper de keus om van het contract af te zien, of de prijs aan te vullen, en zulks met de interest, indien hij het onroerend goed behouden heeft.

Artikel 1621
In alle gevallen waarin de koper het recht heeft om van het contract af te zien, is de verkoper verplicht hem, benevens de prijs, zo hij die ontvangen heeft, ook de kosten van dat contract terug te geven.

Artikel 1622
De rechtsvordering van de verkoper tot aanvulling van de prijs, en die van de koper tot vermindering van de prijs of tot ontbinding van het contract, moeten, op straffe van verval, ingesteld worden binnen een jaar te rekenen van de dag waarop het contract is aangegaan.

Artikel 1623
Indien twee erven zijn verkocht bij een en hetzelfde contract, en voor een enkele prijs, met opgave van de maat van ieder erf, en indien bevonden wordt dat het ene minder en het andere meer omvang heeft, worden de verschillen tegen elkaar tot het passende beloop verrekend; en de vordering, hetzij tot aanvulling, hetzij tot vermindering van de koopprijs, heeft slechts plaats overeenkomstig de hierboven vastgestelde regels.

Artikel 1624
De vraag wie van beiden, de verkoper of de koper, het verlies of de beschadiging van de verkochte zaak, vóór de levering ontstaan, moet dragen, wordt beslist overeenkomstig de regels vastgesteld in de titel “Contracten of verbintenissen uit overeenkomst in het algemeen”.
Afdeling III Vrijwaring
Artikel 1625
De vrijwaring, waartoe de verkoper jegens de koper gehouden is, heeft een dubbel voorwerp: zij betreft ten eerste het ongestoord bezit van de verkochte zaak en, ten tweede, de verborgen gebreken van die zaak of de koopvernietigende gebreken.
§ 1 Vrijwaring voor uitwinning
Artikel 1626
Zelfs wanneer bij de koop geen beding omtrent de vrijwaring is gemaakt, is de verkoper van rechtswege verplicht de koper te vrijwaren voor de uitwinning die hij ondergaat op het geheel of op een gedeelte van de verkochte zaak, of voor de lasten die iemand beweert op die zaak te hebben, en die bij de koop niet zijn opgegeven.

Artikel 1627
Partijen kunnen, door bijzondere overeenkomsten, deze wettelijke verplichting uitbreiden of beperken; zij kunnen zelfs overeenkomen dat de verkoper tot geen vrijwaring zal zijn gehouden.

Artikel 1628
Zelfs wanneer bedongen is dat de verkoper tot geen vrijwaring zal zijn gehouden, blijft hij toch gehouden tot die welke volgt uit zijn eigen daad; elke hiermee strijdige overeenkomst is nietig.

Artikel 1629
In hetzelfde geval van een beding van niet-vrijwaring is, bij uitwinning, de verkoper verplicht de prijs terug te geven, tenzij de koper het gevaar van uitwinning heeft gekend ten tijde van de koop, of op eigen risico heeft gekocht.

Artikel 1630
Wanneer vrijwaring beloofd is, of wanneer dienaangaande niets is bedongen, heeft de koper, in geval van uitwinning, het recht om van de verkoper te vorderen:
Teruggave van de prijs;
Teruggave van de vruchten, wanneer hij verplicht is die aan de uitwinnende eigenaar uit te keren;
De kosten van de vordering tot vrijwaring door de koper ingesteld, en de kosten door de oorspronkelijke eiser gemaakt;
Eindelijk, schadevergoeding, alsook de wettig gemaakte kosten van het contract.

Artikel 1631
Wanneer de verkochte zaak ten tijde van de uitwinning blijkt in waarde verminderd of aanmerkelijk beschadigd te zijn, hetzij door de nalatigheid van de koper, hetzij door overmacht, is de verkoper niettemin verplicht de gehele prijs terug te geven.

Artikel 1632
Indien echter de koper uit de door hem aangerichte beschadiging voordeel heeft getrokken, heeft de verkoper het recht om van de prijs een bedrag, gelijk aan dat voordeel, af te houden.

Artikel 1633
Indien de verkochte zaak ten tijde van de uitwinning blijkt in waarde te zijn vermeerderd, zelfs buiten toedoen van de koper, is de verkoper verplicht aan de koper te betalen hetgeen de zaak boven de koopprijs waard is.

Artikel 1634
De verkoper is verplicht aan de koper alle herstellingen en nuttige verbeteringen die deze aan het goed heeft aangebracht, te vergoeden, of door de uitwinner te doen vergoeden.

Artikel 1635
Indien de verkoper te kwader trouw eens anders erf verkocht heeft, is hij verplicht aan de koper alle uitgaven te vergoeden, die deze aan het erf besteed heeft, zelfs uit weelde of tot verfraaiing.

Artikel 1636
Indien slechts een gedeelte van de zaak tegen de koper wordt uitgewonnen, en dat gedeelte, in verhouding tot het geheel, zo belangrijk is dat de koper zonder het uitgewonnen gedeelte niet zou hebben gekocht, kan hij de koop doen ontbinden.

Artikel 1637
Indien, bij uitwinning van een gedeelte van het verkochte erf, de koop niet wordt ontbonden, wordt het uitgewonnen gedeelte aan de koper vergoed volgens de geschatte waarde ten tijde van de uitwinning, en niet naar evenredigheid van de gehele koopprijs, onverschillig of de verkochte zaak in waarde vermeerderd of verminderd is.

Artikel 1638
Indien het verkochte erf blijkt bezwaard te zijn met niet zichtbare erfdienstbaarheden, zonder dat zulks was opgegeven, en die zo gewichtig zijn dat er reden is om te vermoeden dat de koper niet zou hebben gekocht ingeval hij die gekend had, kan hij de ontbinding van het contract vorderen, tenzij hij verkiest met schadevergoeding genoegen te nemen.

Artikel 1639
De overige vraagstukken betreffende de vergoeding van de schade die voor de koper ontstaat uit de niet-uitvoering van de koop, worden opgelost volgens de algemene regels bepaald in de titel Contracten of verbintenissen uit overeenkomst in het algemeen.

Artikel 1640
De vrijwaring voor uitwinning houdt op wanneer de koper, zonder de verkoper op te roepen, zich heeft laten veroordelen bij een vonnis dat in laatste aanleg is gewezen of waartegen geen hoger beroep meer ontvankelijk is, indien de verkoper bewijst dat er voldoende middelen aanwezig waren om de eis te doen afwijzen.
§ 2 Vrijwaring voor gebreken van de verkochte zaak
Artikel 1641
De verkoper is gehouden tot vrijwaring voor de verborgen gebreken van de verkochte zaak, die deze ongeschikt maken tot het gebruik waartoe men ze bestemt, of die dit gebruik zodanig verminderen dat de koper, indien hij de gebreken gekend had, de zaak niet of slechts voor een mindere prijs zou hebben gekocht.

Artikel 1642
De verkoper moet niet instaan voor de gebreken die zichtbaar zijn en die de koper zelf heeft kunnen waarnemen.

Artikel 1643
Hij moet instaan voor de verborgen gebreken, zelfs wanneer hij die niet gekend heeft, tenzij hij in dat geval bedongen heeft dat hij tot geen vrijwaring zal zijn gehouden.

Artikel 1644
In het geval van de artikelen 1641 en 1643, heeft de koper de keus om ofwel de zaak terug te geven en zich de prijs te doen terugbetalen, ofwel de zaak te behouden en zich een gedeelte van de prijs te doen terugbetalen, welk gedeelte door deskundigen zal worden bepaald.

Artikel 1645
Indien de verkoper de gebreken van de zaak gekend heeft, is hij niet alleen gehouden tot teruggave van de prijs die hij ervoor ontvangen heeft, maar bovendien tot vergoeding van alle schade aan de koper.

Artikel 1646
Indien de verkoper de gebreken van de zaak niet gekend heeft, is hij slechts gehouden tot teruggave van de prijs, en tot vergoeding aan de koper van de door de koop veroorzaakte kosten.

Artikel 1647
Indien de zaak welke gebreken had, is teniet gegaan ten gevolge van haar slechte hoedanigheid, is het verlies voor rekening van de verkoper, die jegens de koper gehouden is tot teruggave van de prijs, en tot de overige schadevergoedingen in de twee vorige artikelen bepaald.
Maar het verlies door toeval veroorzaakt is voor rekening van de koper.

Artikel 1648
De rechtsvordering op grond van koopvernietigende gebreken moet door de koper worden ingesteld binnen een korte tijd, al naar de aard van de koopvernietigende gebreken en de gebruiken van de plaats waar de koop gesloten is.

Artikel 1649
Deze vordering kan niet worden ingesteld wat betreft verkopingen die op rechterlijk gezag geschieden.
Afdeling IV Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten
Wetshistoriek
Afdeling IV (art. 1649bis tot 1649octies) ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met ingang van 1 januari 2005 (art. 10).
Artikel 1649bis

§ 1er

Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder:
“consument”: iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit;
“verkoper”: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, ongeacht of deze privaat of publiek is, die handelt, mede via een andere persoon die namens hem of voor zijn rekening optreedt, in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit;
“producent”: een fabrikant van een consumptiegoed, een invoerder van een consumptiegoed naar de Unie, of elke andere persoon die zich als producent voordoet door zijn naam, handelsmerk of enig ander onderscheidend teken op het consumptiegoed aan te brengen;
“consumptiegoed”:
a)
elke roerende lichamelijke zaak; water, gas en elektriciteit zijn consumptiegoederen in de zin van deze afdeling wanneer zij gereed zijn gemaakt voor verkoop in een beperkt volume of in een bepaalde hoeveelheid;
b)
elk goed met digitale elementen, zijnde elke roerende lichamelijke zaak waarin digitale inhoud of digitale diensten zijn verwerkt of die daarmee onderling verbonden is, op zodanige wijze dat het ontbreken van die digitale inhoud of die digitale dienst ertoe zou leiden dat het consumptiegoed zijn functies niet kan vervullen;
c)
[elk dier;]
“digitale inhoud”: gegevens die in digitale vorm worden geproduceerd en geleverd;
“digitale dienst”:
a)
een dienst die de consument in staat stelt gegevens in digitale vorm te creėren, te verwerken of op te slaan, of toegang tot die gegevens te krijgen, of
b)
een dienst die voorziet in de mogelijkheid tot het delen van gegevens in digitale vorm die door de consument of door andere gebruikers van die dienst worden geüpload of gecreėerd of die elke andere interactie met deze gegevens mogelijk maakt;
“compatibiliteit”: het vermogen van de consumptiegoederen om te draaien op hardware of software die doorgaans voor consumptiegoederen van hetzelfde type worden gebruikt, zonder dat die goederen, hardware of software moeten worden omgezet;
“functionaliteit”: het vermogen van de consumptiegoederen om hun functies te vervullen met betrekking tot het doel ervan;
“interoperabiliteit”: het vermogen van de consumptiegoederen om te functioneren met hardware of software die verschilt van die welke waarmee consumptiegoederen van hetzelfde type gewoonlijk worden gebruikt;
10°
“duurzame gegevensdrager”: ieder hulpmiddel dat de consument of de verkoper in staat stelt om persoonlijk aan hem gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die past bij het doel waarvoor de informatie is bestemd, en die een ongewijzigde weergave van de opgeslagen informatie mogelijk maakt;
11°
“commerciėle garantie”: iedere verbintenis van de verkoper of een producent, ook de “garant” genoemd, om boven hetgeen hij wettelijk verplicht is uit hoofde van het recht op conformiteit, aan de consument de betaalde prijs terug te betalen of het consumptiegoed op enigerlei wijze te vervangen, herstellen of onderhouden, wanneer dit niet voldoet aan de specificaties of aan enige andere vereisten die geen verband houden met de conformiteit, die vermeld zijn in de garantieverklaring of in de desbetreffende reclameboodschappen ten tijde van of vóór de sluiting van de overeenkomst;
12°
“duurzaamheid”: de geschiktheid van het consumptiegoed om zijn vereiste functies en prestaties bij normaal gebruik te behouden;
13°
“kosteloos”: vrij van de noodzakelijke kosten die zijn gemaakt om het consumptiegoed conform te maken, met name de kosten van verzending, vervoer, werkuren of materiaal[, waaronder, indien het consumptiegoed een dier is, medicatie];
14°
[“dier”: meercellig levend organisme dat in staat is om te bewegen en te reageren op zijn omgeving door middel van zintuigen en dat niet bestemd is voor humane consumptie, noch dient als aas of dierenvoer;]
15°
[“genezing”: een vorm van herstelling die de tussenkomst van een dierenarts vergt.]

§ 2

Deze afdeling is van toepassing op overeenkomsten voor de verkoop van consumptiegoederen gesloten tussen een consument en een verkoper.
Zij is eveneens van toepassing op digitale inhoud of digitale diensten die zijn verwerkt in of onderling verbonden met consumptiegoederen in de zin van paragraaf 1, 4°, b), en die worden meegeleverd met de consumptiegoederen op grond van een koopovereenkomst, ongeacht of die digitale inhoud of de digitale dienst wordt geleverd door de verkoper of een derde. Bij twijfel of de levering van verwerkte of onderling verbonden digitale inhoud of een verwerkte of onderling verbonden digitale dienst deel uitmaakt van de koopovereenkomst, wordt de digitale inhoud of digitale dienst geacht onder de koopovereenkomst te vallen.
Voor de toepassing van deze afdeling worden overeenkomsten tot levering van te vervaardigen of voort te brengen consumptiegoederen eveneens als koopovereenkomsten beschouwd.
[Voor de toepassing van deze afdeling worden overeenkomsten tot levering van ten tijde van het sluiten van de overeenkomst nog niet geboren dieren eveneens als overeenkomsten voor de verkoop van dieren beschouwd.]

§ 3

Deze afdeling is niet van toepassing op:
overeenkomsten voor het leveren van digitale inhoud of digitale diensten onder voorbehoud van paragraaf 2, tweede lid;
materiėle gegevensdragers die uitsluitend als drager van digitale inhoud dienen;
goederen die executoriaal of anderszins gerechtelijk worden verkocht;
[...]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met ingang van 1 januari 2005 (art. 10).
Wetshistoriek
Art. vervangen bij art. 3 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
§ 1, enig lid:
4°, c) ingevoegd bij art. 2, 1° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9);
13° gewijzigd bij art. 2, 2° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9);
14° en 15° ingevoegd bij art. 2, 3° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 2, lid 4 ingevoegd bij art. 2, 4° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 3, enig lid, 4° opgeheven bij art. 2, 5° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepalingen:
art. 24 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022);
art. 7 Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024).

Artikel 1649ter

§ 1

Voor de toepassing van artikel 1604, eerste lid, wordt het door de verkoper aan de consument geleverde consumptiegoed geacht slechts in overeenstemming met de koopovereenkomst te zijn indien het voldoet aan de in de [paragrafen 2 tot 9] gestelde eisen.

§ 2

Voor conformiteit met de koopovereenkomst, moet het consumptiegoed voldoen aan de subjectieve conformiteitsvereisten die in de koopovereenkomst zijn vastgesteld, met andere woorden, moet het met name, voor zover van toepassing:
wat betreft de beschrijving, het type, de hoeveelheid en kwaliteit, functionaliteit, compatibiliteit, interoperabiliteit en andere kenmerken, [waaronder, indien het consumptiegoed een dier is, de leeftijd, het geslacht, het ras en de herkomst van het dier,] voldoen aan de koopovereenkomst;
geschikt zijn voor elk bijzonder door de consument gewenst gebruik dat de consument aan de verkoper uiterlijk bij de sluiting van de koopovereenkomst heeft meegedeeld en dat de verkoper heeft aanvaard;
worden geleverd samen met alle toebehoren en instructies, met inbegrip van installatie-instructies, als bepaald in de koopovereenkomst, en
van updates worden voorzien als bepaald in de koopovereenkomst.

§ 3

Naast het voldoen aan subjectieve conformiteitsvereisten die overeenkomstig paragraaf 2 in de koopovereenkomst zijn vastgesteld, moet het consumptiegoed voldoen aan de volgende objectieve conformiteitsvereisten:
geschikt zijn voor de doeleinden waarvoor consumptiegoederen van hetzelfde type gewoonlijk zouden worden gebruikt, [of, indien het consumptiegoed een dier is, geschikt zijn voor de doeleinden waarvoor dieren van dezelfde soort gewoonlijk zouden dienen,] rekening houdend, in voorkomend geval, met bestaand Unie- en nationaal recht, bestaande technische normen, of, bij ontstentenis van zulke technische normen, toepasselijke sectorspecifieke gedragscodes;
in voorkomend geval, beschikken over de kwaliteit van en beantwoorden aan de beschrijving van een monster of model, dat de verkoper aan de consument vóór de sluiting van de overeenkomst ter beschikking heeft gesteld;
in voorkomend geval, samen met de toebehoren, waaronder verpakking, installatie-instructies of andere instructies, [waaronder, indien het consumptiegoed een dier is, instructies met betrekking tot eventuele verdere vaccinaties, de leefruimte, voeding en verzorging van het dier,] die de consument redelijkerwijs mag verwachten, worden geleverd, en
de hoeveelheid hebben en de kwaliteiten en andere kenmerken bezitten, onder meer met betrekking tot duurzaamheid, functionaliteit, compatibiliteit en beveiliging die voor hetzelfde type consumptiegoederen normaal zijn en die de consument redelijkerwijs mag verwachten, gelet op de aard van de consumptiegoederen en rekening houdend met publieke mededelingen die zijn gedaan door of namens de verkoper of andere personen in eerdere schakels van de overeenkomstenketen, waaronder de producent, in het bijzonder in reclameboodschappen of op de etikettering[, of, indien het consumptiegoed een dier is, de kwaliteiten en andere kenmerken bezitten, waaronder de afwezigheid van infectieziektes en aangeboren afwijkingen en, in voorkomend geval, de aanwezigheid van de door of krachtens de wet vereiste vaccinaties, die voor diezelfde soort dieren normaal zijn en die de consument redelijkerwijs mag verwachten gelet op de leeftijd, het geslacht, het ras en de herkomst van het dier].

§ 4

De verkoper is niet gebonden door de in paragraaf 3, 4°, bedoelde publieke mededelingen indien hij aantoont dat:
de bedoelde mededeling hem niet bekend was en hem redelijkerwijs niet bekend kon zijn;
de publieke mededeling ten tijde van de sluiting van de koopovereenkomst op dezelfde of vergelijkbare wijze was gerectificeerd als waarop ze was afgelegd, of
de beslissing tot aankoop van het consumptiegoed niet door de publieke mededeling beļnvloed kon zijn.

§ 5

In het geval van een goed met digitale elementen, zorgt de verkoper ervoor dat de updates, waaronder beveiligingsupdates, die nodig zijn om de conformiteit van het goed te behouden, aan de consument worden gemeld en geleverd, gedurende de periode:
die de consument redelijkerwijs kan verwachten, gezien de aard en het doel van de goederen en de digitale elementen, en rekening houdend met de omstandigheden en de aard van de overeenkomst, wanneer de koopovereenkomst voorziet in één enkele levering van de digitale inhoud of digitale dienst, of
die in artikel 1649quater, § 1, tweede lid, is bepaald, indien de koopovereenkomst voorziet in een continue levering van de digitale inhoud of de digitale dienst gedurende een periode.

§ 6

Wanneer de consument verzuimt de overeenkomstig paragraaf 5 verstrekte updates binnen een redelijke termijn te installeren, is de verkoper niet aansprakelijk voor een conformiteitsgebrek als dat uitsluitend het gevolg is van de afwezigheid van de betrokken update, mits:
de verkoper de consument in kennis heeft gesteld van de beschikbaarheid van de update en de gevolgen indien de consument die niet installeert, en
het niet of verkeerd installeren door de consument van de update niet te wijten was aan tekortkomingen in de aan de consument verstrekte installatie-instructies.

§ 7

Er is geen sprake van een conformiteitsgebrek in de zin van de paragrafen 3 of 5 wanneer de consument ten tijde van de sluiting van de koopovereenkomst er uitdrukkelijk van in kennis werd gesteld dat een specifiek kenmerk van het consumptiegoed afweek van de in die paragrafen gestelde objectieve conformiteitsvereisten, en de consument die afwijking bij de sluiting van de koopovereenkomst uitdrukkelijk en afzonderlijk heeft aanvaard.

§ 8

Elk gebrek dat het gevolg is van een verkeerde installatie van het consumptiegoed, wordt beschouwd als een conformiteitsgebrek, wanneer:
de installatie van het goed deel uitmaakt van de koopovereenkomst en is uitgevoerd door de verkoper of onder diens verantwoordelijkheid, of
de installatie, die bestemd was om te worden uitgevoerd door de consument, door hem werd gedaan en de verkeerde installatie te wijten was aan tekortkomingen in de installatie-instructies die werden verstrekt door de verkoper, of, in geval van een goed met digitale elementen, door de verkoper of de leverancier van de digitale inhoud of digitale dienst.

[§ 9

Indien het consumptiegoed een dier is, wordt elk gebrek dat het gevolg is van verkeerde instructies, verstrekt door de verkoper, met betrekking tot eventuele verdere vaccinaties, de leefruimte, voeding en verzorging van het dier, beschouwd als een conformiteitsgebrek.
]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met ingang van 1 januari 2005 (art. 10).
Wetshistoriek
Art. vervangen bij art. 4 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
§ 1 gewijzigd bij art. 3, 1° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 2, enig lid, 1° gewijzigd bij art. 3, 2° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 3, enig lid:
1° gewijzigd bij art. 3, 3° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9);
3° gewijzigd bij art. 3, 4° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9);
4° gewijzigd bij art. 3, 5° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 9 ingevoegd bij art. 3, 6° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepalingen:
art. 24 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022);
art. 7 Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024).

Artikel 1649quater

§ 1

[De verkoper is jegens de consument aansprakelijk voor elk conformiteitsgebrek dat bestaat bij de levering van de consumptiegoederen en dat zich manifesteert binnen een termijn van twee jaar te rekenen vanaf voornoemde levering.] [Deze termijn bedraagt evenwel één jaar indien het consumptiegoed een dier is, tenzij de verkoper in voorkomend geval de door of krachtens de wet vereiste erkennings-, vergunnings-, quarantaine-, of kwekerijvoorwaarden niet heeft gerespecteerd.]
[In het geval van een goed met digitale elementen, wanneer de koopovereenkomst voorziet in continue levering van de digitale inhoud of de digitale dienst gedurende een periode, is de verkoper ook aansprakelijk voor elk conformiteitsgebrek van de digitale inhoud of de digitale dienst dat zich voordoet of aan het licht komt binnen twee jaar na het tijdstip waarop het goed met digitale elementen werd geleverd. Indien de overeenkomst voorziet in continue levering gedurende meer dan twee jaar, is de verkoper aansprakelijk voor elk conformiteitsgebrek van de digitale inhoud of digitale dienst dat zich voordoet of kenbaar wordt in de periode gedurende welke de digitale inhoud of digitale dienst volgens de koopovereenkomst moet worden geleverd.]
[De termijnen bedoeld in het eerste en tweede lid worden opgeschort] tijdens de periode vereist voor de herstelling of de vervanging van het goed of in geval van onderhandelingen tussen de verkoper en de consument met het oog op een minnelijke schikking.
[In afwijking van het eerste en tweede lid kunnen de verkoper en de consument voor de tweedehandsgoederen een kortere termijn overeenkomen zonder dat die termijn korter dan één jaar mag zijn.
De verkoper informeert de consument op duidelijke en ondubbelzinnige wijze over deze kortere termijn. Wanneer dit niet het geval is, is naargelang van het geval de in het eerste of tweede lid bedoelde termijn van toepassing. De bewijslast van deze verplichting rust op de verkoper.]

§ 2 [

De consument moet de verkoper op de hoogte brengen van het conformiteitsgebrek binnen de twee maanden vanaf de dag waarop de consument het gebrek heeft vastgesteld. De verkoper en de consument kunnen een langere termijn overeenkomen.
[In afwijking van het eerste lid moet de consument, indien het consumptiegoed een dier is, de verkoper onverwijld in kennis stellen van het conformiteitsgebrek zodra dit gebrek zich op een voldoende duidelijke wijze heeft gemanifesteerd.]
]

§ 3

De rechtsvordering van de consument verjaart na verloop van één jaar vanaf de dag waarop hij het [conformiteitsgebrek] heeft vastgesteld [...].

§ 4

Manifesteert zich een [conformiteitsgebrek] binnen een termijn van [twee jaar] vanaf de levering van [het consumptiegoed], dan geldt tot bewijs van het tegendeel het vermoeden dat dit gebrek bestond op het tijdstip van levering, tenzij dit vermoeden onverenigbaar is met de aard van [het consumptiegoed] of met de aard van het [conformiteitsgebrek], door onder andere rekening te houden met het feit of [het consumptiegoed] nieuw dan wel tweedehands is.
[In afwijking van het eerste lid bedraagt deze termijn één jaar indien het consumptiegoed een dier is.]

[§ 4/1

In het geval van een goed met digitale elementen, indien de koopovereenkomst voorziet in de continue levering van de digitale inhoud of de digitale dienst gedurende een periode, ligt de bewijslast met betrekking tot de vraag of de digitale inhoud of digitale dienst conform was tijdens de in paragraaf 1, tweede lid, bedoelde periode, bij de verkoper wegens een conformiteitsgebrek dat aan het licht komt binnen die periode.
]

§ 5

De bepalingen in dit hoofdstuk met betrekking tot de vrijwaring voor de verborgen gebreken van de verkochte zaak zijn van toepassing [na het verstrijken van de termijnen bedoeld in paragraaf 1].]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met ingang van 1 januari 2005 (art. 10).
Wetshistoriek
§ 1 gewijzigd bij art. 5, 1° tot 4° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26) en bij art. 4, 1° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 2 vervangen bij art. 5, 5° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26) en gewijzigd bij art. 4, 2° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 3 gewijzigd bij art. 5, 6° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
§ 4 gewijzigd bij art. 5, 7° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26) en bij art. 4, 3° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 4/1 ingevoegd bij art. 5, 8° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
§ 5 gewijzigd bij art. 5, 9° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepalingen:
art. 24 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022);
art. 7 Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024).

Artikel 1649quinquies

§ 1

Naast desgevallend schadevergoeding, heeft de consument het recht van de verkoper die met toepassing van artikel 1649quater aansprakelijk is voor een [conformiteitsgebrek] te eisen, hetzij de herstelling of de vervanging van het goed onder de voorwaarden bedoeld in [paragrafen 2, 3 en 3/1], hetzij een [evenredige] vermindering van de prijs of de ontbinding van de overeenkomst, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in [paragrafen 5 tot 7].
Desgevallend wordt er evenwel rekening gehouden met de verergering van de schade voortvloeiend uit het gebruik van het goed door de consument na het ogenblik waarop hij het [conformiteitsgebrek] heeft vastgesteld of zou hebben moeten vaststellen.
[Onverminderd het tweede lid is de verkoper, indien het consumptiegoed een dier is, niet verantwoordelijk voor de verergering van de schade die het gevolg is van het feit dat de consument:
heeft nagelaten de verkoper onverwijld nadat het gebrek zich op een voldoende duidelijke wijze heeft gemanifesteerd in kennis te stellen van het conformiteitsgebrek of;
heeft nagelaten het dier zo snel als mogelijk ter beschikking te stellen van de verkoper dan wel een dierenarts naar keuze te consulteren wanneer voor de gezondheid van het dier een onmiddellijke tussenkomst van een dierenarts duidelijk noodzakelijk was.
]

§ 2 [

In eerste instantie heeft de consument het recht om van de verkoper de kosteloze herstelling van het consumptiegoed of de kosteloze vervanging ervan te eisen, tenzij de gekozen remedie onmogelijk is of in vergelijking met de andere remedies voor de verkoper onevenredige kosten met zich mee zou brengen, rekening houdend met alle omstandigheden, zoals met name:
de waarde die het consumptiegoed zonder het conformiteitsgebrek zou hebben;
de omvang van het conformiteitsgebrek, en
de mogelijkheid om te kiezen voor de andere remedie zonder ernstige overlast voor de consument [of het dier indien het consumptiegoed een dier is].
[Onverminderd het eerste lid, kan de verkoper de herstelling als remedie weigeren indien dit manifest in strijd is met de gezondheid van het dier.]
]

§ 3 [

Elke herstelling of vervanging wordt verricht:
kosteloos,
binnen een redelijke termijn na het tijdstip waarop de verkoper door de consument in kennis is gesteld van het conformiteitsgebrek, en
zonder ernstige overlast voor de consument, rekening houdend met de aard van het consumptiegoed en het doel waarvoor de consument het goed heeft gekocht.
Bij een herstelling of vervanging stelt de consument het consumptiegoed ter beschikking van de verkoper. De verkoper neemt het te vervangen goed op zijn kosten terug.
Wanneer een herstelling de verwijdering vergt van het goed dat op een wijze die in overeenstemming is met zijn aard en doel was geļnstalleerd voordat het conformiteitsgebrek duidelijk werd, of wanneer dit goed moet worden vervangen, omvat de verplichting tot herstelling of vervanging van het goed de verwijdering van het niet-conforme goed en de installatie van het vervangende goed of het herstelde goed, of het betalen van de kosten van die verwijdering of installatie.
De consument is niet gehouden om te betalen voor het normaal gebruik van het vervangen goed tijdens de periode die aan de vervanging voorafgaat.
]

[§ 3/1

In afwijking van paragraaf 3 wordt de herstelling of vervanging geregeld door deze paragraaf indien het consumptiegoed een dier is.
Elke herstelling of vervanging wordt verricht:
kosteloos, met dien verstande dat de kosten die door de verkoper in voorkomend geval moeten worden gedragen met het oog op de genezing van het dier niet meer kunnen bedragen dan:
driehonderd procent op de schijf van de aankoopprijs van het dier tussen 0,01 euro en 500 euro;
tweehonderd procent op de schijf van de aankoopprijs van het dier tussen 500,01 euro en 1500 euro;
honderd procent op de schijf van de aankoopprijs van het dier die meer bedraagt dan 1500,01 euro;
binnen een redelijke termijn na het tijdstip waarop de verkoper door de consument in kennis is gesteld van het conformiteitsgebrek, met dien verstande dat de verkoper in voorkomend geval zo snel als mogelijk de nodige maatregelen dient te nemen met het oog op de genezing van het dier; en
zonder ernstige overlast voor de consument of het dier.
De verkoper wijst de consument zowel in de overeenkomst als bij de uitoefening van het recht op herstelling van het dier op het bestaan van de in het tweede lid, 1°, bedoelde beperking.
De in het tweede lid, 1°, bedoelde beperking is niet van toepassing indien de verkoper te kwader trouw was of in voorkomend geval de door of krachtens de wet vereiste erkennings-, vergunnings-, quarantaine-of kwekerijvoorwaarden niet heeft gerespecteerd.
Tenzij het dier is overleden als gevolg van een conformiteitsgebrek, stelt de consument het dier bij een herstelling of vervanging onverwijld ter beschikking van de verkoper. De verkoper neemt het te vervangen dier op zijn kosten terug.
In afwijking van het vijfde lid kan de consument, met het oog op de genezing van het dier, een dierenarts naar keuze consulteren indien diens onmiddellijke tussenkomst voor de gezondheid van het dier redelijkerwijze noodzakelijk is. In voorkomend geval heeft de consument recht op een schadevergoeding ten belope van de kosten die de verkoper redelijkerwijze zelf had moeten dragen met het oog op de genezing van het dier indien het dier hem ter beschikking zou zijn gesteld. Het komt aan de verkoper toe om, in voorkomend geval, de onredelijke aard van de ingeroepen kosten aan te tonen. De beperking en de uitzondering bedoeld in het tweede lid, 1°, zijn onverkort van toepassing.
De consument die zich op het zesde lid wenst te beroepen, maakt aannemelijk dat voor de gezondheid van het dier een onmiddellijke tussenkomst van een dierenarts redelijkerwijze noodzakelijk was. Hij stelt de verkoper onverwijld op de hoogte van de tussenkomst van de dierenarts. Op vraag van de verkoper, bezorgt de consument de relevante bewijsstukken die de gemaakte kosten staven.
De consument is niet gehouden om te betalen voor het normaal gebruik of genot van het vervangen dier tijdens de periode die aan de vervanging voorafgaat.
Een vervanging ontbindt automatisch de bestaande koopovereenkomst en doet een nieuwe koopovereenkomst ontstaan, met daarbij horende aansprakelijkheidsregeling zoals vervat in deze afdeling.
De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, overgaan tot de aanpassing van de bedragen of percentages van de beperking bedoeld in het tweede lid, 1°.
]

[§ 4

De verkoper kan weigeren om het consumptiegoed conform te maken overeenkomstig paragraaf 2 als herstelling en vervanging onmogelijk zijn of voor de verkoper onevenredige kosten met zich zouden brengen, rekening houdend met alle omstandigheden, zoals met name de waarde die het consumptiegoed zonder het conformiteitsgebrek zou hebben of de omvang van het conformiteitsgebrek.
]

[§ 5

De consument heeft het recht van de verkoper een evenredige prijsvermindering te eisen overeenkomstig paragraaf 6 dan wel de ontbinding van de koopovereenkomst overeenkomstig paragraaf 7 in elk van de volgende gevallen:
de verkoper heeft de herstelling of vervanging niet voltooid of, indien van toepassing, niet voltooid overeenkomstig paragraaf 3, tweede en derde lid[, of, indien het consumptiegoed een dier is, overeenkomstig paragraaf 3/1, tweede lid] , of de verkoper heeft geweigerd de goederen conform te maken overeenkomstig paragraaf 4;
er blijkt een conformiteitsgebrek te zijn ondanks de poging van de verkoper om de goederen conform te maken;
het conformiteitsgebrek is zo ernstig dat een onmiddellijke prijsvermindering of ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd is;
de verkoper heeft verklaard of uit de omstandigheden blijkt duidelijk dat de verkoper de goederen door middel van herstelling of vervanging niet binnen een redelijke termijn of zonder ernstige overlast voor de consument[, of, in voorkomend geval, zonder ernstige overlast voor het dier,] conform de overeenkomst zal maken;
[het consumptiegoed is een dier en het dier is overleden als gevolg van een conformiteitsgebrek;]
[het consumptiegoed is een dier en de kostprijs om het dier te genezen is hoger dan de beperking bedoeld in paragraaf 3/1, tweede lid, 1°.]
In afwijking van het eerste lid heeft de consument niet het recht de koopovereenkomst te ontbinden indien het conformiteitsgebrek gering is. Het is aan de verkoper om te bewijzen dat het conformiteitsgebrek gering is.
]

[§ 6

De prijsvermindering moet evenredig zijn aan het verschil tussen de waarde van het door de consument ontvangen consumptiegoed en de waarde die het consumptiegoed zou hebben gehad indien dit conform de koopovereenkomst was geweest.
]

[§ 7

Het recht om de koopovereenkomst te ontbinden wordt uitgeoefend door middel van een eenzijdige wilsverklaring aan de verkoper.
In het geval van de verkoop van meerdere consumptiegoederen kan de consument, indien het conformiteitsgebrek slechts betrekking heeft op enkele ervan en indien er een grond is voor ontbinding van de koopovereenkomst krachtens dit artikel, zijn ontbindingsrecht alleen uitoefenen voor de niet-conforme goederen en de conforme goederen die hij op hetzelfde moment heeft verworven indien van de consument niet redelijkerwijs kan worden verwacht dat hij alleen de conforme goederen zal willen houden.
Wanneer de consument een koopovereenkomst in haar geheel of, overeenkomstig het tweede lid, slechts ten aanzien van een deel van de krachtens de koopovereenkomst geleverde goederen ontbindt:
zendt de consument de goederen terug naar de verkoper op kosten van de verkoper, en
betaalt de verkoper de consument de voor de goederen betaalde prijs terug bij ontvangst van de goederen of bij ontvangst van het door de consument verstrekte bewijs dat hij de goederen heeft teruggezonden.
[In afwijking van het derde lid is de consument niet gehouden om het dier terug te bezorgen aan de verkoper indien het dier is overleden als gevolg van een conformiteitsgebrek.]
Voor de toepassing van paragraaf 6 en de huidige paragraaf kan elke terugbetaling aan de consument worden verminderd teneinde rekening te houden met het conforme gebruik dat deze van het goed heeft gehad sinds de levering ervan.
]

[§ 8

Indien het consumptiegoed een dier is, betaalt de verkoper, in geval van overlijden van het dier als gevolg van een conformiteitsgebrek, de kosten terug van een onafhankelijke autopsie die de consument heeft laten uitvoeren voor zover deze noodzakelijk is voor de vaststelling van een conformiteitsgebrek en deze daadwerkelijk heeft geleid tot de vaststelling van een conformiteitsgebrek waarvoor de verkoper aansprakelijk is met toepassing van artikel 1649quater. De consument die zich op deze paragraaf wil beroepen, stelt de verkoper vooraf in kennis van zijn voornemen een autopsie te laten uitvoeren en van de identiteit van de onafhankelijke expert die hij met de autopsie wil belasten.
]

[§ 9

De Koning kan, voor de consumptiegoederen of categorieėn van consumptiegoederen die Hij aanwijst, het gebruik van een gestandaardiseerd informatiedocument opleggen waarin de rechten en plichten van de consument zoals bepaald in deze afdeling worden toegelicht. Uiterlijk op het tijdstip van de levering van het consumptiegoed verstrekt de verkoper aan de consument, op een duurzame gegevensdrager, het gestandaardiseerde informatiedocument.
]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met ingang van 1 januari 2005 (art. 10).
Wetshistoriek
§ 1, leden 1 en 2 gewijzigd bij art. 6, 1° en 2° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26) en bij art. 5, 1° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 1, lid 3 ingevoegd bij art. 5, 2° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 2 vervangen bij art. 6, 3° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
§ 2, lid 1, 3° gewijzigd bij art. 5, 3° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 2, lid 2 ingevoegd bij art. 5, 4° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 3 vervangen bij art. 6, 3° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
§ 3/1 ingevoegd bij art. 5, 5° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§ 4 ingevoegd bij art. 6, 4° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
§ 5 ingevoegd bij art. 6, 4° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
§ 5, lid 1:
1° gewijzigd bij art. 5, 6° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9);
4° gewijzigd bij art. 5, 7° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9);
5° en 6° ingevoegd bij art. 5, 8° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§§ 6 en 7 ingevoegd bij art. 6, 4° Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
§ 7, lid 4 ingevoegd bij art. 5, 9° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
§§ 8 en 9 ingevoegd bij art. 5, 10° Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024), met ingang van 1 mei 2024 (art. 9).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepalingen:
art. 24 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022);
art. 7 en 8 Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024).

Artikel 1649sexies
Wanneer de verkoper jegens de consument aansprakelijk is uit hoofde van een conformiteitsgebrek, met inbegrip van het nalaten om updates te verstrekken voor goederen met digitale elementen overeenkomstig artikel 1649ter, § 5, dat toe te schrijven is aan een persoon in een eerdere schakel van de overeenkomstenketen die tot de verkoop geleid heeft, kan hij tegen deze persoon verhaal doen op grond van zijn contractuele aansprakelijkheid met betrekking tot het consumptiegoed zonder dat een contractueel beding dat tot gevolg heeft die aansprakelijkheid te beperken of op te heffen, hem mag tegengeworpen worden.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met ingang van 1 januari 2005 (art. 10).
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 7 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepalingen:
art. 24 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022);
art. 7 Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024).

Artikel 1649septies

§ 1

Een commerciėle garantie is bindend voor de garant onder de voorwaarden in het commerciėle garantiebewijs en in de daarmee samenhangende reclame die beschikbaar was ten tijde van of vóór de sluiting van de overeenkomst. Wanneer een producent de consument een commerciėle garantie van duurzaamheid voor een bepaald consumptiegoed gedurende een bepaalde periode biedt, is de producent rechtstreeks aansprakelijk jegens de consument tijdens de volledige duur van de commerciėle garantie van duurzaamheid, voor herstelling of vervanging van het consumptiegoed overeenkomstig artikel 1649quinquies, § 3, onder de in onderhavig artikel gestelde voorwaarden. Het staat de producent vrij de consument in het commerciėle duurzaamheidsgarantiebewijs gunstiger voorwaarden aan te bieden.
Indien de voorwaarden in het commerciėle garantiebewijs voor de consument minder gunstig zijn dan de voorwaarden in de desbetreffende reclame, is de commerciėle garantie bindend onder de voorwaarden die staan in de reclame betreffende de commerciėle garantie, tenzij die reclame voor de sluiting van de overeenkomst werd gecorrigeerd op dezelfde of vergelijkbare wijze waarop de reclame eerder was gemaakt.

§ 2

Het commerciėle garantiebewijs wordt aan de consument verstrekt op een duurzame gegevensdrager, uiterlijk op het tijdstip van de levering van het consumptiegoed. Het commerciėle garantiebewijs wordt in duidelijke en begrijpelijke taal opgesteld en in een taal die de consument begrijpt. Het garantiebewijs bevat:
een duidelijke verklaring dat de consument bij wet recht heeft op kosteloze remedies van de verkoper in geval van een conformiteitsgebrek van het consumptiegoed en dat die remedies niet worden aangetast door de commerciėle garantie;
de naam en het adres van de garant;
de procedure die de consument moet volgen om de uitvoering van de commerciėle garantie te verkrijgen;
de aanduiding van het onder de commerciėle garantie vallende consumptiegoed, en
de commerciėle garantievoorwaarden.

§ 3

Niet-naleving van paragraaf 2 heeft geen invloed op de bindende aard van de commerciėle garantie voor de garant.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met ingang van 1 januari 2005 (art. 10).
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 8 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepalingen:
art. 24 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022);
art. 7 Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024).
Voorgeschiedenis
§ 3 gewijzigd bij art. 2 Wet 20 september 2018 (BS 10 oktober 2018).

Artikel 1649octies
Zijn nietig, contractuele bedingen of afspraken overeengekomen vooraleer het [conformiteitsgebrek] aan de verkoper door de consument ter kennis is gebracht, en waardoor, [ten nadele van laatstgenoemde, de rechten die de consument uit deze afdeling put, worden uitgesloten, ervan wordt afgeweken of de gevolgen ervan worden gewijzigd. De verkoper en de consument kunnen evenwel contractuele bedingen overeenkomen die verder gaan dan de wettelijke bescherming].
Een beding dat de wet van een Staat die geen lid is van de Europese Unie op een overeenkomst beheerst door deze afdeling toepasselijk verklaart, is nietig wat betreft de in deze afdeling geregelde aangelegenheden, wanneer bij gebreke van dat beding de wet van een lidstaat van de Europese Unie toepasselijk zou zijn en die wet de consument in genoemde aangelegenheden een hogere bescherming verleent.]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met ingang van 1 januari 2005 (art. 10).
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 9 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepalingen:
art. 24 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022);
art. 7 Wet 21 februari 2024 (BS 20 maart 2024).

Artikel 1649nonies
De inbreuken op de bepalingen van deze afdeling en van de uitvoeringsbesluiten ervan worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig boek XV van het Wetboek van economisch recht.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 10 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022), met ingang van 1 juni 2022 (art. 26).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepaling: art. 24 Wet 20 maart 2022 (BS 31 maart 2022).