21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek
Afdeling I Recht van wederinkoop
Artikel 1659
Het recht van wederinkoop is een beding waarbij de verkoper zich voorbehoudt de verkochte zaak terug te nemen, tegen de teruggave van de oorspronkelijke prijs en de vergoeding waarvan sprake is in artikel 1673.
Artikel 1660
Het recht van wederinkoop mag voor niet langer dan vijf jaren worden bedongen.
Het wordt tot die tijd beperkt, indien het voor langer bedongen is.
Artikel 1661
De bepaalde tijd is van strenge toepassing, en kan door de rechter niet verlengd worden.
Artikel 1662
Heeft de verkoper zijn recht van wederinkoop niet uitgeoefend binnen de voorgeschreven tijd, dan blijft de koper onherroepelijk eigenaar.
Artikel 1663
De termijn loopt tegen een ieder, zelfs tegen minderjarigen, behoudens hun verhaal op wie het aangaat, zo daartoe grond bestaat.
Artikel 1664
De verkoper onder beding van wederinkoop kan zijn recht tegen een tweede koper uitoefenen, zelfs wanneer het recht van wederinkoop in het tweede contract niet is vermeld.
Artikel 1665
De koper onder beding van wederinkoop oefent alle rechten van zijn verkoper uit; de verjaring loopt te zijnen voordele zowel tegen de ware eigenaar als tegen hen die zouden beweren rechten of hypotheken op de verkochte zaak te hebben.
Artikel 1666
Hij kan tegen de schuldeisers van zijn verkoper het voorrecht van uitwinning doen gelden.
Artikel 1667
Hij die een onverdeeld aandeel in een erf heeft verkregen onder beding van wederinkoop, kan, indien het gehele erf hem is toegewezen bij een tegen hem gevorderde veiling, de verkoper verplichten het gehele erf over te nemen, wanneer deze van het beding wil gebruik maken.
Artikel 1668
Indien verscheidene personen gezamenlijk en bij een en hetzelfde contract een erf verkocht hebben dat hun gemeenschappelijk toebehoorde, kan ieder van hen het recht van wederinkoop slechts uitoefenen voor het aandeel dat hij daarin had.
Artikel 1669
Hetzelfde geldt, wanneer iemand die alleen een erf verkocht heeft, verscheidene erfgenamen heeft achtergelaten.
Ieder van die medeërfgenamen kan van het recht van wederinkoop slechts gebruik maken voor zijn aandeel in de nalatenschap.
Artikel 1670
Nochtans kan de koper, in het geval van de twee vorige artikelen, vorderen dat alle medeverkopers of alle medeërfgenamen worden opgeroepen, ten einde zich met elkaar te verstaan omtrent de wederinkoop van het gehele erf; en, indien zij het niet eens worden, wordt de eis tegen de koper afgewezen.
Artikel 1671
Indien een erf dat aan verscheidene personen toebehoorde, niet verkocht is door allen gezamenlijk en voor het geheel, maar door ieder slechts voor het aandeel dat hij daarin had, kan ieder van hen afzonderlijk het recht van wederinkoop uitoefenen, voor het aandeel dat hem toebehoorde.
En de koper kan degene die het recht op die wijze uitoefent, niet verplichten het gehele erf over te nemen.
Artikel 1672
Indien de koper verscheidene erfgenamen heeft achtergelaten, kan het recht van wederinkoop tegen ieder van hen slechts worden uitgeoefend voor zijn aandeel, ingeval er nog onverdeeldheid is, alsook ingeval de verkochte zaak onder hen verdeeld is.
Indien echter de nalatenschap verdeeld is en de verkochte zaak aan een van de erfgenamen is toebedeeld, kan de vordering tot wederinkoop tegen deze voor het geheel worden ingesteld.
Artikel 1673
De verkoper die van het beding van wederinkoop gebruik maakt, moet niet alleen de koopprijs vergoeden, maar ook de wettig gemaakte kosten van de koop, de noodzakelijke herstellingen, alsmede de herstellingen die de waarde van het erf vermeerderd hebben, ten belope van die vermeerdering. Hij kan eerst in bezit treden nadat hij aan al die verplichtingen voldaan heeft.
Wanneer de verkoper, ten gevolge van het beding van wederinkoop, zijn erf terugbekomt, neemt hij dit terug, vrij van alle lasten en hypotheken waarmee de koper het mocht hebben bezwaard; de verhuringen die de koper zonder bedrog heeft aangegaan, moet hij gestand doen.