Meer info
     

03/11/1967 Wet zeevaartuigen
Wet van 3 november 1967 betreffende het loodsen van zeevaartuigen

Artikel 3bis

§ 1

De organisator van een loodsdienst kan rechtstreeks noch onrechtstreeks aansprakelijk gesteld worden voor schade die een beloodst schip zou lijden of veroorzaken, wanneer die schade te wijten is aan een fout van de organisator zelf of van een lid van zijn personeel dat handelt in de uitoefening van zijn functie, ongeacht of die fout in een handeling dan wel in een verzuim bestaat.
De organisator van een loodsdienst kan evenmin rechtstreeks of onrechtstreeks aansprakelijk worden gesteld voor schade die te wijten is aan een defect aan of een gebrek in de apparaten die dienen om inlichtingen of instructies aan zeeschepen te geven en die toebehoren aan of gebruikt worden door de loodsdienst.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
organisator: de openbare overheid en het havenbeheer die de loodsdienst inrichten of in concessie geven en de concessiehouder van die dienst;
loodsdienst:
a)
de dienst die een loods ter beschikking stelt van de kapitein van een zeevaartuig, om hem als raadgever bij te staan;
b)
iedere dienst die, inzonderheid door middel van radarwaarnemingen of peilingen van de voor zeevaartuigen toegankelijke wateren, inlichtingen of instructies aan een zeevaartuig geeft, ook al bevindt er zich geen loods aan boord;
beloodst schip: een zeevaartuig dat beroep doet op de loodsdienst zoals gedefinieerd in 2°, a en/of b hierboven.
Het schip is aansprakelijk voor de schade bedoeld in het eerste lid.
Het personeelslid door wiens handeling of verzuim de in het eerste lid bedoelde schade is veroorzaakt, is niet aansprakelijk, tenzij er zijnerzijds opzet of grove schuld aanwezig is.
Het personeelslid is tot het vergoeden van de door zijn grove schuld veroorzaakte schade slechts gehouden tot een bedrag van vijfhonderdduizend frank per schadeverwekkende gebeurtenis. De Koning kan dit bedrag aanpassen, rekening houdend met de economische toestand.

§ 2

De vorige paragraaf treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. [...].]
Wetshistoriek
Art. ingevoegd bij enig art. W. 30 augustus 1986 (B.S., 17 september 1988), met ingang van 17 september 1958.
§ 2 gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2002 (B.S., 1 oktober 2002 (eerste uitg.)), met ingang van 1 oktober 2002 (art. 3).