§ 1 [
De VREG kent groenestroomcertificaten toe op basis van de berekening, gemaakt door het [VEKA], overeenkomstig de artikelen 6.1.7 tot en met 6.1.13. De toegekende groenestroomcertificaten worden geregistreerd in een centrale databank. Die registratie waarborgt de echtheid van de groenestroomcertificaten.
]
§ 2
Voor elk groenestroomcertificaat worden minstens de volgende gegevens geregistreerd:
- 1°
- de gegevens van de eigenaar van het groenestroomcertificaat;
- 2°
- het registratienummer van het groenestroomcertificaat;
- 3°
- de gegevens van de productie-installatie, [waaronder de identiteit, de locatie, het type productie-installatie, het nominaal vermogen, de datum van indienstname, of en in welke mate de productie-installatie investeringssteun heeft gekregen, of en in welke mate de energiehoeveelheid op enige andere manier steun heeft gekregen uit een nationale steunregeling, en het type steunregeling];
- 4°
- het productiejaar en de maand van productie;
- 5°
- de gebruikte hernieuwbare energiebron, waarbij voor biomassa de aard van de biologisch afbreekbare fractie wordt omschreven;
- 6°
- de vermelding of het groenestroomcertificaat aanvaardbaar of niet aanvaardbaar is voor het voldoen aan de certificatenverplichting, vermeld in artikel 6.1.16;
- 7°
- [als het groenestroomcertificaat aanvaardbaar is, de vermelding of het groenestroomcertificaat al of niet nog kan worden ingeleverd in het kader van de certificatenverplichting;]
- 8°
- [...];
- [9°
- de datum en het land van aanmaak van het groenestroomcertificaat.]
[De registratie van de gegevens, bedoeld in 1°, 3°, 4°, 5° en 6° van het vorig lid, bij de creatie van het groenestroomcertificaat gebeurt op basis van de beoordeling en rapportering aan de VREG van deze gegevens door het [VEKA] en de beheerder van het net waarop de installatie is aangesloten.]
§ 3 [
De vermelding die gebruikt wordt in het geval, vermeld in paragraaf 2, 6°, is:
- 1°
- “aanvaardbaar”: als het groenestroomcertificaat aanvaardbaar is voor de certificatenverplichting, overeenkomstig artikel 7.1.5, § 4 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en voldoet aan de voorwaarden van artikel 6.1.16;
- 2°
- “niet aanvaardbaar”: als het groenestroomcertificaat niet aanvaardbaar is voor de certificatenverplichting, overeenkomstig artikel 7.1.5, § 4 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 of niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 6.1.16.
]
§ 4
De vermelding die gebruikt wordt in het geval, vermeld in paragraaf 2, 7°, is:
- 1°
- “ingeleverd”: als het groenestroomcertificaat al werd voorgelegd om te voldoen aan de certificatenverplichting, overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 6.1.15;
- 2°
- “nog niet ingeleverd”: als het groenestroomcertificaat nog niet voorgelegd werd om te voldoen aan de certificatenverplichting, overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 6.1.15 3° “niet van toepassing”: als de vermelding “niet aanvaardbaar” is, als vermeld in paragraaf 2, 6°,
§ 5 [
In afwijking van paragraaf 3 en 4 krijgen de groenestroomcertificaten die door de elektriciteitsdistributienetbeheerder conform artikel 6.4.14/2, § 2, vijfde lid, worden ingediend bij de VREG, of groenestroomcertificaten die door het Vlaamse Gewest ter uitvoering van een overheidsopdracht zijn gefinancieerd en ingediend bij de VREG, de vermelding “niet aanvaardbaar” en “niet van toepassing
]
§ 6
[...]
§ 7
[...]
§ 8
De eigenaar van een groenestroomcertificaat heeft leesrecht in de centrale databank voor de gegevens van de groenestroomcertificaten waarvan hij eigenaar is.
[De eigenaar van een groenestroomcertificaat kan een groenestroomcertificaat met de vermelding, bedoeld in paragraaf 2, 7° “nog niet ingeleverd”, in de centrale databank overdragen aan een andere eigenaar of inleveren om te voldoen aan de certificatenverplichting, overeenkomstig de procedure vermeld in artikel 6.1.15. De VREG kan nadere regels bepalen op welke manier een overdracht of inlevering van een groenestroomcertificaat verloopt.
Een groenestroomcertificaat kan niet aangewend worden als garantie van oorsprong.]
§ 9 [
Als een groenestroomcertificaat bij de afloop van de termijn, vermeld in artikel 7.1.5., § 3, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, de vermelding, bedoeld in paragraaf 2, 7° “nog niet ingeleverd” heeft, wordt deze vermelding gewijzigd in “vervallen”.
]
[§ 10
In de centrale databank wordt per installatie de van toepassing zijnde minimumsteun en de looptijd van het recht op minimumsteun, evenals het beginpunt van deze looptijd, vermeld.
Voor wat betreft de installaties die elektriciteit opwekken uit zonne-energie, wordt de hoogte en de looptijd van het recht op minimumsteun, vermeld in artikel 7.1.6., § 1, vierde tot en met achtste lid, van het Energiedecreet, bepaald op basis van de datum van het volledige AREI-keuringsverslag, behoudens in de gevallen waarin een andersluidende regeling geldt.
Voor wat betreft installaties die elektriciteit opwekken uit zonne-energie start de looptijd van het recht op minimumsteun, zoals vermeld in artikel 7.1.6., § 1, achtste lid, van het Energiedecreet, op de datum van het volledige verslag van het gelijkvormigheidsonderzoek of de controle van de technische installaties, vermeld in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties, behoudens voor wat betreft de installaties die elektriciteit produceren uit zonne-energie, met een maximaal vermogen van de omvormers groter dan 10 kW, waarbij de looptijd start op de datum van de plaatsing van de productiemeter door de netbeheerder.
]
§ 1 vervangen bij art. 21, 1° B.Vl.Reg. 9 mei 2014 (BS 3 juni 2014), met ingang van 1 april 2014 (art. 55) en gewijzigd bij art. 47 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).
§ 2, lid 2 ingevoegd bij art. 21, 2° B.Vl.Reg. 9 mei 2014 (BS 3 juni 2014), met ingang van 1 april 2014 (art. 55) en gewijzigd bij art. 47 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).
§ 3 vervangen bij art. 8, 3° B.Vl.Reg. 21 december 2012 (BS 31 december 2012 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2013 (art. 37).
§ 5 opgeheven bij art. 8, 4° B.Vl.Reg. 21 december 2012 (BS 31 december 2012 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2013 (art. 37) en opnieuw opgenomen bij art. 1 B.Vl.Reg. 21 oktober 2016 (BS 15 december 2016).
§§ 6 en 7 opgeheven bij art. 8, 4° B.Vl.Reg. 21 december 2012 (BS 31 december 2012 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2013 (art. 37).
§ 8 gewijzigd bij art. 8, 5° B.Vl.Reg. 21 december 2012 (BS 31 december 2012 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2013 (art. 37).
§ 9 vervangen bij art. 8, 6° B.Vl.Reg. 21 december 2012 (BS 31 december 2012 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2013 (art. 37).
§ 10 ingevoegd bij art. 8, 7° B.Vl.Reg. 21 december 2012 (BS 31 december 2012 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2013 (art. 37) en voor het eerst toegepast op de aanvragen tot toekenning van groenestroomcertificaten, die overeenkomstig artikel 3, 3° ingediend worden bij de beheerder van het net waarop de installatie is aangesloten.