Meer info
     

19/11/2010 Energiebesluit
Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid

Artikel 9.1.1

Dit hoofdstuk van toepassing op gebouwen waarvoor energie verbruikt wordt om [...] een specifieke binnentemperatuur te bereiken, en waarvoor een aanvraag tot het verkrijgen van een [omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen] wordt ingediend. Dit hoofdstuk is ook van toepassing op de gebouwen waarvoor de verplichting tot het verkrijgen van een [omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen] vervangen werd door de melding.
[Indien gedurende of voor de start van de werken een wijziging van een bestaande [omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen] wordt gevraagd en het voorwerp van deze aanvraag betreft een uitbreiding van het gebouw met [een of meer EPB-eenheden], dan zijn op die [een of meer EPB-eenheden] de EPB-eisen van toepassing die gelden op het moment van de aanvraag tot het verkrijgen van de wijzigende [omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen]. Indien echter voor het hele gebouw, inclusief de aangevraagde wijzigingen, een volledig nieuwe [omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen] wordt verleend, dan zijn de EPB-eisen die gelden op het moment van deze laatste aanvraag van toepassing.
In afwijking van het tweede lid gelden de EPB-eisen die van toepassing waren op het moment van de oorspronkelijke aanvraag tot het verkrijgen van een [omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen] indien de aangevraagde wijziging van de bestaande [omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen] geen uitbreiding van het gebouw met [een of meer EPB-eenheden] bevat.
In afwijking van het eerste lid, het tweede en het derde lid, worden gebouwen waarvoor de aanvraag tot het verkrijgen van een [omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen] een regularisatie van een bouwmisdrijf betreft, onderworpen aan de EPB-eisen die van toepassing waren op het moment dat de werken, die het voorwerp uitmaken van de aanvraag, gestart werden.]
[Elk gebouw dat geen industrieel gebouw en geen niet voor bewoning bestemd gebouw in een landbouwbedrijf is, en waarin mensen wonen, werken, logeren, sporten, verzorgd worden, inkopen doen, hun vrije tijd doorbrengen, enzovoort wordt altijd beschouwd als geklimatiseerd.
Als bij de melding of bij de aanvraag van de [omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen], nog niet bekend is of het gebouw na ingebruikname zal worden geklimatiseerd, wordt het gebouw beschouwd als een geklimatiseerd gebouw.]
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 B.Vl.Reg. 20 mei 2011 (BS 29 augustus 2011), bij art. 2, 1° en 2° B.Vl.Reg. 29 november 2013 (BS 28 januari 2014), met ingang van 1 januari 2014 (art. 29), bij art. 4 B.Vl.Reg. 18 december 2015 (BS 28 december 2015 (ed. 1)) en bij art. 704 B.Vl.Reg. 27 november 2015 (BS 23 februari 2016 (ed. 1)), met ingang van 23 februari 2017 (art. 798).