Meer info
     

28/11/2003 Besluit toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen
Besluit van de Vlaamse regering van 28 november 2003 [tot vaststelling van de lijst van toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen]

(B.S., 10 februari 2004 (tweede uitg.))
Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 145bis, § 2, ingevoegd bij het decreet van 13 juli 2001;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 5 mei 2003;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 23 mei 2003, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies nr. 35.544/1 van de Raad van State, gegeven op 18 september 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
(...)

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:
[...]
gebouwengroep: minstens drie gebouwen of gebouwencomplexen, al dan niet aan dezelfde kant van de straat gelegen, die samen geen functioneel, maar wel een ruimtelijk aaneengesloten geheel vormen;
[...]
ruimere omgeving: omgeving die ruimtelijk aansluit bij het gebouw of gebouwencomplex, steeds beperkt tot een maximum van 200 meter;
industriegebied in de ruime zin: alle gebieden, bestemd voor industrie en [bedrijvigheid], ook indien dit onderworpen is aan bijzondere voorwaarden;
agrarisch gebied in de ruime zin: alle gebieden, bestemd voor [land- en tuinbouw] in de ruime zin, ook indien dit onderworpen is aan bijzondere voorwaarden [...].
Wetshistoriek
Enig lid:
1° opgeheven bij art. 2, 1° B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9);
3° opgeheven bij art. 2, 2° B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9);
5° gewijzigd bij art. 2, 1° B.Vl.Reg. 17 juli 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)), van toepassing op functiewijzigingen die worden doorgevoerd vanaf 29 november 2015 (art. 9);
6° gewijzigd bij art. 2, 3° B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9) en bij art. 2, 2° B.Vl.Reg. 17 juli 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)), van toepassing op functiewijzigingen die worden doorgevoerd vanaf 29 november 2015 (art. 9).

Artikel 2

[§ 1

De functiewijzigingen, vermeld in dit besluit, kunnen enkel worden toegestaan als voldaan is aan de generieke voorwaarden, vermeld in artikel 4.4.23, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

§ 2

De functiewijzigingen, vermeld in artikel 4 tot en met 9, kunnen enkel worden toegestaan als het gebouw of het gebouwencomplex gelegen is aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat. Het begrip “voldoende uitgeruste weg” wordt gelezen in de zin die artikel 4.3.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening daaraan geeft.
De voorwaarde, vermeld in het eerste lid, heeft geen betrekking op de private toegangsweg tot [het commerciële, bedrijfs- of industriële gebouw of gebouwencomplex] of tot de woning voor zover deze private toegangsweg aansluit op een voldoende uitgeruste weg.

§ 3

De functiewijzigingen, [vermeld in artikel 4 tot en met 10 en artikel 11/1 en 11/2,] kunnen enkel worden toegestaan als het gebouw of gebouwencomplex bouwfysisch geschikt is voor de nieuwe functie.
Een gebouw of gebouwencomplex is bouwfysisch geschikt voor een nieuwe functie als aan het gebouw of gebouwencomplex uit financieel of bouwtechnisch oogpunt geen ingrijpende werken uitgevoerd hoeven te worden voor de nieuwe functie. Daarmee wordt bedoeld dat de functie gerealiseerd kan worden als de bestaande structuur van het gebouw grotendeels wordt benut en gevaloriseerd, waarbij het gebouw aangepast kan worden aan hedendaagse comfort-, energie- of milieueisen.]
Wetshistoriek
Art. vervangen bij art. 3 B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9).
§ 2, lid 2 gewijzigd bij art. 3 B.Vl.Reg. 17 juli 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)), van toepassing op functiewijzigingen die worden doorgevoerd vanaf 29 november 2015 (art. 9).
§ 3, lid 1 gewijzigd bij art. 2 B.Vl.Reg. 30 oktober 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)).
Voorgeschiedenis
§ 3 gewijzigd bij art. 1 B.Vl.Reg. 7 mei 2010 (BS 2 juni 2010 (ed. 2)).
§ 4 vervangen bij art. 1 B. Vl. Reg. 29 juni 2007 (B.S., 23 juli 2007 (eerste uitg.)).

Artikel 3

Met toepassing van [artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening], kan een vergunning worden verleend voor het gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een woning, [met inbegrip van de overige onderdelen van het gebouwencomplex], in een complementaire functie [meer bepaald kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen, voor zover] aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
de complementaire functie beslaat een totale maximale vloeroppervlakte van 100 vierkante meter;
de woonfunctie beslaat een grotere oppervlakte dan de complementaire functie.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 4, 1° en 2° B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9) en bij art. 4 B.Vl.Reg. 17 juli 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)), van toepassing op functiewijzigingen die worden doorgevoerd vanaf 29 november 2015 (art. 9).

Artikel 4

Met toepassing van [artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening], kan een vergunning worden verleend voor het gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een woning, met inbegrip van de woningbijgebouwen, in een complementaire functie, voorzover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
[de complementaire functie heeft betrekking op het gebruik als een toeristisch logies als het maximaal acht tijdelijke verblijfsgelegenheden betreft, met uitsluiting van elke vorm van restaurant of café;]
de aanvraag wordt voor voorafgaand advies voorgelegd aan Toerisme Vlaanderen.
Wetshistoriek
Enig lid:
inleidende bepaling gewijzigd bij art. 5 B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9);
1° vervangen bij art. 2 B. Vl. Reg. 29 juni 2007 (B.S., 23 juli 2007 (eerste uitg.)).

Artikel 5

Met toepassing van [artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening], kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, niet gebruikt of bedoeld voor [de land- en tuinbouw in de ruime zin], in maximaal één eengezinswoning per gebouwencomplex, voorzover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
het gebouw of gebouwencomplex maakt deel uit van een gebouwengroep;
in de ruimere omgeving van het gebouw of het gebouwencomplex komen nog gebouwen voor met de vergunde functie wonen.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 5 B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9) en bij art. 5 B.Vl.Reg. 17 juli 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)), van toepassing op functiewijzigingen die worden doorgevoerd vanaf 29 november 2015 (art. 9).

Artikel 6

[Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, voor zover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
het gebouw of gebouwencomplex is gelegen in een industriegebied in de ruime zin;
in de ruimere omgeving van het gebouw of gebouwencomplex komen nog gebouwen voor met de vergunde functie “[kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen]”;
indien op het industriegebied in kwestie meer dan drie bedrijven gevestigd zijn, dan hebben minstens 50 % van de bedrijven van dat industriegebied reeds een vergunde hoofdfunctie “[kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen]”;
de nieuwe functie behoort tot de functiecategorie “[kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen]”.]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 1 B.Vl.Reg. 15 juli 2011 (BS 16 augustus 2011) en gewijzigd bij art. 6 B.Vl.Reg. 17 juli 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)), van toepassing op functiewijzigingen die worden doorgevoerd vanaf 29 november 2015 (art. 9).
Voorgeschiedenis
Gewijzigd bij art. 5 B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9).

Artikel 7

Met toepassing van [artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening] kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, voorzover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
het gebouw of gebouwencomplex is gelegen in een industriegebied in de ruime zin;
de nieuwe functie heeft betrekking op een inrichting voor luidruchtige binnenrecreatie, zoals een karting, een fuifzaal of een schietstand.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 5 B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9).

Artikel 8

Met toepassing van [artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening] kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex van de [hoofdfunctie land- en tuinbouw in de ruime zin], voorzover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
het gebouw of gebouwencomplex is gelegen in een agrarisch gebied in de ruime zin;
het gebouw of gebouwencomplex maakt deel uit van een gebouwengroep;
de nieuwe functie heeft louter betrekking op de opslag van allerhande materialen of materieel.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 5 B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9) en bij art. 7 B.Vl.Reg. 17 juli 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)), van toepassing op functiewijzigingen die worden doorgevoerd vanaf 29 november 2015 (art. 9).

Artikel 9

Met toepassing van [artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening] kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex van de [hoofdfunctie land- en tuinbouw in de ruime zin], voorzover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
het gebouw of gebouwencomplex is gelegen in een agrarisch gebied in de ruime zin;
de nieuwe functie heeft betrekking op [volgende activiteiten of combinaties daarvan:] een paardenhouderij, een mančge, een dierenasiel, een dierenpension, een dierenartsenpraktijk, [jeugdlogies], een tuinaanlegbedrijf, een kinderboerderij[, een centrum voor dierentherapie (animal assisted therapy)] of een instelling waar [personen] al dan niet tijdelijk verblijven en [bij wijze van therapie, onderwijs, opleiding of voorbereiding op de reguliere arbeidsmarkt onder meer] [land- en tuinbouwactiviteiten of aan de land- en tuinbouw verwante activiteiten uitoefenen][, telkens met inbegrip van de gedeelten van het gebouw of gebouwencomplex die worden aangewend voor ondergeschikte functies [...] die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de hoofdfunctie].
[Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, geldt dat de volledige vloeroppervlakte die door eventuele ondergeschikte functies (zowel binnen het hoofdgebouw als binnen de bijgebouwen) in beslag genomen wordt, ten hoogste gelijk is aan 100 vierkante meter.]
Wetshistoriek
Lid 1:
inleidende bepaling gewijzigd bij art. 6, 1° B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9) en bij art. 8, 1° B.Vl.Reg. 17 juli 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)), van toepassing op functiewijzigingen die worden doorgevoerd vanaf 29 november 2015 (art. 9);
2° gewijzigd bij art. 3 B. Vl. Reg. 29 juni 2007 (B.S., 23 juli 2007 (eerste uitg.)), bij art. 6, 2° tot 5° B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9) en bij art. 8, 2° B.Vl.Reg. 17 juli 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)), van toepassing op functiewijzigingen die worden doorgevoerd vanaf 29 november 2015 (art. 9).
Lid 2 ingevoegd bij art. 6, 6° B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9).

Artikel 10

Met toepassing van [artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening] kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, voorzover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
het gebouw of gebouwencomplex is opgenomen in de [vastgestelde] inventaris van het bouwkundige erfgoed, [...][, vermeld in artikel [4.1.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013]];
de voortzetting van de vroegere functie blijkt niet haalbaar of garandeert de duurzame leefbaarheid van het gebouw of het gebouwencomplex niet;
de nieuwe functie laat de erfgoedwaarde ongeschonden of verhoogt ze;
[...]
Wetshistoriek
Enig lid:
inleidende bepaling gewijzigd bij art. 7, 1° B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9);
1° gewijzigd bij art. 145, 1° B. Vl. Reg. 23 juni 2006 (B.S., 22 augustus 2006), met ingang van 1 juli 2006 (art. 193), bij art. 7, 2° B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9), bij art. 13.1.29 B.Vl.Reg. 16 mei 2014 (BS 27 oktober 2014), met ingang van 1 januari 2015 (art. 13.4.3) en bij art. 30, 1° B.Vl.Reg. 16 december 2016 (BS 23 december 2016), met ingang van 1 januari 2017 (art. 40);
4° opgeheven bij art. 30, 2° B.Vl.Reg. 16 december 2016 (BS 23 december 2016), met ingang van 1 januari 2017 (art. 40).
Voorgeschiedenis
Enig lid:
4° gewijzigd bij art. 145, 2° B. Vl. Reg. 23 juni 2006 (B.S., 22 augustus 2006), met ingang van 1 juli 2006 (art. 193), bij art. 37 B.Vl.Reg. 4 december 2009 (BS 11 januari 2010), met ingang van 1 januari 2010 (art. 54), bij art. 37 B.Vl.Reg. 10 juni 2011 (BS 2 augustus 2011), met ingang van 1 juli 2011 (art. 64) en bij art. 59 B.Vl.Reg. 24 februari 2017 (BS 28 maart 2017), met ingang van 1 april 2017 (art. 262), nooit in werking getreden.

Artikel 11

[Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een eventueel leegstaand landbouwbedrijf, met als nieuw gebruik uitsluitend wonen, op voorwaarde dat al de volgende voorschriften nageleefd worden:
de bedrijfswoning en de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij de bedrijfswoning, krijgen als nieuw gebruik wonen, met uitsluiting van meergezinswoningen maar met inbegrip van tijdelijke verblijfsgelegenheden op voorwaarde dat landbouw als nevenbestemming nog aanwezig blijft;
de bedrijfsgebouwen van het landbouwbedrijf mogen niet afgesplitst worden van de bedrijfswoning en kunnen alleen een nieuw gebruik krijgen als woningbijgebouwen, of als accommodatie voor tijdelijke verblijfsgelegenheden op voorwaarde dat landbouw als nevenbestemming nog aanwezig blijft.]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 8 B.Vl.Reg. 29 mei 2009 (BS 24 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 9).

Artikel 11/1

Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, voor zover aan al de volgende voorwaarden voldaan is:
het gebouw of gebouwencomplex ligt in een stedelijk gebied, zoals afgebakend in een gewestelijk of provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan;
het college van burgemeester en schepenen heeft conform artikel 2.2.13, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening beslist om een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken voor het gebied waarin het gebouw of gebouwencomplex ligt;
het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, vermeld in punt 2°, heeft de omschakeling van oud industrieel of ambachtelijk weefsel naar een gebied met verweving van functies tot doel;
de gemeenteraad heeft principieel ingestemd met de volgende twee elementen:
a)
de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan, vermeld in punt 2°;
b)
de begrenzing van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan die het college van burgemeester en schepenen voorstelt;
maximaal een vierde van de vloeroppervlakte van het gebouw of gebouwencomplex krijgt de functie detailhandel;
minimaal twee vierde van de vloeroppervlakte van het gebouw of gebouwencomplex krijgt de functie industrie en bedrijvigheid, dagrecreatie, met inbegrip van sport of gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;
de vergunning wordt verleend voor een periode van maximaal drie jaar. Er kan eenmaal een nieuwe vergunning voor een bijkomende periode van maximaal drie jaar worden verleend, op voorwaarde dat er een plenaire vergadering is gehouden over het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, vermeld in punt 2°.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 B.Vl.Reg. 30 oktober 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)).

Artikel 11/2

Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, voor zover de nieuwe functie betrekking heeft op de opvang van asielzoekers, daklozen of burgers wiens woning onbewoonbaar is.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 3 B.Vl.Reg. 30 oktober 2015 (BS 19 november 2015 (ed. 2)).

Artikel 12

De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Bijlage

[...]
Wetshistoriek
Opgeheven bij art. 4 B. Vl. Reg. 29 juni 2007 (B.S., 23 juli 2007 (eerste uitg.)).