Meer info
     

04/02/1997 Besluit bijdragen promotie landbouw
Besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de Vlaamse producten van de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij

Bijlage 1 Verplichte bijdragen in het promotiefonds ?Akkerbouwproducten?

[1

Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder:
“zaaizaden en pootgoed”:
landbouwzaden: dit wil onder meer zeggen: zaaigranen, hybridemaïszaad, zaden van erwten, bonen en vitsen, grassen, klavers, voedergewassen, voederbieten, suikerbieten, oliehoudende en eiwithoudende gewassen;
aardappelpootgoed;
zaailijnzaad;
tuinbouwzaden.
“frituur”: elke exploitatie in binnen- of buiteninrichting met of zonder verbruik ter plaatse, waar aan het cliënteel gerechten en voedingswaren verstrekt worden, die gebruikelijk worden verstrekt of verkocht in de frituursector, al dan niet geserveerd met brood of drank, en die uitsluitend opgediend worden in een voor eenmalig gebruik bestemde houder of verpakking van papier, karton of kunststof, eventueel vergezeld van bestek dat eveneens dient voor eenmalig gebruik;
[“aardappelproducent”: de onderneming die in de verzamelaanvraag het perceel in gebruik heeft met het oog op consumptieaardappelteelt op 31 mei van het aangiftejaar;]
[“eenheidsbedrag”: het bedrag dat de bijdrage vastlegt per eenheid.]

2

De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds “Akkerbouwproducten” worden als volgt vastgesteld voor zaaizaden en pootgoed:
[Alle [verantwoordelijken productie en handel] betalen een verplichte bijdrage van [20 euro] per op het land goedgekeurde hectare aardappelpootgoed, vermeerderd in Vlaanderen;]
Alle in Vlaanderen gevestigde [verantwoordelijken voor rassen] van zaaizaden en (of) pootgoed betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 620 euro;
Alle in Vlaanderen [gevestigde of actieve leveranciers] van zaaizaden betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 620 euro.
[...]

3

[...]

4

De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds “Akkerbouwproducten” worden als volgt vastgesteld voor aardappelen:
Alle in Vlaanderen gevestigde aardappelproducenten betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage in functie van de teeltoppervlakte, die ze tijdens het voorafgaandelijk kalenderjaar aangewend hebben voor aardappelen:
van 1 tot en met 4 hectaren: 25 euro;
[van meer dan 4 hectare: 25 euro + 6 euro [per begonnen, bijkomende hectare]].
Alle in Vlaanderen gevestigde aardappelproducenten – [...] bereider – verpakkers die uitsluitend teeltareaal uit eigen productie commercialiseren, betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage in functie van de teeltoppervlakte, die ze tijdens het voorafgaandelijk kalenderjaar aangewend hebben voor aardappelen:
van 1 tot en met 4 hectaren: 25 euro;
[van meer dan 4 hectare tot en met 12 hectare: 124 euro + 6 euro [per begonnen, bijkomende hectare] met een maximum van 174 euro];
[van meer dan 12 hectare: 310 euro + 6 euro [per begonnen, bijkomende hectare]].
Alle in Vlaanderen gevestigde schilbedrijven, groothandelaars, makelaars, commissionairs en [...] handelaars-bereidersverpakkers betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage in functie van het aantal ton aardappelen die ze tijdens het voorafgaandelijk kalenderjaar verhandelden:
minder dan 25.000 ton per jaar: 310 euro;
vanaf 25.000 ton per jaar: 620 euro.
De verplichte bijdragen sub 1° en 3° zijn cumulatief.
[Alle in Vlaanderen gevestigde frituren betalen met ingang van het referentiejaar 2003 een jaarlijkse verplichte bijdrage van 50 euro.]]

[5

[...]]

[6

Elk jaar worden de bedragen, vermeld in punt 2 tot en met 5, geïndexeerd. Die indexatie gebeurt op basis van de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de hiernavolgende formule:
het nieuwe bedrag = 
basisbedrag × nieuw indexcijfer
aanvangsindexcijfer
a)
het basisbedrag is het bedrag dat geldig is voor jaar ×;
b)
het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de maand oktober van het jaar ×-1;
c)
het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand oktober van het jaar ×.
De bedragen worden afgerond op de euro, waarbij bedragen van 50 cent of hoger worden afgerond naar de hogere euro, beneden de 50 cent naar de lagere euro. [Voor de eenheidsbedragen wordt alleen het aan te rekenen bijdragebedrag afgerond.]
De aldus geïndexeerde bijdragen worden van kracht op 1 januari van het jaar ×+1.]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 3 B. Vl. Reg. 26 oktober 2001 (B.S., 29 december 2001 (derde uitg.)), met ingang van 1 november 2000 (art. 4).
Wetshistoriek
1., enig lid:
3° ingevoegd bij art. 1, 1° B.Vl.Reg. 17 november 2017 (BS 29 december 2017 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2018 (art. 7);
4° ingevoegd bij art. 1, 1° B.Vl.Reg. 17 november 2017 (BS 29 december 2017 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2018 (art. 7).
2., enig lid:
1° vervangen bij art. 2 B. Vl. Reg. 30 november 2007 (B.S., 18 december 2007), gewijzigd bij art. 1, 1° B.Vl.Reg. 1 juli 2016 (BS 16 augustus 2016) en bij art. 1, 2° B.Vl.Reg. 17 november 2017 (BS 29 december 2017 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2018 (art. 7);
2° gewijzigd bij art. 1, 2° B.Vl.Reg. 1 juli 2016 (BS 16 augustus 2016);
3° gewijzigd bij art. 1, 3° B.Vl.Reg. 1 juli 2016 (BS 16 augustus 2016);
4° opgeheven bij art. 1, 4° B.Vl.Reg. 1 juli 2016 (BS 16 augustus 2016).
3. opgeheven bij art. 1, 3° B.Vl.Reg. 17 november 2017 (BS 29 december 2017 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2018 (art. 7).
4., enig lid:
1° gewijzigd bij art. 1, 4° B.Vl.Reg. 17 november 2017 (BS 29 december 2017 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2018 (art. 7) en bij art. 2, 1° B.Vl.Reg. 28 januari 2022 (BS 17 maart 2022);
2° gewijzigd bij art. 1, 5° tot 7° B.Vl.Reg. 17 november 2017 (BS 29 december 2017 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2018 (art. 7) en bij art. 2, 2° B.Vl.Reg. 28 januari 2022 (BS 17 maart 2022);
3° gewijzigd bij art. 1, 8° B.Vl.Reg. 17 november 2017 (BS 29 december 2017 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2018 (art. 7);
5° vervangen bij art. 1 B. Vl. Reg. 6 februari 2004 (B.S., 3 maart 2004).
5. ingevoegd bij art. 1 B. Vl. Reg. 10 november 2006 (B.S., 11 december 2006) en opgeheven bij art. 1, 9° B.Vl.Reg. 17 november 2017 (BS 29 december 2017 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2018 (art. 7).
6. ingevoegd bij art. 3 B. Vl. Reg. 30 november 2007 (B.S., 18 december 2007).
6., lid 3 ingevoegd bij art. 1, 10° B.Vl.Reg. 17 november 2017 (BS 29 december 2017 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2018 (art. 7).
Voorgeschiedenis
1., 2° vervangen bij art. 2 B. Vl. Reg. 26 januari 2001 (B.S., 15 maart 2001 (eerste uitg.)), met ingang van 15 maart 2001 (art. 10).
2., 1° gewijzigd bij art. 3 B. Vl. Reg. 26 januari 2001 (B.S., 15 maart 2001 (eerste uitg.)), met ingang van 1 januari 2000 (art. 10) en bij art. 1 B.Vl.Reg. 30 januari 2009 (BS 23 november 2009).
4., 5° ingevoegd bij art. 4 B. Vl. Reg. 20 januari 2001 (B.S., 15 maart 2001 (eerste uitg.)), met ingang van 1 november 2000 (art. 10).
5. opgeheven bij art. 5 B. Vl. Reg. 26 januari 2001 (B.S., 15 maart 2001 (eerste uitg.)), met ingang van 15 maart 2001 (art. 10).