Als de OVAM van oordeel is dat er aanwijzingen zijn voor een ernstige bodemverontreiniging op een grond, kan ze de personen, vermeld in artikel 11 of 22, de verplichting opleggen om binnen een bepaalde termijn een oriënterend bodemonderzoek op de grond uit te voeren en het verslag ervan aan haar te bezorgen.
Alle belanghebbenden kunnen tegen de beslissing van de OVAM, vermeld in het eerste lid, beroep indienen bij de Vlaamse Regering conform artikel 153 tot en met 155.
Vervangen bij art. 32 Decr.Vl. 28 maart 2014 (BS 4 september 2014), met ingang van 1 januari 2015 (art. 100).
Vervangen bij art. 109 Decr.Vl. 12 december 2008 (BS 4 februari 2009).