Meer info
     

02/12/1946 Verdrag walvisvangst
Internationaal Verdrag van 2 december 1946 tot regeling van de walvisvangst

Reglement

1.
a)
Er moeten ten minste twee controleurs ter walvisvaart aanwezig zijn op elk fabrieksschip, ten einde het dagelijks toezicht gedurende 24 uur uit te oefenen. Deze controleurs worden door de Regering, onder wier rechtsbevoegdheid het fabrieksschip valt, benoemd en bezoldigd.
b)
Op elk landstation wordt voldoende controle gehouden. De op ieder landstation in dienst zijnde inspecteurs worden bezoldigd en benoemd door de Regering, onder wier rechtsbevoegdheid het betrokken landstation valt.
2.
Het is verboden Grijze Walvissen of Echte Walvissen te vangen of te doden, behalve wanneer het vlees en de producten van deze walvissen uitsluitend bestemd worden voor de plaatselijke consumptie van de inheemse bevolking.
3.
Het is verboden jonge walvissen, walvissen die gezoogd worden of vrouwelijke walvissen die vergezeld worden door jonge dieren of dieren, die gezoogd worden te vangen of te doden.
4.
Het is verboden een fabrieksschip of een daarbij behorende jager voor het vangen of verwerken van Baardwalvissen in een van de volgende gebieden te gebruiken:
a)
In de wateren gelegen ten Noorden van 66 N.B., behalve dat ten Oosten van 150 O.L. om de Oost gaande tot 140 W.L. het vangen en doden van Baardwalvissen door een fabrieksschip of een jager tussen 66 N.B. en 72 N.B. toegestaan wordt;
b)
In de Atlantische Oceaan en daarbij behorende wateren ten Noorden van 40 Z.B.;
c)
In de Stille Oceaan en de daarbij behorende wateren ten Oosten van 150 W.L. tussen 40 Z.B. en 35 N.B.;
d)
In de Stille Oceaan en de daarbij behorende wateren ten Westen van 150 W.L. tussen 40 Z.B. en 20 N.B.
e)
In de Indische Oceaan en daarbij behorende wateren ten Noorden van 40 Z.B.
5.
Het is verboden een fabrieksschip of een daarbij behorende jager te gebruiken voor het vangen of verwerken van Baardwalvissen in de wateren gelegen ten Zuiden van 40 Z.B., van 70 W.L. westwaarts gaande tot 160 W.L.
6.
Het is verboden een fabrieksschip of een daarbij behorende jager te gebruiken voor het vangen of verwerken van Bultruggen in alle wateren gelegen ten Zuiden van 40 Z.B.
7.
a)
Het is verboden een fabrieksschip of een daarbij behorende jager te gebruiken voor het vangen of verwerken van Baardwalvissen in alle wateren gelegen ten Zuiden van 40 Z.B., behalve gedurende de periode tussen 15 december en 1 april daaropvolgend, beide dagen inbegrepen.
b)
In afwijking van bovengenoemd verwerkingsverbod, gedurende een gesloten seizoen, mag het verwerken van walvissen, die gedurende een open seizoen gevangen zijn, na het einde van dit seizoen voltooid worden.
8)
a)
Het aantal Baardwalvissen, gedurende een open seizoen gevangen in alle wateren ten Zuiden van 40 Z.B. door jagers behorende bij fabrieksschepen die onder de rechtsbevoegdheid van de verdragsluitende Regeringen vallen, mag het aantal van 16.000 walviseenheden (“Blue Whale Units”) niet overschrijden.
b)
Ter uitvoering van lid 8 (a) wordt voor de berekening van het aantal Blue Whale Units aangenomen, dat een Blue Whale Unit (één Blauwe Vinvis) gelijk is aan:
(1)
twee Gewone Vinvissen, of
(2)
2 1/2 Bultruggen, of
(3)
6 Noordse Vinvissen.
c)
Er moeten gegevens worden verstrekt overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het Verdrag, binnen twee dagen na het einde van iedere kalenderweek, t.a.v. het aantal Blue Whale Units, dat in alle wateren gelegen ten Zuiden van 40 Z.B. gevangen is door alle jagers behorende bij fabrieksschepen, die onder de rechtsbevoegdheid van de betrokken verdragsluitende Regering vallen.
d)
Indien het waarschijnlijk zou blijken, dat de maximum hoeveelheid walvissen, genoemd in lid 8 (a) voor 1 april van enig jaar bereikt zal worden, dan stelt de Commissie of een door de Commissie aan te wijzen instantie op grand van de verstrekte gegevens, de datum vast, waarop de maximum hoeveelheid walvissen geacht zal worden bereikt te zijn en stelt zij iedere verdragsluitende Regering ten minste twee weken van tevoren van deze datum op de hoogte. Het vangen van Baardwalvissen door jagers, behorende bij fabrieksschepen, in alle wateren gelegen ten zuiden van 40 Z.B., na de op deze wijze vastgestelde datum, is onwettig.
e)
Van ieder fabrieksschip dat gebruikt zal worden om werkzaamheden te verrichten i.v.m. de walvisvangst in alle wateren ten Zuiden van 40 Z.B. moet mededeling worden gedaan, overeenkomstig de bepalingen vervat in Artikel 7 van het Verdrag.
9.
Het is verboden Blauwe Vinvissen, Gewone Vinvissen, Noordse Vinvissen, Bultruggen of Potvissen te vangen of te doden, die niet de volgende lengte bereikt hebben:
a)
Blauwe Vinvissen, 70 voet (21,30 m)
b)
Gewone Vinvissen, 55 voet (16,80 m)
c)
Noordse Vinvissen, 40 voet (12,20 m)
d)
Bultruggen, 35 voet (10,70 m)
e)
Potvissen, 35 voet (10,70 m)
Er mogen echter Blauwe Vinvissen van niet minder dan 65 voet (19,80 m), Gewone Vinvissen van niet minder dan 50 voet (15,20 m) en Noordse Vinvissen van niet minder dan 35 voet (10,70 m) lengte worden gevangen en aan de landstations afgeleverd, mits het vlees van zulke walvissen gebruikt wordt voor de plaatselijke consumptie als menselijk of dierlijk voedsel.
De walvissen moeten zo nauwkeurig mogelijk gemeten worden, wanneer ze aan dek of op het platform liggen, door middel van een stalen meetband waarvan het uiteinde bij het nulpunt voorzien is van een pen, die in het dek gestoken kan worden, precies ter hoogte van een der uiteinden van de walvis. Deze stalen meetband moet in een rechte lijn evenwijdig aan het lichaam van de walvis gestrekt worden en precies ter hoogte van het andere uiteinde worden afgelezen. Onder de uiteinden van de walvis worden hier verstaan: de punt van de bovenkaak en de inkeping in de staartvin. De lengte dient, na nauwkeurig te zijn afgelezen tot op de naastbijliggende gehele voet te worden afgerond, d.w.z. dat een walvis met een lengte tussen 75 voet 6 duim en 76 voet 6 duim moet worden opgetekend als een walvis van 76 voet lengte, en een walvis met een lengte tussen 76 voet 6 duim en 77 voet 6 duim moet worden opgetekend als een walvis van 77 voet lengte. Elke walvis waarvan de lengte precies op een halve voet uitkomt, moet worden opgetekend met een lengte naar boven afgerond, d.w.z. dat een walvis met een lengte van 76 voet 6 duim precies, opgetekend wordt als hebbende een lengte van 77 voet.
10.
Het is in alle gebieden of wateren verboden een landstation of daarbij horende jager langer dan zes maanden per twaalf maanden voor de vangst of bewerking van Baardwalvissen te gebruiken, met dien verstande, dat die toegestane periode van zes maanden niet onderbroken mag worden.
11.
Het is verboden een fabrieksschip, dat in de wateren ten Zuiden van 40 Z.B. gedurende een seizoen in bedrijf is geweest om Baardwalvissen te verwerken, binnen een jaar na het einde van dat seizoen voor hetzelfde doel elders te gebruiken.
12.
a)
Alle gevangen walvissen moeten worden afgeleverd aan het fabrieksschip of landstation en alle delen van deze walvissen moeten door uitkoken of door een andere methode worden verwerkt. Een uitzondering kan worden gemaakt voor de inwendige organen, de baarden en borstvinnen van alle walvissen, voor het vlees van Potvissen en voor de delen van walvissen, die bestemd zijn voor menselijke of dierlijke voeding.
b)
De volledige verwerking van kadavers van “Dauhval” en van als stootkussen gebruikte walvissen, wordt niet vereist in die gevallen, waarin het vlees of de beenderen van deze walvissen in slechte staat verkeren.
13.
Het vangen van walvissen, voor aflevering aan een fabrieksschip, wordt door de gezagvoerder of degene, die de leiding heeft op dat schip zo geregeld of beperkt, dat geen kadaver van een walvis (uitgezonderd dat van een als stootkussen gebruikte walvis) langer in zee blijft dan 33 uur gerekend vanaf de tijd van het doden tot de tijd, waarop het aan dek van het fabrieksschip is gehaald om te worden verwerkt. Alle jagers, die deelnemen aan het vangen van walvissen moeten het fabrieksschip door middel van de radio in kennis stellen van het ogenblik, waarop iedere walvis gevangen is.
14.
De harpoeniers (gunners) en de bemanningen van de fabrieksschepen, landstations en jagers moeten op zodanige voorwaarden worden aangenomen, dat hun beloning voor een groot deel af zal hangen van factoren als soort, lengte en opbrengst van de gevangen walvissen en niet alleen van hun aantal. Er mag geen premie of andere beloning betaald worden aan harpoeniers of aan bemanningen van jagers voor het vangen van lacterende walvissen.
15.
Afschriften van alle wetten en officiële reglementen betreffende walvissen en de walvisvangst, alsmede alle in deze wetten en reglementen aangebrachte wijzigingen, moeten aan de Commissie worden overgelegd.
16.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van dit Verdrag, moeten de volgende statistische gegevens betreffende alle fabrieksschepen en landstations verstrekt worden:
a)
het aantal gevangen walvissen van elke soort en het aantal, dat daarvan verloren is gegaan, alsmede het aantal, dat door elk fabrieksschip of door ieder landstation verwerkt is;
b)
de totale hoeveelheden olie van elke kwaliteit en de hoeveelheden vleesmeel, kunstmest (guano) en andere producten van de walvis, alsmede
c)
met betrekking tot iedere in een fabrieksschip of landstation verwerkte walvis: De datum van en ongeveer de lengte en breedte van de plaats van de vangst, de soort en het geslacht van de walvis, zijn lengte en, als zij een foetus bevat, de lengte en als het vast te stellen is, het geslacht hiervan.
De hierboven onder a) en c) genoemde gegevens zullen op het moment van de controle vastgelegd worden en alle gegevens, die men eventueel verzameld of verkregen heeft over de voortplantingsgebieden en de trekroutes van walvissen moeten eveneens aan de Commissie verstrekt worden.
Bij het verstrekken van deze gegevens moeten de volgende bijzonderheden worden opgegeven:
a)
De naam en de brutotonnage van elk fabrieksschip;
b)
Het aantal en de totale brutotonnage van de jagers;
c)
Een lijst van de landstations, die gedurende de betreffende periode in bedrijf waren.
17.
In afwijking van de definitie van” landstation” gegeven in artikel 2 van het Verdrag, is een fabrieksschip, dat onder de rechtsbevoegdheid van een verdragsluitende Regering valt en dat uitsluitend in de territoriale wateren van de betrokken Regering in bedrijf is, gebonden aan de reglementen betreffende in bedrijf zijnde landstations in de volgende gebieden:
a)
Aan de kust van Madagaskar en onderhorig gebied, en op de westkust van Frans-Afrika;
b)
Aan de westkust van Australië, in het gebied, bekend onder de naam van Haaienbaai (baie du Requin) en noordwaarts, tot aan de Noordwest Kaap, en omvattende de Golf van Exmouth en de “King George Sound”, de haven van Albany inbegrepen; een aan de oostkust van Australië, in de “Twofold Bay” en de Jervisbaai.
18.
In dit Verdrag wordt verstaan onder:
“Baardwalvis” (baleen whale), iedere walvis behalve de Tandwalvissen;
“Blauwe Vinvis” (blue whale), iedere walvis bekend onder de naam van blue whale, Sibbald's rorqual of sulphur bottom;
“Gewone Vinvis” (fin whale), iedere walvis bekend onder de naam common finback, common rorqual, finback, finner, fin whale, herring whale, razorback of true fin whale;
“Noordse Vinvis” (sei whale), iedere walvis bekend onder de naam van Balaenopiera borealis, sei whale, Rudolphi's rorqual, pollack whale of coalfish whale, terwijl geacht wordt daartoe te behoren de walvis bekend onder de naam van Bryde's vinvis, Balaenoptera brydei;
“Grijze Walvis” (gray whale), iedere walvis bekend onder de naam van gray whale, California gray, devil fish, hard head, mussel digger, gray back of rip sack;
“Bultrug” (humpback whale), iedere walvis bekend onder de naam van bunch, humpback, humpback whale, humpbacked whale, hump whale of hunchbacked whale;
“Echte Walvis” (Right whale), iedere walvis bekend onder de naam van Atlantic right whale, Arctic right whale, Biscayan right whale, bowhead, great polar whale, Greenland right whale, Greenland whale, Nordkaper, North Atlantic right whale, North Cape whale, Pacific right whale, Pigmy right whale, Southern Pigmy right whale of Southern right whale;
“Potvis” (sperm whale), iedere walvis bekend onder de naam van sperm whale, spermacet whale, cachalot of pot whale;
“Dauhval”, iedere dode, in drijvende toestand gevonden walvis, waarop anderen geen rechten laten gelden.