Meer info
     

23/07/1998 Natuurbesluit
Besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

Artikel 8

[§ 1

Voor zover ze niet verboden zijn door het bepaalde in artikel 7, worden volgende activiteiten beschouwd als vergunningsplichtige vegetatiewijziging, indien ze plaatsvinden in een of meerdere van de gebieden bepaald in artikel 13, § 4, tweede lid, van het decreet:
het afbranden van een vegetatie;
het met mechanische of chemische middelen vernietigen, beschadigen of doen afsterven van een vegetatie, tenzij wanneer deze activiteiten plaatsvinden met betrekking tot percelen met cultuurgewassen;
het wijzigen van het reliëf met inbegrip van nivellering van het microreliëf;
het rechtstreeks of onrechtstreeks wijzigen van de waterhuishouding door drainage, ontwatering, dichten alsook het wijzigen van het overstromingsregime van vegetatie;
[het wijzigen van historisch permanente graslanden, met inbegrip van het daaraan verbonden microreliëf en poelen, als ze in de volgende gebieden liggen:
a)
valleigebieden, brongebieden, natuurontwikkelingsgebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of agrarische gebieden met bijzondere waarde en de bestemmingsgebieden die vergelijkbaar zijn met die gebieden, aangewezen op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen die van kracht zijn in de ruimtelijke ordening;
b)
de speciale beschermingszone IJzervallei (BE 2500831), aangewezen ter uitvoering van de Vogelrichtlijn;
c)
de speciale beschermingszones aangewezen ter uitvoering van de Habitatrichtlijn, als het desbetreffende type historisch permanent grasland binnen deze perimeters als habitat is aangemeld
d)
in een gebied waarin bij besluit van de Vlaamse Regering historisch permanente graslanden definitief zijn vastgesteld conform artikel 9bis, § 7, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. In een dergelijk gebied is het wijzigen van historisch permanente graslanden een vergunningsplichtige activiteit als ze definitief zijn vastgesteld conform artikel 9bis, § 7, van voornoemd decreet en als ze zich bevinden in de gebieden vermeld in punt a), b) of c).
]

§ 2

Voor zover ze niet verboden zijn door het bepaalde in artikel 7, worden volgende activiteiten beschouwd als vergunningsplichtige wijzigingen van kleine landschapselementen of de vegetatie ervan, indien ze plaatsvinden in een of meerdere van de gebieden bepaald in artikel 13, § 4 en § 5, van het decreet:
het rooien of anderszins verwijderen en het beschadigen van houtachtige beplantingen op weg-, waterweg of spoorwegbermen of op het talud van holle wegen, van houtachtige beplantingen langs waterlopen, dijken of taluds, van heggen, hagen, houtkanten, houtwallen, bomenrijen en hoogstamboomgaarden;
het wijzigen van de vegetatie horende bij de kleine landschapselementen met inbegrip van het afbranden en het vernietigen, beschadigen of doen afsterven van de vegetatie met mechanische of chemische middelen van perceelsrandbegroeiingen en sloten;
het uitgraven, verbreden, rechttrekken, dichten van stilstaande waters, poelen of waterlopen;
[...]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 17 B.Vl.Reg. 3 juli 2009 (BS 26 augustus 2009), met ingang van 1 september 2009 (art. 18).
Wetshistoriek
§ 1, enig lid, 5° vervangen bij art. 3, 1° B.Vl.Reg. 27 november 2015 (BS 29 december 2015).
§ 2, enig lid, 4° opgeheven bij art. 3, 2° B.Vl.Reg. 27 november 2015 (BS 29 december 2015).