08/08/1980 BWHI
Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen
Artikel 7
[§ 1
Met uitzondering van de regelingen die krachtens de wet van 9 augustus 1988 [tot wijziging van de gemeentewet, de nieuwe gemeentewet, de gemeentekieswet, de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de provinciewet, het Kieswetboek, de wet tot regeling van de provincieraadsverkiezingen en de wet tot regeling van de gelijktijdige parlements- en provincieraadsverkiezingen, zoals gewijzigd door de bijzondere wet van 19 juli 2012] opgenomen zijn in de gemeentewet, [de nieuwe gemeentewet,] de gemeentekieswet, de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de provinciewet, het Kieswetboek, de wet tot regeling van de provincieraadsverkiezingen en de wet tot regeling van de gelijktijdige parlements- en provincieraadsverkiezingen, zijn de gewesten bevoegd voor de organisatie en de uitoefening van het administratief toezicht op de provincies, de agglomeraties en federaties van gemeenten, de gemeenten en de binnengemeentelijke territoriale organen, bedoeld in artikel 41 van de Grondwet
Het eerste lid doet echter geen afbreuk aan de bevoegdheid van de federale overheid en van de gemeenschappen om, met betrekking tot aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren, zelf een specifiek administratief toezicht te organiseren en uit te oefenen.
De gewesten oefenen de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid uit onverminderd de regelingen die zijn opgenomen in de artikelen 12, § 3; 28, § 3; 41; 65, § 3; 68, § 3; 146, § 2; 150, § 3; 155, § 3; 231, § 3, 2°; 235, § 1, tweede lid; 237; 249, § 3; 287, § 3 en, voor zover zij betrekking hebben op de gemeenten Komen-Waasten en Voeren, de artikelen 47, § 2, 235, § 3, 240, § 2, 241, § 2, 244, 254, 258 en 264 tot 266 van de nieuwe gemeentewet.
§ 2
In afwijking van § 1 wordt door de federale overheid noch door de gewesten enig administratief toezicht georganiseerd noch uitgeoefend op de beslissingen inzake tuchtaangelegenheden met betrekking tot de lokale politie.]
Wetshistoriek
Art. vervangen bij art. 7 Bijz. W. 13 juli 2001 (B.S., 3 augustus 2001), met ingang van 1 januari 2002 (art. 41).
§ 1 gewijzigd bij art. 5 en 6 Bijz.Wet 19 juli 2012 (BS 22 augustus 2012 (ed. 1)), met ingang van 14 oktober 2012 (art. 8).
Voorgeschiedenis
Lid 1, inleidende zin gewijzigd bij art. 6 Bijz. W. 8 augustus 1988 (B.S., 13 augustus 1988), met ingang van 1 januari 1989 (art. 18, § 2) en bij art. 3 Bijz. W. 19 maart 1999 (B.S., 31 maart 1999 (tweede uitg.)).
Lid 2 vervangen bij art. 6 Bijz. W. 8 augustus 1988 (B.S., 13 augustus 1988), met ingang van 1 januari 1989 (art. 18, § 2).
Lid 2, 1) gewijzigd bij art. 4 Bijz. W. 16 juli 1993 (B.S., 20 juli 1993 (tweede uitg.)), met ingang van 1 januari 1995 (art. 128, lid 2).
Lid 3 ingevoegd bij art. 2 Bijz. W. 21 maart 2000 (B.S., 18 mei 2000 (eerste uitg.)), met ingang van 1 januari 2001 (art. 3).