17/02/2012 Vlarema
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Onderafdeling 2.3.2 Criteria voor grondstoffen, bestemd voor gebruik als bouwstof
Artikel 2.3.2.1
§ 1
Rekening houdend met de geldende voorwaarden voor [het gebruik van] bouwstoffen moeten de volgende criteria voor de samenstelling minimaal zijn vervuld om de [beoogde grondstoffen] te beschouwen als grondstoffen die bestemd zijn voor gebruik als bouwstof:
- 1°
- de maximale totaalconcentraties aan organische verbindingen, vermeld in [bijlage VI van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming], worden niet overschreden;
- 2°
- [de maximale totaalconcentraties aan metalen, vermeld in bijlage VI van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, zijn dwingende waarden voor het onvermengd gebruik als niet-vormgegeven bouwstof en voor het vermengd gebruik in niet-vormgegeven bouwstof met druksterkte van minder dan 6,0 N/mm2;]
- 3°
- [de maximale uitloogbaarheidswaarden van de metalen arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel en zink, vermeld in bijlage 2.3.2.B, worden niet overschreden bij het beoogde gebruik in of als bouwstof. De uitloogbaarheidswaarden van barium, bromide, chloride, fluoride en sulfaat, vermeld in bijlage 2.3.2.B, zijn richtwaarden.
In de as van afvalverbranding en de slakken van metallurgie worden bij het beoogde gebruik in of als bouwstof de maximale uitloogbaarheidswaarden van de metalen antimoon, molybdeen, vanadium, kobalt, seleen en tin, vermeld in bijlage 2.3.2.B, niet overschreden;
]
- 4°
- [...]
- 5°
- het berekende totaalgehalte aan asbestvezels bedraagt maximaal 100 mg/kg droge stof;
- 6°
- [de maximale gehalten aan fysische verontreinigingen zijn voor vlottende verontreinigingen 5,0 cm3/kg droge stof, voor niet-vlottende verontreinigingen 1,0 % (massa/massa) en voor glas 2,0 % (massa/massa);]
- 7°
- [de gerecycleerde granulaten en fysico-chemisch behandelde gerecycleerde granulaten zijn vrijgesteld van de dwingende waarde voor de totaalconcentratie aan metalen. Als voor elk zwaar metaal de totaalconcentratie lager is dan de waarde voor vrij gebruik van uitgegraven bodem, vermeld in bijlage V van het VLAREBO, zijn gerecycleerde granulaten en fysico-chemisch behandelde granulaten vrijgesteld van de bepaling van de uitloging van zware metalen.]
[§ 1/1
De producent van de beoogde grondstof die de dwingende waarde voor totaalconcentratie aan zware metalen of de dwingende waarde voor uitloogbaarheid aan zware metalen overschrijdt, laat onderzoek uitvoeren naar de reinigbaarheid inclusief een tweede mening door een onafhankelijke kennisinstelling. Reinigbaar betekent dat voldaan wordt aan de dwingende waarden voor totaalconcentratie en voor uitloogbaarheid van zware metalen, vermeld in paragraaf 1, en de massa van het gereinigde materiaal minstens 60 % bedraagt van de massa van het inputmateriaal. De tweede mening van de onafhankelijke kennisinstelling omvat de beoordeling van het onderzoek en het eigen advies. Het onderzoek naar reinigbaarheid en de tweede mening van de onafhankelijke kennisinstelling worden toegevoegd in de aanvraag voor grondstofverklaring.
Als de beoogde grondstof reinigbaar is, moet ze eerst gereinigd worden om het statuut grondstof te verkrijgen. De niet-gereinigde beoogde grondstof komt niet in aanmerking voor de verwerking tot een vormgegeven bouwstof. Het contract tussen de producent en de reinigingsfirma wordt toegevoegd in de aanvraag voor de grondstofverklaring.
Als de beoogde grondstof niet reinigbaar is, kan ze verwerkt worden volgens een specifieke receptuur tot een niet-vormgegeven bouwstof met druksterkte van minstens 6,0 N/mm2 of tot een vormgegeven bouwstof. De receptuur wordt bij de aanvraag van de grondstofverklaring gevoegd. Bij het beoogde gebruik wordt voldaan aan de uitloogbaarheidswaarden, vermeld in paragraaf 1, 3°.
Het uitvoeren van een onderzoek naar reinigbaarheid is niet nodig voor slakken van de metallurgie, gerecycleerde granulaten en fysico-chemisch behandelde gerecycleerde granulaten.
De minister kan de minimale onderdelen van het onderzoek naar reinigbaarheid bepalen.
]
§ 2 [
In afwijking van paragraaf 1 hoeven de materialen, vermeld in bijlage 2.2, afdeling 2, meer bepaald asfaltgranulaat, gerecycleerde bitumineuze granulaten en zeefzand van asfalt, niet te voldoen aan de totaalconcentratie voor de parameter minerale olie en gelden voor de polycyclische aromatische koolwaterstoffen de totaalconcentraties, vermeld in bijlage 2.3.2.A.
Om vast te stellen of voldaan wordt aan voormelde totaalconcentraties, wordt de pak-spraytest gebruikt. Als de pak-spraytest een gele verkleuring vertoont, wordt geacht dat er niet voldaan is aan de voormelde normen. Bij een onduidelijke verkleuring kan een bevestigingsproef met infraroodspectroscopie worden uitgevoerd. Als de infraroodspectroscopie duidelijke pieken vertoont, wordt geacht dat er niet voldaan is aan voormelde normen. Er mag kwalitatief getest worden met infraroodspectroscopie zonder voorafgaande pak-spraytest. Bij twijfel bepaalt een tegenproef met een chemische analyse op pak via GC-MS of de normen in bijlage 2.3.2.A niet zijn overschreden. Het eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten vermeldt de proefmethode en de conformiteitscontrole van de pak-spraytest.
]
[§ 3
[...]
]
Wetshistoriek
§ 1, enig lid:
- –
- inleidende bepaling gewijzigd bij art. 24, 1° en 2° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024);
- –
- 1° gewijzigd bij art. 6, 1° B.Vl.Reg. 22 maart 2019 (BS 7 juni 2019);
- –
- 2° en 3° vervangen bij art. 24, 3° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024), met ingang van 29 juni 2024 (art. 151);
- –
- 4° opgeheven bij art. 24, 4° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024), met ingang van 29 juni 2024 (art. 151);
- –
- 6° ingevoegd bij art. 7, 1° B.Vl.Reg. 23 september 2016 (BS 6 december 2016);
- –
- 7° ingevoegd bij art. 24, 5° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024), met ingang van 29 juni 2024 (art. 151).
§ 1/1 ingevoegd bij art. 24, 6° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024), met ingang van 29 juni 2024 (art. 151).
§ 2 vervangen bij art. 16 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)).
§ 3 ingevoegd bij art. 7, 3° B.Vl.Reg. 23 september 2016 (BS 6 december 2016) en opgeheven bij art. 24, 7° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Voorgeschiedenis
§ 1, enig lid, 2° gewijzigd bij art. 6, 1° B.Vl.Reg. 22 maart 2019 (BS 7 juni 2019).
§ 2 vervangen bij art. 17 B.Vl.Reg. 23 mei 2014 (BS 12 september 2014 (ed. 1)) en bij art. 7, 2° B.Vl.Reg. 23 september 2016 (BS 6 december 2016).
§ 2, lid 3 vervangen bij art. 6, 2° B.Vl.Reg. 22 maart 2019 (BS 7 juni 2019).
Artikel 2.3.2.2
De OVAM stelt een globaal beheersysteem voor gerecycleerde granulaten vast. Dat beheersysteem bevat minstens een door de minister goed te keuren eenheidsreglement dat de voorwaarden en de procedure voor de keuring van gerecycleerde granulaten regelt.
De gerecycleerde granulaten die als grondstof worden ingezet, moeten voldoen aan de bepalingen van het eenheidsreglement. [Het eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.]
[Sorteerinrichtingen waarvan het uitgesorteerde puin na verdere bewerking bij een breker wordt afgezet als gerecycleerd granulaat, beschikken over een kwaliteitsborgingssysteem als vermeld in het eenheidsreglement gerecycleerde granulaten.]
De parameterlijsten uit de bijlagen, vermeld in artikel 2.3.2.1, kunnen beperkt worden tot een lijst als vermeld in het eenheidsreglement.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 18, 1° B.Vl.Reg. 23 mei 2014 (BS 12 september 2014 (ed. 1)) en bij art. 17 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)).
Voorgeschiedenis
Lid 3 vervangen bij art. 18, 2° B.Vl.Reg. 23 mei 2014 (BS 12 september 2014 (ed. 1)), bij art. 4 B.Vl.Reg. 22 december 2017 (BS 23 februari 2018) en gewijzigd bij art. 7 B.Vl.Reg. 22 maart 2019 (BS 7 juni 2019).
Artikel 2.3.2.3
Wetshistoriek
Opgeheven bij art. 25 B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Voorgeschiedenis
§ 1 opgeheven bij art. 19 B.Vl.Reg. 23 mei 2014 (BS 12 september 2014 (ed. 1)).