§ 1
De erkende bodemsaneringsdeskundige garandeert een kwaliteitsvolle uitvoering van de werkzaamheden, die ook de objectieve en onafhankelijke uitvoering van de dienstverlening omvat.
De bodemsaneringsdeskundige kan geen gebruik maken van zijn erkenning als de objectieve en onafhankelijke uitvoering van de dienstverlening ten aanzien van de opdrachtgever of de uitvoerder van de bodemsaneringswerken niet kan worden gewaarborgd. De beoordeling of de objectieve en onafhankelijke uitvoering van een dienstverlening kan worden gewaarborgd, gebeurt door de bodemsaneringsdeskundige volgens de werkwijze, opgenomen in de standaardprocedures, vermeld in titel III, hoofdstuk IV tot en met VI, XII en XIII, van het Bodemdecreet.
De voormelde standaardprocedures bevatten een niet-limitatieve opsomming van de gevallen waarin, tot het bewijs van het tegendeel, wordt vermoed dat de erkende bodemsaneringsdeskundige zich conform het tweede lid in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.
§ 2
In afwijking van paragraaf 1, tweede lid, kan de bodemsaneringsdeskundige toch gebruik maken van zijn erkenning als hij in het kader van de betrokken dienstverlening toepassing maakt van de beheersmaatregelen, opgenomen in de standaardprocedures, vermeld in paragraaf 1, tweede lid.
Ingevoegd bij art. 126 B.Vl.Reg. 1 maart 2013 (BS 23 april 2013 (ed. 1)).
Vervangen bij art. 63 B.Vl.Reg. 21 september 2018 (BS 17 december 2018), met ingang van 1 september 2020 (MB Vl.Reg. 27 april 2020 (BS 15 september 2020)).