[§ 1
Om de afzet van een minimaal volume groene stroom tegen een minimale prijs, op de markt te verzekeren, wordt een systeem van minimumaankoopprijzen voorzien volgens onderstaande voorwaarden.
In het kader van zijn taak van openbare dienstverlening is de netbeheerder is verplicht, van de groenstroomproducent die daarom verzoekt, de groenestroomcertificaten aan te kopen die zijn afgeleverd krachtens dit besluit en krachtens de elektriciteitsdecreten en -ordonnantie, tegen een minimumprijs die bepaald is in functie van de gebruikte productietechnologie, namelijk:
- 1°
- [voor offshore windenergie geproduceerd door installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close ten laatste op 1 mei 2014 heeft plaatsgevonden:
- a)
- 107 euro/MWh voor de productie van elektriciteit opgewekt met de eerste 216 MW geïnstalleerde capaciteit;
- b)
- 90 euro/MWh voor de productie van elektriciteit die voortvloeit uit een geïnstalleerde capaciteit boven de eerste 216 MW;
]
- 1°bis
- [voor offshore windenergie geproduceerd door installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close [vanaf 2 mei 2014 tot en met 30 april 2016] plaatsvindt, een minimumprijs vastgelegd aan de hand van de volgende formule:Minimumprijs = LCOE – [elektriciteitsreferentieprijs – correctiefactor] waarin:
- –
- de LCOE gelijk is aan 138 euro/MWh;
- –
- de correctiefactor is gelijk aan 10 % van de elektriciteitsreferentieprijs;
]
- 1°ter
- [voor offshore windenergie geproduceerd door installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close [plaatsvindt vanaf 1 mei 2016 tot en met 30 juni 2018], wordt [onverminderd paragraaf 1quater] een minimumprijs vastgelegd aan de hand van de volgende formule:
minimumprijs = [LCOEy] - [(elektriciteitsreferentieprijs x (1 - correctiefactor) + de waarde van de garanties van oorsprong) x (1-netverliesfactor)],
waarin:
- –
- [LCOEy is de LCOE van toepassing in jaar y, bevestigd door de commissie uiterlijk op 15 januari van het jaar y aan iedere betrokken domeinconcessiehouder, en is gelijk aan:
waar:
- a)
- LCOEFC is de bij financial close bepaalde LCOE, en is gelijk aan:
- –
- 129,80 euro/MWh voor installaties waarvoor een domeinconcessie is verleend aan de NV Rentel, voor de eerste maal bij ministerieel besluit van 4 juni 2009, zoals bepaald door de commissie bij haar beslissing (B)160719-CDC-1541 van 19 juli 2016;
- –
- 124,00 euro/MWh voor installaties waarvoor een domeinconcessie is verleend aan NV Norther, voor de eerste maal bij ministerieel besluit van 5 oktober 2009, zoals bepaald door de commissie bij haar beslissing (B)160901-CDC-1550 van 1 september 2016;
- b)
- CPIy-1 is de consumentenprijsindex voor december van het jaar y-1;
- c)
- CPIFC is de consumentenprijsindex aan het eind van de maand waarin de financial close plaatsvond;
- d)
- CPIRef, y-1 is de referentie-index van de consumptieprijzen voor het jaar y-1, die als volgt wordt berekend:
waar m-FC het aantal maanden is tussen de maand waarin de financial close plaatsvond en de laatste maand van jaar y-1;]
- –
- [de correctiefactor wordt elke maand door de commissie berekend, voor elke domeinconcessie, op basis van het contract voor de aankoop van elektriciteit dat de domeinconcessiehouder heeft afgesloten en alle nodige informatie, die deze houder aan de commissie dient over te maken; de correctiefactor mag niet meer dan 100 % bedragen;]
- –
- de waarde van de garanties van oorsprong overeenkomt met de werkelijke verkoopprijs verkregen door de domeinconcessiehouder voor de garanties van oorsprong die worden uitgereikt voor de geproduceerde elektriciteit;
- –
- de netverliesfactor wordt elke maand door de commissie, voor elke concessie, berekend op basis van het verschil tussen de hoeveelheid geproduceerde elektriciteit en de hoeveelheid elektriciteit die in het net is geïnjecteerd;
]
- 1°quater
- [voor offshore windenergie geproduceerd door installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close plaatsvindt vanaf 1 juli 2018, wordt een minimumprijs vastgelegd, onverminderd paragraaf 1quater en 1quinquies/1 aan de hand van de volgende formule [...]:
minimumprijs = [LCOEy] - [(elektriciteitsreferentie-prijs x (1 - correctiefactor) + de waarde van de garanties van oorsprong) x (1-netverliesfactor)],
waarin:
- –
- [LCOEy is de LCOE van toepassing in jaar y, bevestigd door de commissie uiterlijk op 15 januari van het jaar y aan ieder betrokken domeinconcessiehouder, en is gelijk aan:
waar:
- a)
- CPIy-1 is de consumentenprijsindex voor december van het jaar y-1;
- b)
- CPIFC is de consumentenprijsindex aan het eind van de maand waarin de financial close plaatsvond;
- c)
- CPIRef, y-1 is de referentie-index van de consumptieprijzen voor het jaar y-1, die als volgt wordt berekend:
waar m-FC het aantal maanden is tussen de maand waarin de financial close plaatsvond en de laatste maand van jaar y-1;]
- –
- [de correctiefactor wordt elke maand door de commissie berekend, voor elke domeinconcessie, op basis van het contract voor de aankoop van elektriciteit dat de domeinconcessiehouder heeft afgesloten en alle nodige informatie, die deze houder aan de commissie dient over te maken; de correctiefactor mag niet meer dan 100 % bedragen;]
- –
- de waarde van de garanties van oorsprong overeenkomt met de huidige door de domeinconcessiehouder verkregen verkoopprijs voor de garanties van oorsprong die worden uitgereikt voor de geïnjecteerde elektriciteit;
- –
- de netverliesfactor elke maand door de commissie, voor elke concessie, wordt berekend op basis van het verschil tussen de hoeveelheid geproduceerde elektriciteit en de hoeveelheid elektriciteit die in het net is geïnjecteerd;
]
- [2°
- zonne-energie [in gebruik genomen voor 1 augustus 2012]: 150 euro/MWh;
- [3°
- [voor installaties die elektriciteit produceren uit water of stromen, bedoeld in artikel 6 van de wet: 20 EUR/MWh.]
[Voor de installaties bedoeld in het tweede lid, 1°ter en 1°quater wordt de voor een bepaalde maand geldende minimumprijs verhoogd met een bedrag dat overeenstemt met het maximum tussen (i) nul en (ii) de beschikbare productie van de installaties in de perioden van die maand waarop de minimumprijs volgens paragraaf 1quinquies/1 werd vastgelegd op 0 euro (waarbij echter de beschikbare productie tijdens de eerste 288 kwarturen bedoeld in paragraaf 1quinquies/1 in hetzelfde kalenderjaar niet wordt meegerekend), vermenigvuldigd met de minimumprijs als omschreven in het tweede lid, en gedeeld door de productie van de maand die overeenstemt met de perioden waarin de minimumprijs overeenkomstig paragraaf 1quinquies/1 niet op 0 euro is vastgesteld. Voor de toepassing van dit lid wordt onder beschikbare productie verstaan de totale hoeveelheid elektriciteit die de installaties technisch gezien hadden kunnen produceren tijdens de perioden waarvoor de minimumprijs overeenkomstig paragraaf 1quinquies/1 op 0 euro is vastgesteld, rekening houdend met hun beschikbaarheid en de windomstandigheden tijdens die perioden.
Indien de minimumprijs, zoals berekend overeenkomstig het tweede lid, 1°ter en 1°quater, en in voorkomend geval inclusief de verhogingen bedoeld in het derde lid, en in paragraaf 1quater, kleiner is dan – [20] EUR/MWh, is de domeinconcessiehouder, bedoeld in het tweede lid, 1°ter en 1°quater, gehouden tot een betalingsverplichting aan de netbeheerder voor een bedrag gelijk aan de absolute waarde van het verschil tussen de in voorkomend geval berekende en verhoogde minimumprijs en – [20] EUR/MWh [en dit los van enige aankoop van groenestroomcertificaten door de netbeheerder]. De domeinconcessiehouder betaalt dit bedrag binnen zestig dagen na het einde van de maand waarin de betreffende kennisgeving vanwege de commissie heeft plaatsgevonden, bedoeld in artikel 11, eerste lid Indien de koper van de geproduceerde elektriciteit zijn contractuele verplichtingen niet nakomt, stelt de domeinconcessiehouder alles in het werk om de verschuldigde betalingen te verkrijgen en betaalt hij het bovengenoemde bedrag binnen dertig dagen nadat de koper van de elektriciteit aan zijn afnameverplichting heeft voldaan met betrekking tot de elektriciteit die is geproduceerd in verband met de groenestroomcertificaten waarvoor een betalingsverplichting geldt. De betalingsverplichting bedoeld in dit lid geldt slechts met betrekking tot de periode waarin de aankoopverplichting van groenestroomcertificaten geldt bedoeld in het vijfde lid [en is niet gekoppeld aan enige andere voorwaarden, prestaties of handelingen]. De in dit lid bedoelde betalingsverplichting is niet van toepassing op groenestroomcertificaten waarvoor de minimumprijs overeenkomstig paragraaf 1quinquies/1 op 0 euro is vastgesteld.]
[Deze aankoopverplichting van groenestroomcertificaten begint bij de inwerkingstelling van de productie-installatie voor een periode van tien jaar. In afwijking van het voorgaande, voor elektriciteit geproduceerd uit offshore windenergie, geldt de aankoopverplichting van groenestroomcertificaten gedurende de volgende periodes:
- 1°
- twintig jaar te rekenen vanaf de inwerkingstelling van de in het tweede lid, 1° en 1°bis bedoelde installaties;
- 2°
- negentien jaar te rekenen vanaf de inwerkingstelling van de in het tweede lid, 1°ter bedoelde installaties [indien nodig verlengd met de periode vereist om een eventueel tekort aan productie ten opzichte van een verwachte productie van 3.617 vollasturen per jaar in te halen gedurende de voormelde periode van negentien jaar, waarbij deze verlenging niet langer mag zijn dan twee jaar];
- 3°
- [vanaf de ingebruikname van elk van de in het tweede lid, 1°quater bedoelde installaties, tot op het moment van het verstrijken van een periode van [negentien] jaar na [de ingebruikname van de laatste installatie, zonder het in paragraaf 1bis omschreven maximale volume te overschrijden], waarbij die periode in principe eindigt op [31 december 2039] behoudens de gevallen van overmacht en onvoorzienbare omstandigheden hierna beschreven. In geval van een situatie van overmacht of bij onvoorzienbare omstandigheden waarover de domeinconcessiehouder geen controle heeft en waardoor de indienststelling van de installaties vertraging oploopt of de productie of injectie van geproduceerde elektriciteit onmogelijk wordt, wordt deze periode door de commissie verlengd, in voorkomend geval zelfs tot na 31 december 2037, in verhouding tot de duur van de overmachtssituatie, maar zonder dat deze verlenging mag leiden tot een overschrijding van het volume elektriciteit waarop de minimumprijs wordt toegepast in overeenstemming met paragraaf 1bis. De domeinconcessiehouder maakt de commissie een dossier over waarin ze de omstandigheden uiteenzet van de gebeurtenis die deze houder zou willen laten erkennen als een geval van overmacht of een onvoorzienbare omstandigheid waarover de domeinconcessie-houder geen controle heeft. De commissie neemt hierover een beslissing binnen de zes maanden na kennisname van dit dossier. [Noch de vertraging bij de indienststellling van de installaties van het Modular Offshore Grid, noch de volledige of gedeeltelijke onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid, die de commissie heeft vastgesteld met toepassing van artikel 14noviesdecies leiden tot een verlenging van de hiervoor bepaalde periode.]]
]
[De aankoopverplichting van groenestroomcertificaten voor elektriciteit geproduceerd via offshore windenergie, tegen minimumprijzen zoals bepaald in het tweede lid, 1°, 1°bis, [1°ter en 1°quater], maakt het voorwerp uit van een contract tussen de domeinconcessiehouder en de netbeheerder dat, wanneer het van toepassing is, uitdrukkelijk melding maakt van de toepasselijke LCOE [op het tijdstip van financial close] [en waarbij dat contract voor de installaties bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°quater, op onafhankelijke en exhaustieve wijze een gedetailleerde beschrijving geeft van alle procedures, formules en modaliteiten voor de berekening van de minimale prijs van de groenestroomcertificaten, de betaling ervan, [de betalingsverplichting bedoeld in het vierde lid] de maandelijkse voorafbetaling en de ex post regeling waarvan de principes worden vastgelegd in paragraaf 1septies en 1octies.]. Dit contract wordt, op voorstel van de netbeheerder, ter goedkeuring voorgelegd aan de commissie.]
[§ 1bis [
De vastgelegde minimumprijs voor de installaties bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°quater is van toepassing op een maximumvolume geproduceerde elektriciteit dat voor elke domeinconcessie wordt vastgelegd bij besluit van de minister vastgelegd na overleg in de ministerraad en in overeenstemming met de productie van alle installaties van de domeinconcessie tijdens 63.000 vollasturen. De productie waarvoor de minimumaankoopprijs van het groenestroomcertificaat op 0 euro is vastgelegd met toepassing van paragraaf 1quinquies/1 is niet in dit volume opgenomen.
Deze minimumprijs alsook het recht om groenestroomcertificaten te verkrijgen is slechts van toepassing indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:
- 1°
- dat de betrokken domeinconcessie-houder zich er uitdrukkelijk toe verbindt om bij de minister, ten laatste op datum van de financial close, voor het verlopen van de termijn van de domeinconcessie, minstens het volume elektriciteit te produceren dat werd vastgelegd bij het ministerieel besluit bedoeld in het eerste lid;
- 2°
- de Europese Commissie heeft de steunmaatregelen vervat in de artikelen 7 tot 14 van dit besluit en in artikel 7, § 2, vierde lid van de wet, telkens voor zover van toepassing op de betrokken domeinconcessiehouder, verenigbaar verklaard met de interne markt overeenkomstig artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met toepassing van artikel 4, derde lid of artikel 9, derde lid van de verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of de termijn waarbinnen de Europese Commissie gehouden is een beslissing te nemen met betrekking tot de steunmaatregelen vervat in de artikelen 7 tot 14 van dit besluit en in artikel 7, § 2, vierde lid van de wet, telkens voor zover van toepassing op de betrokken domeinconcessie-houder is, in overeenstemming met artikel 4, zesde lid van die verordening, verstreken. Uiterlijk tien dagen na ontvangst van die beslissing van de Europese Commissie dan wel binnen tien dagen na het verstrijken van die termijn, stelt de Minister de betrokken domeinconcessiehouder daarvan in kennis.
]]
[§ 1ter
De waarden van de elementen die in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de minimumprijs vastgelegd conform § 1, tweede lid, 1°bis, worden voor elke domeinconcessie door de commissie gewijzigd conform de bepalingen van deze paragraaf, zonder terugwerkende kracht.
De wijziging kan betrekking hebben op:
- 1°
- het bedrag van de LCOE, in voorkomend geval verhoogd met toepassing van § 1quater, zodat deze de werkelijke exploitatiekost weerspiegelt,
- 2°
- de correctiefactor.
De houder van de domeinconcessie maakt op volgende tijdstippen:
- 1°
- de eerste maal ten laatste vier maanden voor de voorziene datum van financial close;
- 2°
- later, ten laatste vier maanden voor het einde van elke periode van drie jaar die ingaat op de datum van de financial close,
alle informatie over aan de commissie, per drager met ontvangstbevestiging en elektronisch, met betrekking tot het geheel van werkelijke kosten en inkomsten waaronder de volgende componenten:
- 1°
- de gecontracteerde kosten voor de exploitatie van het windmolenpark;
- 2°
- de gecontracteerde verkoopprijs van de door de installaties opgewekte elektriciteit.
Binnen één maand na de ontvangst van de gegevens, bevestigt de commissie aan de domeinconcessiehouder de volledigheid van de gegevens of bezorgt zij hem een lijst van bijkomende inlichtingen die hij moet verstrekken.
De commissie onderzoekt binnen de 2 maanden na de bevestiging van de volledigheid van de gegevens of er een verschil is tussen:
- –
- de gecontracteerde exploitatiekosten en een referentieexploitatiekost van 30 euro/MWh;
- –
- de gecontracteerde verkoopprijs voor elektriciteit en een gemiddelde nominale prijs gelijk aan 90 % van de elektriciteitsreferentieprijs.
Indien de commissie een verschil vaststelt past de commissie binnen de 10 werkdagen de minimumprijs, voor de aankoop van groenestroom-certificaten, vastgelegd conform § 1, tweede lid, 1°bis aan.
]
[§ 1ter/1
Voor elke domeinconcessie bedoeld in § 1, tweede lid, 1°ter [en 1°quater], [berekent de commissie maandelijks], de correctiefactor die in aanmerking wordt genomen voor de bepaling van de minimumprijs, [...]. [Om dit te doen baseert ze zich voornamelijk op de verkoopprijs van de geproduceerde elektriciteit die voortvloeit uit de offerte die de titularis van de domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet in aanmerking neemt met toepassing van de geldende wetgeving betreffende de overheidsopdrachten of, op het contract voor de aankoop van de geproduceerde elektriciteit nadat het werd gesloten.]
[...]
[...]
[...]
[...]
[Om de vergoeding te kunnen bepalen die verschuldigd is in overeenstemming met hoofdstuk IIIbis ingeval van onbeschikbaarheid van het Modular Offshore Grid na afloop van de ondersteuningsperiode bedoeld in paragraaf 1, 3e lid, 2° en 3°, [blijft de commissie de correctiefactor berekenen] voor de installaties bedoeld in paragraaf 1, 2e lid, 1°ter en 1°quater die op het Modular Offshore Grid zijn aangesloten. Hiervoor is [de in het eerste lid bepaalde procedure] van toepassing.]
]
[§ 1quater [
Voor de installaties bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°bis [1°ter en 1°quater], wordt de [minimumprijs voor de aankoop van groenestroomcertificaten], desgevallend, verhoogd met een bedrag bepaald door of krachtens artikel 7, § 2 van de wet.
]]
[§ 1quinquies
In afwijking van § 1, tweede lid, 1bis° wordt voor de installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close [van 2 mei 2014 tot en met 30 april 2016] plaatsvindt, de minimumprijs voor de aankoop van een groenestroomcertificaat vastgelegd op 0 euro wanneer de productie plaatsvindt op een ogenblik waarop het onevenwichtstarief van toepassing op een positief onevenwicht gelijk is aan of lager ligt dan -20 euro/MWh.
Dit bedrag van 0 euro is per kalenderjaar slechts van toepassing gedurende de eerste 288 kwarturen tijdens dewelke het onevenwichtstarief voor een positief onevenwicht gelijk is aan of lager ligt dan -20 euro/MWh.
]
[§ 1quinquies/1
In afwijking van § 1, tweede lid, 1°ter [en 1°quater] wordt voor de installaties die het voorwerp uitmaken van een in artikel 6 van de wet bedoelde domeinconcessie, waarvan de financial close na 1 mei 2016 plaatsvindt, de minimumprijs voor de aankoop van een groenestroomcertificaat vastgelegd op 0 euro wanneer de productie plaatsvindt:
- 1°
- op een ogenblik waarop het onevenwichtstarief van toepassing op een positief onevenwicht gelijk is aan of lager is dan -20 euro/MWh; of
- 2°
- wanneer de day ahead-prijs van een Nemo lager is dan 0 euro/MWh gedurende minimum 6 opeenvolgende uren en dit voor de volledige periode die in beschouwing wordt genomen.
De minimumprijs voor de aankoop van 0 euro bij toepassing van het eerste lid, 1° is slechts van toepassing gedurende de eerste 288 kwarturen, in hetzelfde kalenderjaar, tijdens dewelke het onevenwichtstarief voor een positief onevenwicht gelijk is aan of lager is dan -20 euro/MWh en waarvan de periodes worden afgetrokken waarin, in hetzelfde kalenderjaar, de minimumprijs van 0 euro wordt gehanteerd bij toepassing van het eerste lid, 2°.
]
[§ 1sexies [
Nadat ze de volledige gegevens van de houder van de domeinconcessie en de netbeheerder heeft ontvangen, berekent de commissie conform §§ 1 tot 1quinquies/1 de minimumprijs voor de aankoop van elk groenestroomcertificaat van toepassing op elk voor de betreffende maand toegekend groenestroomcertificaat. De commissie publiceert op haar website voormelde minimumprijs uiterlijk op de tiende dag na de toekenning van de groenestroomcertificaten.
Met het oog op de correcte toepassing van het tweede lid van paragraaf 1quinquies/1 wordt de minimumprijs voor de aankoop van groenestroomcertificaten die op het ogenblik van de toekenning ervan was vast gelegd op 0 euro, desgevallend, door de commissie aangepast. De commissie stelt de houder van de betreffende concessie in kennis van deze aanpassing.
]]
[§ 1septies
Voor de groenestroomcertificaten die werden toegekend voor de elektriciteit geproduceerd door installaties bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, 1°quater maakt de aankoopverplichting van groenestroomcertificaten door de netbeheerder [tijdens de eerste vijf jaar na de ingebruikname van elke installatie] voorwerp uit van een systeem van voorschotten op de prijs van de groenestroomcertificaten die moeten aangekocht worden volgens de modaliteiten bepaald in deze paragraaf, gevolgd door een systeem van afrekening ex post, volgens de modaliteiten bepaald in paragraaf 1octies.
[De commissie legt uiterlijk vijftien werkdagen voor het einde van iedere maand het bedrag van het verschuldigde voorschot voor de volgende maand vast, op basis van de referentieprijs voor elektriciteit.]
[Het bedrag van het maandelijkse voorschot wordt berekend op basis van een jaarlijkse veronderstelde elektriciteitsproductie van de installatie van 4.100 vollasturen. Indien het bedrag van het maandelijkse voorschot voor een bepaalde maand gelijk is aan nul of negatief is, wordt er voor die maand geen voorschot betaald. Indien de door de commissie vastgestelde werkelijke productie van de installatie in enig halfjaar tijdens de vijf eerste exploitatiejaren lager is dan 2.050 vollasturen, dan stort de netbeheerder, voor dat halfjaar, een aanvullend voorschot gelijk aan de som, voor elke exploitatiemaand binnen dat halfjaar, van het resultaat van de volgende formule: (4.100 vollasturen/12 * MW - werkelijke productie tijdens de exploitatiemaand) * het laagste van (i) elektriciteitsreferentieprijs van toepassing voor de exploitatiemaand * (1 - correctiefactor van toepassing voor de exploitatiemaand) en (ii) LCOEy zoals vastgesteld in paragraaf 1, tweede lid, verhoogd met het bedrag bedoeld in paragraaf 1quater. Het bijkomende voorschot wordt ten laatste drie maanden na het einde van het betreffende half exploitatiejaar aan de domeinconcessiehouder gestort.]
[...]
Voor [elke exploitatiemaand] en voor elke installatie worden de voorschotten vastgelegd door de toepassing, op de veronderstelde productie, van de minimumprijs die vastgelegd werd in overeenstemming met de formule uit paragraaf 1, tweede lid, 1°quater verhoogd met het bedrag bedoeld in paragraaf 1quater. In het kader van de vastlegging van het bedrag van de maandelijkse voorschotten berekent de commissie, op voorstel van elke domein-concessiehouder, voor de toepassing van de voormelde formule:
- 1°
- [een veronderstelde elektriciteitsreferentieprijs op basis van het gemiddelde van uurnoteringen zoals bedoeld in artikel 1, 11° in de voorlaatste maand voor de exploitatiemaand waarvoor het voorschot wordt bepaald;]
- 2°
- een veronderstelde waarde van de garanties van oorsprong op basis van de verkoopovereenkomst van de garanties van oorsprong die de betrokken domein-concessiehouder heeft afgesloten of, in voorkomend geval, op basis van de gemiddelde waarde van de referentie-index van de overeenkomst in de loop van het voorbije kalenderjaar;
- 3°
- een veronderstelde factor van de netverliezen op basis van de historiek van de netverliezen of, voor het eerste exploitatiejaar, van technisch onderbouwde ramingen;
- 4°
- de correctiefactor op basis van de laatste correctiefactor die door de commissie is [berekend] met toepassing van § 1ter/1.
Het maandelijkse voorschot wordt door de netbeheerder op de eerste werkdag van elke maand gestort.
Indien de commissie vaststelt dat er niet meer voldaan is aan de voorwaarden voor de toekenning van groenestroomcertificaten bedoeld in artikel 7 van dit besluit kan ze, na ingebrekestelling en nadat ze de domeinconcessiehouder heeft gehoord, de betaling van de voorschotten opschorten totdat deze houder aantoont dat hij ze opnieuw naleeft.
]
[§ 1octies [
Na elke exploitatiemaand berekent de commissie de werkelijke minimumprijs voor deze exploitatiemaand.
Op basis van het verschil tussen de minimumprijs toegepast in het kader van de voorschotten in overeenstemming met paragraaf 1septies, vierde lid, en het hoogste van (i) nul en (ii) de werkelijke minimumprijs, berekent de commissie, ten laatste [dertig] dagen na elke exploitatiemaand, het bedrag van de tussentijdse afrekening betreffende de prijs en berekent ze het bedrag van de financiële regeling dat, naargelang het geval, moet gestort worden aan de domeinconcessiehouder of de netbeheerder. Deze financiële regeling gebeurt ten laatste dertig dagen na de melding door de commissie.
Op het einde van het vijfde exploitatiejaar van de laatste in dienst gestelde installatie wordt één afrekening betreffende het volume en één resterende afrekening betreffende de prijs voor alle installaties van de domeinconcessie opgemaakt. De afrekening betreffende het volume vergelijkt de veronderstelde elektriciteitsproductie van alle installaties die deel uitmaken van de domeinconcessie, wat overeenstemt met 20.500 vollasturen, desgevallend verminderd met 1/12 van 4.100 vollasturen voor iedere maand waarvoor de som van het voorschot zoals bedoeld in paragraaf 1septies, derde lid, en het bedrag van de tussentijdse afrekening betreffende de prijs zoals bedoeld in het eerste lid gelijk is aan nul, met de werkelijke productie van de installaties in de vijf eerste exploitatiejaren. De resterende afrekening betreffende de prijs vergelijkt de voor de voorschotten toegepaste minimumprijs in overeenstemming met paragraaf 1septies, vierde lid, of nul indien er geen voorschot werd betaald en het hoogste van (i) nul en (ii) de werkelijke minimumprijs toegekend aan de groenestroomcertificaten in de vijf eerste exploitatiejaren van alle installaties die deel uitmaken van de domeinconcessie, eveneens rekening houdend met paragraaf 1, derde lid, paragraaf 1quater, en paragraaf 1quinquies/1 en de bedragen reeds afgerekend overeenkomstig het tweede lid; in voorkomend geval worden ook de bijkomende aan de domeinconcessiehouder gestorte voorschotten in rekening genomen met toepassing van paragraaf 1septies, derde lid. Over deze afrekeningen wordt een verslag opgemaakt dat de commissie ten laatste zes maanden na het einde van het vijfde exploitatiejaar van de laatste in dienst gestelde installatie overmaakt aan de domeinconcessie-houder. Indien er uit de afrekening betreffende het volume blijkt dat alle installaties die deel uitmaken van de domeinconcessie, tijdens de eerste vijf exploitatiejaren, minder hebben geproduceerd dan de veronderstelde elektriciteitsproductie, desgevallend verminderd overeenkomstig dit lid, dan bepaalt de commissie, in het voormelde verslag, het aantal groenestroomcertificaten, waaronder desgevallend groenestroomcertificaten die het voorwerp uitmaken van een betalingsverplichting overeenkomstig paragraaf 1, vierde lid, dat de domeinconcessiehouder aan de netbeheerder moet overmaken, ten laatste op de laatste dag van de derde maand volgend op het vervallen van de ondersteuningsperiode van de laatste installatie die in gebruik genomen werd, in overeenstemming met een elektriciteitsvolume dat overeenstemt met het verschil tussen de veronderstelde elektriciteitsproductie, desgevallend verminderd overeenkomstig dit lid, en de werkelijke productie zoals bepaald in dit lid. In afwijking van paragraaf 1, tweede lid, 1°quater, en onverminderd de betalingsverplichting voor de domeinconcessiehouder overeenkomstig paragraaf 1, vierde lid, wordt de minimumaankoopprijs voor deze groenestroomcertificaten teruggebracht op 0 euro. Als de domeinconcessiehouder niet voldoende groenestroomcertificaten heeft voorgelegd, dan stort de domeinconcessiehouder de netbeheerder een bedrag voor de financiële regeling dat overeenstemt met het aantal ontbrekende groenestroomcertificaten vermenigvuldigd met 79,00 euro. De commissie legt, in voorkomend geval, ten laatste de laatste dag van de derde maand na het einde van de ondersteuningsperiode het bedrag van de financiële regeling vast dat aan de netbeheerder moet worden gestort. Deze regeling gebeurt ten laatste dertig dagen na de kennisgeving door de commissie aan de domeinconcessiehouder en de netbeheerder. Op basis van de afrekening betreffende de prijs bepaalt het voornoemde verslag van de commissie eveneens, in voorkomend geval, het bedrag van de financiële regeling dat de domeinconcessiehouder aan de netbeheerder moet storten ten laatste op de laatste dag van de negende maand na het einde van de ondersteuningsperiode van de laatste installatie die deel uitmaakt van de domeinconcessie die in dienst werd gesteld.
]]
[§ 1novies
Elke beslissing, berekening, afrekening en verslag waarmee de commissie is belast met toepassing van paragraaf 1septies en 1octies worden onverwijld bekendgemaakt aan de betrokken houders van een domeinconcessie en de netbeheerder.
]
§ 2
De netbeheerder moet op regelmatige tijdstippen deze groene certificaten op de markt brengen om de kosten verbonden aan deze verplichting te recupereren. De commissie ziet toe op de transparantie en de regulariteit van de verkoop van deze groene certificaten door de netbeheerder.
De netto reële kost die ontstaat uit het verschil tussen de kosten verbonden aan de aankoop van het groenestroomcertificaat betaald door de netbeheerder en de inkomsten voorkomend uit de verkoop van dit certificaat op de markt, wordt gefinancierd [in overeenstemming met de nadere regels bepaald in artikel 21quinquies van de wet]. De lijst van aangekochte en verkochte groenestroom-certificaten wordt via elektronische weg één keer per maand door de netbeheerder aan de commissie meegedeeld. De commissie controleert de verplichtingen van de netbeheerder die voortvloeien uit deze afdeling.]
Art. vervangen bij art. 2 K.B. 31 oktober 2008 (B.S., 14 november 2008 (derde uitg.)), met ingang van 14 november 2008 (art. 10).
§ 1 vervangen bij art. 1 K.B. 5 oktober 2005 (B.S., 14 oktober 2005 (tweede uitg.)).