Meer info
     

01/06/1995 Vlarem II
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (titel II van het VLAREM)

Artikel 4.2.5.3.1

§ 1

De exploitant van een inrichting die een maximum hoeveelheid bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat, loost van meer dan 15 m3 per uur, 300 m3 per dag en/of 7500 m3 per maand moet, onverminderd de bepalingen van art. 4.2.5.1.1., ten minste éénmaal per kalenderjaar volgende metingen uitvoeren:
het debiet, de temperatuur, de pH, het BZV, het CZV, het gehalte aan zwevende stoffen, het gehalte aan totale stikstof, het gehalte aan fosfor, de metalen totaal arseen, totaal cadmium, totaal chroom, totaal koper, totaal kwik, totaal lood, totaal nikkel, totaal zilver en totaal zink.
naargelang de in hoofdstuk 5.3. vermelde aard van de bedrijvigheid, de volgende kenmerkende parameters:
[aard van de bedrijvigheid als vermeld in bijlage 5.3.2
kenmerkende parameter
sub 4°
AOX en hexachloorbenzeen (HCB)
sub 5°
chloroform, hexachloorbenzeen (HCB), AOX en tetrachloorkoolstof
sub 6°
chloroform
sub 7°
AOX en de som van aldrin, dieldrin, endrin en isodrin
sub 8°
chloroform
sub 9°
ammonium, benz(a)pyreen, vrije cyanide, fenolen, sulfaten en som van opgeloste sulfide en in zuur milieu oplosbare sulfide
sub 10°
DDT
sub 11°
1,2-dichloorethaan (EDC)
sub 12°
chloride en AOX
sub 15°
ammonium en totaal anorganische gebonden fluoride
sub 16°
chroom VI en AOX
sub 18°
hexachloorbenzeen (HCB), hexachloorbutadieën (HCBD) en hexachloorcyclohexaan (HCH)
sub 20°
vrije cyanide en totaal anorganische gebonden fluoride
sub 21°
AOX
sub 22°
PCB, vrije cyanide en chroom VI
sub 23°
chroom VI, fenolen, sulfaten en som van opgeloste sulfide en in zuur milieu oplosbare sulfide
sub 24°
totaal anorganisch gebonden fluoride
sub 26°
chloride
sub 27°
vrije cyanide, chroom VI, totaal anorganisch gebonden fluoride en sulfaten
sub 28°, e)
voor chemische pulp: AOX
sub 29°
pentachloorfenol
sub 30°
PER extraheerbare apolaire stoffen
sub 32°
TOC
sub 33°
TOC en totale stikstof
sub 35°
PCB
sub 36°
CZV
sub 41°
elektrische geleidbaarheid
sub 42°
ammonium
sub 44°, a
chroom VI, PCB, organochloorpesticiden, en chloroform
sub 44°, b
koolstofdisulfide, sulfaten en som van opgeloste sulfide en in zuur milieu oplosbaar sulfide
sub 44°, d
sulfaten
sub 45°
totaal ijzer
sub 46°
trichloorbenzeen (TCB)
sub 47°
trichloorethyleen (TRI) en perchloorethyleen (PER)
sub 53°
vrije cyanide en AOX
sub 55°
opgelost fluoride en sulfaten]

§ 2

Aanvullend aan de in § 1 voorgeschreven metingen, moet de exploitant van een inrichting die een maximum hoeveelheid bedrijfsafvalwater loost van meer dan 50 m3 per uur, de als dusdanig in de [omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit] vermelde parameters meten overeenkomstig het meetprogramma beschreven in bijlage 4.2.5.2.

§ 3

[De monsternames, metingen of analyses, vermeld in paragraaf 1 en 2, worden uitgevoerd op kosten van de exploitant, met apparatuur als vermeld in bijlage 4.2.5.1 bij dit besluit en volgens de methode, vermeld in bijlage 4.2.5.2 bij dit besluit, hetzij door de exploitant, hetzij door een daarvoor erkend laboratorium in de discipline water als vermeld in artikel 6, 5°, a), van het VLAREL. Als de monstername, meting of analyse door de exploitant gedaan wordt, wordt die uitgevoerd volgens een methode, goedgekeurd door een laboratorium in de discipline water als vermeld in artikel 6, 5°, a), van het VLAREL, dat erkend is voor de desbetreffende monstername, meting of analyse. Die goedkeuring is geldig voor maximaal drie jaar. De goedkeuring wordt uitgevoerd conform een code van goede praktijk.
In afwijking van de methode, vermeld in bijlage 4.2.5.2, kan een [...] inrichtingspecifieke methode gebruikt worden nadat de goedkeuring, vermeld in het eerste lid, is bekomen van het referentielaboratorium van het Vlaamse Gewest, vermeld in artikel 4, § 1, 36°, van het VLAREL.]

§ 4

[De exploitant meldt aan de [afdeling Milieu, bevoegd voor de omgevingsvergunning], de monsternames, metingen of analyses die hij zelf uitvoert en het laboratorium die de goedkeuring van de methode, vermeld in paragraaf 3 verleend heeft. De exploitant houdt die goedkeuring en de resultaten van de uitgevoerde monsternames, metingen of analyses bij in een dossier dat steeds ter inzage van de toezichthouder ligt.]
Wetshistoriek
§ 1, tabel vervangen bij art. 74, 1° B.Vl.Reg. 16 mei 2014 (BS 24 september 2014 (ed. 1)).
§ 2 gewijzigd bij art. 221, 1° B.Vl.Reg. 27 november 2015 (BS 23 februari 2016 (ed. 1)), met ingang van 23 februari 2017 (art. 798).
§ 3 vervangen bij art. 74, 2° B.Vl.Reg. 16 mei 2014 (BS 24 september 2014 (ed. 1)) en gewijzigd bij art. 20 B.Vl.Reg. 3 mei 2019 (BS 26 september 2019), met ingang van 1 oktober 2019 (art. 306).
§ 4 vervangen bij art. 74, 2° B.Vl.Reg. 16 mei 2014 (BS 24 september 2014 (ed. 1)) en gewijzigd bij art. 221, 2° B.Vl.Reg. 27 november 2015 (BS 23 februari 2016 (ed. 1)), met ingang van 23 februari 2017 (art. 798).
Voorgeschiedenis
§ 1, tabel vervangen bij art. 76 B.Vl.Reg. 7 juni 2013 (BS 10 september 2013 (ed. 1)).
§ 1 gewijzigd bij art. 7 B. Vl. Reg. 24 maart 1998 (B.S., 30 april 1998 (tweede uitg.)), met ingang van 30 april 1998 (art. 38).
§ 4 gewijzigd bij art. 37 B.Vl.Reg. 7 juni 2013 (BS 10 september 2013 (ed. 1)).