Meer info
     

21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek

Artikel 490/1

§ 1

De in artikel 490 bedoelde bijzondere of algemene lastgeving eindigt niet van rechtswege wanneer de lastgever verkeert in de toestand als bedoeld in artikel 488/1 en 488/2.
In afwijking van het eerste lid kunnen in dat geval niet als lasthebber optreden:
de personen op wie een in afdeling 3 bedoelde rechterlijke beschermingsmaatregel van toepassing is;
de personen die krachtens artikel 496/6 geen bewindvoerder mogen zijn.

§ 2

De vrederechter kan hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de lastgever, de lasthebber, iedere belanghebbende evenals de procureur des Konings, een beslissing treffen omtrent de uitvoering van de lastgeving. [...]
Ingeval de vrederechter vaststelt dat de lastgever zich bevindt in de toestand als bedoeld in artikel 488/1 of 488/2, dat de lastgeving beantwoordt aan het belang van de lastgever en dat de lasthebber zijn opdracht heeft aanvaard, beveelt hij dat de lastgeving geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 490/2. De beslissing wordt bij gerechtsbrief ter kennis gebracht van de verzoeker, de lastgever en de lasthebber.
In het tegenovergestelde geval kan de vrederechter, bij een met bijzondere redenen omklede beschikking, met toepassing van artikel 492/1 een rechterlijke beschermingsmaatregel bevelen die de lastgeving geheel of gedeeltelijk beëindigt, of daarbovenop komt. [...]

§ 3

[De lasthebber beoordeelt het tijdstip waarop de lastgever komt te verkeren in een toestand als bedoeld in artikel 488/1 of 488/2, in voorkomend geval, overeenkomstig hetgeen wordt bepaald in de lastgevingsovereenkomst bedoeld in artikel 490. Deze beoordeling is tegenstelbaar aan een derde te goeder trouw.]
[...]
Wetshistoriek
Art. ingevoegd bij art. 35 Wet 17 maart 2013 (BS 14 juni 2013 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 233, zelf vervangen bij art. 22 Wet 12 mei 2014 (BS 19 mei 2014)).
§ 2 gewijzigd bij art. 8, 1° en 2° Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018), met ingang van 1 maart 2019 (art. 98).
§ 3 gewijzigd bij art. 184, 2° Wet 25 april 2014 (BS 14 mei 2014 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 221) en bij art. 8, 3° Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018), met ingang van 1 maart 2019 (art. 98).
Voorgeschiedenis
§ 2 gewijzigd bij art. 184, 1° Wet 25 april 2014 (BS 14 mei 2014 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 221).