21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek
Artikel 494
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- a)
- beschermde persoon: een meerderjarige persoon die door een beslissing genomen overeenkomstig artikel 492/1 onbekwaam werd verklaard om één of meerdere handelingen te stellen;
- b)
- bewindvoerder over de persoon: persoon die de beschermde persoon bijstaat of vertegenwoordigt bij het stellen van handelingen met betrekking tot zijn persoon waarvoor hij onbekwaam werd verklaard overeenkomstig artikel 492/1;
- c)
- bewindvoerder over de goederen: persoon die de beschermde persoon bijstaat of vertegenwoordigt bij het stellen van handelingen met betrekking tot zijn goederen waarvoor hij onbekwaam werd verklaard overeenkomstig artikel 492/1;
- d)
- vertrouwenspersoon: persoon die als bemiddelaar optreedt tussen de bewindvoerder over de persoon, de bewindvoerder over de goederen en de beschermde persoon, de mening vertolkt van de beschermde persoon in de bij de wet bepaalde gevallen indien hij daar zelf niet toe in staat is of hem ondersteunt bij het uiten van zijn mening ingeval hij dit niet zelfstandig kan en toezicht uitoefent op de goede werking van het bewind;
- e)
- bijstand: het optreden van de bewindvoerder ter vervolmaking van de rechtsgeldigheid van een handeling gesteld door de beschermde persoon zelf;
- f)
- vertegenwoordiging: het optreden van de bewindvoerder in naam en voor rekening van de beschermde persoon;
- g)
- beheer: het optreden van de bewindvoerder door het stellen van handelingen met betrekking tot de goederen die niet vatbaar zijn voor vertegenwoordiging.
Wetshistoriek
Opgeheven bij art. 2 (art. 19) W. 10 oktober 1967 (B.S., 31 oktober 1967), met ingang van 1 januari 1969 (art. 3 K.B. 4 november 1968 (B.S., 13 november 1968)) en opnieuw opgenomen bij art. 54 Wet 17 maart 2013 (BS 14 juni 2013 (ed. 2)), met ingang van 1 september 2014 (art. 233, zelf vervangen bij art. 22 Wet 12 mei 2014 (BS 19 mei 2014)).