16/05/2014 Onroerenderfgoedbesluit
Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013
Artikel 11.1.1
Er worden geen premies toegekend voor:
- 1°
- [werken of diensten] aan of in een onroerend goed waarvan de Belgische staat, federale instellingen, andere deelstaten dan de deelstaten, vermeld in punt 2°, andere staten of hun deelgebieden zakelijkrechthouder zijn;
- 2°
- [werken of diensten] aan of in een onroerend goed, eigendom van [de Vlaamse overheid];
- 3°
- [werken of diensten] aan of in een onroerend goed, eigendom van een provincie of een autonoom provinciebedrijf.
In afwijking van het eerste lid kunnen wel premies worden toegekend voor beheersmaatregelen, werkzaamheden of diensten aan of in:
- 1°
- kathedralen, bisschoppelijke of aartsbisschoppelijke paleizen en seminaries;
- 2°
- onderwijsgebouwen;
- 3°
- onroerende goederen, in erfpacht gegeven aan de [nv Participatiemaatschappij Vlaanderen] [of in eigendom van de nv Participatiemaatschappij Vlaanderen op voorwaarde dat de geraamde kosten van de beheerswerkzaamheden die voor de toekenning van een premie in aanmerking komen, niet meer bedragen dan een derde van de totale investeringskosten];
- 4°
- onroerende goederen, in erfpacht gegeven aan Herita vzw;
- 5°
- onroerende goederen, in erfpacht gegeven aan gemeenten;
- 6°
- onroerende goederen in het domein Bokrijk;
- 7°
- onroerende goederen of erfgoedlandschappen, die uitgevoerd worden door of in opdracht van verenigingen die het herstel en het beheer van een beschermd goed of erfgoedlandschap tot doel hebben, als het beheer over de onroerende goederen in kwestie voor een periode van minstens vijf jaar schriftelijk eraan is toegewezen.
Wetshistoriek
Lid 1:
- –
- 1° gewijzigd bij art. 13 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 15 december 2020 (ed. 1)), met ingang van 15 december 2020 (art. 76);
- –
- 2° gewijzigd bij art. 13 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 15 december 2020 (ed. 1)), met ingang van 15 december 2020 (art. 76) en bij art. 68, 1° B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022), met ingang van 1 januari 2023 (art. 94);
- –
- 3° gewijzigd bij art. 13 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 15 december 2020 (ed. 1)), met ingang van 15 december 2020 (art. 76).
Lid 2, 3° gewijzigd bij art. 1 B.Vl.Reg. 15 september 2017 (BS 4 oktober 2017) en bij art. 68, 2° B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022), met ingang van 1 januari 2023 (art. 94).
Voorgeschiedenis
Lid 1, 1° tot 3° gewijzigd bij art. 27 B.Vl.Reg. 4 december 2015 (BS 23 december 2015 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2016 (art. 68).