![]() | ![]() | ||||
Meer info | |||||
inwendige diameter (Di)in mm
|
lengte van het cilindrisch gedeelte L in mm
|
aard, schikking en aantal inspectie-openingen
|
Di ≤ 300
|
|
1 klein kijkgat in iedere bodem.
Bij L > 1000 mm is een bijkomend groot kijkgat te voorzien
(1)
.
|
300< Di ≤ 450
|
L ≤ 1500
|
2 grote kijkgaten, kort bij of in de bodem of 1 handgat
(1)
in het centrale 3de gedeelte van de cilindrische sectie.
|
|
L > 1500
|
een handgat kort bij iedere bodem of in de bodems. Is de afstand tussen 2 handgaten groter dan 1500 mm is een bijkomend handgat te voorzien
(1)
.
|
450< Di ≤ 800
|
L ≤ 1500
|
2 grote kijkgaten, kort bij of in de bodem of 1 handgat
(1)
in het centrale 3de gedeelte van de cilindrische sectie.
|
|
1500 < L ≤ 3000
|
1 kopgat in het centrale 3de gedeelte van de cilindrische lichaam of een handgat kort bij elke bodem of in elke bodem. Is de afstand tussen 2 handgaten groter dan 1500 mm is een bijkomend handgat te voorzien
(1)
.
|
|
L > 3000
|
Het aantal inspectie-openingen zal vermeerderd worden zodat de afstand tussen 2 kopgaten niet groter wordt dan 3000 mm en deze tussen 2 handgaten niet groter dan 2000 mm;
Handgaten zullen gelokaliseerd worden in het cilindrisch gedeelte kort bij elke bodem of in elke bodem en in het centrale 3de gedeelte van het cilindrisch lichaam.
|
800 < Di ≤ 1200
|
L ≤ 2000
|
1 kopgat in het centrale 3de gedeelte van de cilindrische lichaam of een handgat in het cilindrisch gedeelte kort bij elke bodem of een handgat in elke bodem of 1 mangat.
|
|
L > 2000
|
Dezelfde inspectie-openingen als in het geval Di < 800 en L > 3000, ofwel 1 mangat
|
Di> 1200
|
-
|
1 mangat
|
(1) |
kijkgaten moeten zo opgesteld staan dat zij zicht geven op de langsnaad(naden).
|