De volgende taluds en kaaimuren met hun aanhorigheden die niet bestemd zijn voor overslag van goederen of het vervoer van personen, telkens met uitzondering van de toegangen tot de steigers en de steigers zelf, gelegen voor de oevers, worden als basisinfrastructuur bepaald:
- 1°
- in Gent:
- a)
- de Meulestedekaai;
- b)
- de Wondelgemkaai: 9350 – 9480;
- c)
- de Ringvaart: 9340 – 9260;
- d)
- de Ringvaart: 8590 (deels) – 8630;
- e)
- Langerbrugge: 8570 – 8440;
- f)
- de Langerbruggekaai: 8280 (deels) – 7885;
- g)
- de Riemekaai: 7030 – 6700;
- h)
- de doorsteek Zelzate linkeroever 6640 – 6140;
- i)
- de jachthaven Zelzate: 5975-5990;
- j)
- de doorsteek Zelzate rechteroever: 5675 – 5840;
- k)
- de Arbedkaai-noord: 5435 – 5570;
- l)
- de Arbedkaai-zuid: 4910 – 5255;
- m)
- de Terdonkkaai: 4640 – 4670;
- n)
- de Moervaart noordzijde: 4470 tot grens zeehavengebied;
- o)
- de Moervaart zuidzijde: 4270 – 4300;
- p)
- de Rodenhuizenkaai: 4010-4240;
- q)
- de Philips Landsbergiuslaan: 2250 (deels) – 2260;
- r)
- Langerbruggeveer rechteroever: 1070 – 2020;
- 2°
- in Antwerpen (rechteroever):
- a)
- kanaaldok B3: oostzijde K763/775, westzijde K707/709;
- b)
- toegangsgeul Zandvliet- en Berendrechtsluis: schuilhaven inclusief Stortkegel, caissonpier (BSL);
- c)
- kanaal B2: westzijde, met uitzondering van de insteekdokken, oostzijde verbreding bochtafsnijding, oostzijde ten noorden van 772;
- d)
- kanaaldok B1: westzijde en oostzijde, met uitzondering van K525/529 en K499/511; dukdalven en koppelplaats in schuildok voor binnenvaart en dukdalven aan westzijde van kanaaldok B1 die fungeren als wachtplaats voor de binnenvaart;
- e)
- toegangsgeul Boudewijnsluis: oever-noord, kaaimuur-noord en kaaimuur-zuid;
- f)
- toegangsgeul Van Cauwelaertsluis: oever-noord en oever-zuid;
- g)
- Hansadok zwaaikom Van Cauwelaert- en Boudewijnsluis: zuidelijke oever bovenhoofd Van Cauwelaertsluis;
- h)
- Hansadok: overgang voorbij K421;
- i)
- verbindingsgeul tussen vierde en vijfde Havendok: tussen 399-401 en 287-301;
- j)
- verbindingsgeul tussen Amerikadok – vijfde Havendok: onder de Noordkasteelbrug;
- k)
- toegangsgeul Royerssluis: oever-noord en oever-zuid;
- l)
- verbindingsgeul Amerikadok-Straatsburgdok-Albertdok: tussen 99-103, 60-102 en 48-62;
- 3°
- in Antwerpen (linkeroever), Zwijndrecht en Beveren:
- a)
- kopmuur van Deurganckdok: tussen 1720 – 1722;
- b)
- Waaslandkanaal: noordelijke oever tussen 1552-1554, 1560-1600, 1600-1630;
- c)
- kopmuren Kallosluiskant Waaslandkanaal;
- d)
- toegangsgeulen Deurganckdoksluis;
- 4°
- in Zeebrugge:
- a)
- de eindkade Wielingendok;
- b)
- de zandopvangkade-noord tussen Wielingendok en Albert II-dok;
- c)
- de zandopvangkade-zuid tussen Albert II-dok en Leopold II-dam;
- d)
- de Koningstrap van de Leopold II-dam;
- e)
- de noordkade en westkade van het LNG-schiereiland;
- f)
- het zuidelijke talud van het Brittanniadok;
- g)
- de noordkade en westkade van het Brittanniaterrein;
- h)
- het zuidelijke talud van het Brittanniadok;
- 5°
- in Oostende:
- a)
- de kaaimuur tussen de aanzet van het westerstaketsel en de ingang tot het Montgomerydok;
- b)
- het talud langs de havengeul tussen de kaai 401 en de oostelijke lage havendam;
- c)
- de kaaimuur tussen de Visserijsluis en kaai 402;
- d)
- het talud tussen de steiger 609 en de Moreauxlaan;
- e)
- de kaaimuur tussen Vlotdok en Houtdok onder de Konterdambruggen;
- f)
- de taluds van het kanaal Brugge-Oostende tussen de Doksluis en de grote Plassendalebrug, met uitzondering van de zones ter hoogte van de steigers;
- g)
- het talud tussen de Moreauxlaan en het complex Sas Slijkens.