Meer info
     

21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek

Artikel 56 Rechterlijke controle a posteriori

Na de voltooiing van de uitwinning kan iedere belanghebbende partij zich tot de rechter wenden bij betwisting over de wijze van uitwinning of de aanwending van de opbrengst.
De vordering wordt ingesteld uiterlijk binnen [een termijn van een maand] vanaf de kennisgeving van het einde van de uitwinning door de pandhouder aan de in artikel 48, eerste en tweede lid, bedoelde personen.
De kennisgeving geschiedt bij een aangetekende zending.
[
De belanghebbenden aan wie geen kennis wordt gegeven in de zin van het tweede lid, stellen hun vordering uiterlijk in binnen een termijn van drie maanden vanaf het einde van de uitwinning.
]
De zaak wordt ingeleid bij dagvaarding of bij verzoekschrift op tegenspraak overeenkomstig artikel 1034bis en volgende van het Gerechtelijk Wetboek.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 64 Wet 11 juli 2013 (BS 2 augustus 2013 (ed. 2)), zelf gewijzigd bij art. 24 Wet 25 december 2016 (BS 30 december 2016 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2018 (art. 109, zelf gewijzigd bij art. 36 Wet 25 december 2016 (BS 30 december 2016 (ed. 1))).