Meer info
     

01/06/1995 Vlarem II
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiėne (titel II van het VLAREM)

Artikel 5.53.6.3.1

§ 1

Alvorens met het oppompen van grondwater te starten, laat de exploitant van een grondwaterwinning, bedoeld in subrubriek 53.7 van de indelingslijst, aanvullend aan de analyses, bedoeld in artikel 5.53.4.5, het grondwater uit elke productieput en/of andere opvanginstallatie waarbij grondwater wordt opgepompt uit freatische watervoerende lagen, analyseren door een [erkend laboratorium, in de discipline water, deeldomein grondwater als vermeld in artikel 6, 5°, a), van het VLAREL] voor de volgende bijkomende parameters:
pesticiden: atrazine, simazine, diuron, isoproturon en chloortoluron;
geėmulgeerde of opgeloste koolwaterstoffen, minerale oliėn;
zware metalen: arseen, cadmium, zink en nikkel;
polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's): fluoranteen, benzo 3,4 fluoranteen, benzo 11,12 fluoranteen, benzo 3,4 pyreen, benzo 1,12 peryleen en indeno-pyreen (1,2,3 cd).

§ 2

[De parameters, vermeld in artikel 5.53.4.5, worden viermaal per jaar bepaald op het grondwater uit de, tenzij anders vermeld in de [omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit], meest centraal gelegen productieput van de grondwaterwinning, die grondwater oppompt uit dezelfde watervoerende laag. De parameters, vermeld in paragraaf 1, worden jaarlijks bepaald op het grondwater uit de, tenzij anders vermeld in de [omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit], meest centraal gelegen productieput van de grondwaterwinning, die grondwater oppompt uit dezelfde watervoerende laag. Een jaarlijkse analyse is noodzakelijk voor alle watervoerende lagen waaruit gepompt wordt.]

§ 3

Indien de kwaliteit van het ruwe watermengsel volgende maximale waarden overtreft, wordt de frequentie opgevoerd tot viermaal per jaar op de productieputten die verontreinigd zijn met de desbetreffende parameters. De maximale waarden zijn:
som PAK's < 0,020 µg/l;
som geėmulgeerde of opgeloste koolwaterstoffen en minerale oliėn < 5 µg/l;
voor de pesticiden atrazine, simazine, diuron, isoproturon en chloortoluron < 0,020 µg/l per individueel actief product;
voor de zware metalen: arseen < 50 µg/l, cadmium < 5 µg/l, zink < 200 µg/l en nikkel < 50 µg/l.
Deze bepaling is niet van toepassing voor stoffen die van nature in het grondwater aanwezig zijn.

§ 4

De gegevens, bedoeld in § 1 en § 2, worden bijgehouden in een register, dat ter plaatse of in een gecentraliseerde databank van het bedrijf ter inzage wordt gehouden van de [toezichthouders].]

[§ 5

De exploitant deelt elk jaar de gegevens, vermeld in paragraaf 1 en 2, van het voorgaande kalenderjaar mee conform de voorwaarden, vermeld in artikel 5.53.4.7.]

[§ 6

In afwijking van paragraaf 2 worden, voor grondwaterwinningen waarbij het grondwater door middel van één pomp of hevelsysteem uit meerdere productieputten in dezelfde watervoerende laag tegelijk wordt aangetrokken, de parameters, vermeld in artikel 5.53.4.5, en de parameters, vermeld in paragraaf 1, bepaald op een mengstaal per pomp of hevelsysteem.
]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 240 B. Vl. Reg. 19 januari 1999 (B.S., 31 maart 1999 (eerste uitg.)), met ingang van 1 mei 1999 (art. 303).
Wetshistoriek
§ 1 gewijzigd bij art. 406, 1° B.Vl.Reg. 16 mei 2014 (BS 24 september 2014 (ed. 1)).
§ 2 vervangen bij art. 406, 2° B.Vl.Reg. 16 mei 2014 (BS 24 september 2014 (ed. 1)) en gewijzigd bij art. 500 B.Vl.Reg. 27 november 2015 (BS 23 februari 2016 (ed. 1)), met ingang van 23 februari 2017 (art. 798).
§ 4 gewijzigd bij art. 37 B.Vl.Reg. 7 juni 2013 (BS 10 september 2013 (ed. 1)).
§ 5 ingevoegd bij art. 406, 3° B.Vl.Reg. 16 mei 2014 (BS 24 september 2014 (ed. 1)).
§ 6 ingevoegd bij art. 109 B.Vl.Reg. 18 maart 2016 (BS 26 augustus 2016 (ed. 1)).