21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek
Afdeling 2 De ambtenaar van de burgerlijke stand
Wetshistoriek
Afdeling 2 (art. 7 - art. 13) vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Artikel 7
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het beheer van de burgerlijke stand.
De burgemeester, of een hiertoe door het college aangeduide schepen, vervult de taak van ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij zorgt in het bijzonder voor het nauwkeurig naleven van alle bepalingen in verband met de akten van de burgerlijke stand.
Bij verhindering van de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt deze tijdelijk vervangen door de burgemeester, een schepen of een raadslid in de volgorde van hun benoemingen.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Artikel 8
Wanneer binnengemeentelijke territoriale organen werden opgericht overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet, kan het college van burgemeester en schepenen, in afwijking van artikel 7, één of meer schepenen aanwijzen voor de taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand wanneer de burgemeester deze taak niet uitoefent, die elk voor één of meer binnengemeentelijke territoriale organen bevoegd zullen zijn.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Artikel 9
De ambtenaar van de burgerlijke stand kan voor alle taken inzake het opmaken van akten van burgerlijke stand, met inbegrip van het afleveren van afschriften en uittreksels ervan [en het indienen van een verzoekschrift als bedoeld in artikel 35, § 1, tweede lid], een speciale schriftelijke machtiging verlenen aan één of meer beambten van het gemeentebestuur. [Deze machtiging wordt gemeld voor de handtekening van de beambten van het gemeentebestuur, aan wie de machtiging is verleend.]
[Deze machtiging is niet mogelijk voor:
- 1°
- de opmaak van de akte van huwelijk, in toepassing van artikel 165/1, eerste lid;
- 2°
- de opmaak van de akte van nietigverklaring in toepassing van artikel 34/1.
]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2, 1° en 2° Wet 31 juli 2020 (BS 7 augustus 2020 (ed. 1)), met ingang van 1 september 2020 (art. 34) en bij art. 2 Wet 13 september 2023 (BS 2 oktober 2023 (ed. 3)), met ingang van 1 januari 2024 (art. 83).
Artikel 10
De consulaire ambtenaren, bij het Consulair Wetboek bevoegd verklaard inzake burgerlijke stand, zijn bevoegd voor de bediening van de burgerlijke stand onder de voorwaarden bepaald in het Consulair Wetboek.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Artikel 11
[De officier aangeduid door de minister van Defensie of de hiertoe gedelegeerde autoriteit maakt, van zodra mogelijk, een proces-verbaal van overlijden op] van de personen van Belgische nationaliteit in dienst van de Belgische strijdkrachten, alsook van het personeel van Defensie van Belgische nationaliteit waarvan de aanwezigheid bij deze Strijdkrachten is vereist, overeenkomstig de bepalingen van dit Wetboek indien het, bij militaire operaties buiten het Belgisch grondgebied, onmogelijk is om een akte van overlijden op te stellen volgens de bepalingen van het Consulair wetboek.
[Het proces-verbaal van overlijden bevat de gegevens bedoeld in artikel 56 en wordt zo spoedig mogelijk bezorgd aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand, die onmiddellijk een akte van overlijden opmaakt op basis van het proces-verbaal. Het proces-verbaal wordt als bijlage in de DABS opgenomen. Het op papier opgemaakte proces-verbaal wordt bewaard door de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte heeft opgemaakt tot op het ogenblik van de overdracht van het proces-verbaal aan het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën.]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 3, 1° en 2° Wet 13 september 2023 (BS 2 oktober 2023 (ed. 3)), met ingang van 1 januari 2024 (art. 83).
Artikel 12
De ambtenaar van de burgerlijke stand of zijn gemachtigde mag geen akte van de burgerlijke stand opmaken die betrekking heeft op zichzelf, zijn echtgenoot of echtgenote, zijn wettelijk samenwonende partner, zijn bloedverwanten in de opgaande en in de nederdalende lijn of zijn bloedverwanten in de zijlijn tot de tweede graad.
Artukel 7, derde lid, is in dit geval van toepassing.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Artikel 13
Tenzij de wet anders bepaalt, is de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand deze van:
- –
- de plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan,
- –
- [de laatste plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan,]
- –
- de actuele verblijfplaats van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan,
- –
- Brussel.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 4 Wet 13 september 2023 (BS 2 oktober 2023 (ed. 3)), met ingang van 1 januari 2024 (art. 83).