Meer info
     

21/03/1804 BW
[Oud] Burgerlijk Wetboek

Artikel 164/2

§ 1

Bij ontvangst van de aangifte gaat de ambtenaar van de burgerlijke stand na of voor elk van de echtgenoten de akte van geboorte beschikbaar is in de DABS. Indien de akte van geboorte in Belgiė werd opgemaakt of in Belgiė werd overgeschreven voor [31 maart 2019], verzoekt hij de ambtenaar die de akte heeft opgemaakt of overgeschreven tot opname van de akte in de DABS.
Indien de akte van geboorte niet op deze wijze beschikbaar is, leggen de toekomstige echtgenoten, voor elk van hen, zelf een uittreksel van de geboorteakte voor.
De ambtenaar van de burgerlijke stand controleert de identiteit van de echtgenoten aan de hand van het identiteisbewijs zoals bedoeld in de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en gaat na of de echtgenoten ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister.

§ 2

De echtgenoten voegen bij de aangifte de volgende documenten:
voor zover zij niet beschikken over een identiteitsbewijs bedoeld in paragraaf 1, een ander bewijs van identiteit;
in voorkomend geval, een bewijs van de actuele verblijfplaats evenals, in voorkomend geval, een bewijs van de gewone verblijfplaats in Belgiė sinds meer dan drie maanden;
in voorkomend geval, een gelegaliseerd schriftelijk bewijs van de bij de aangifte van het huwelijk afwezige toekomstige echtgenoot, waaruit diens instemming met de aangifte blijkt;
ieder ander authentiek stuk of bewijs waaruit blijkt dat in hoofde van de betrokkene is voldaan aan de door de wet gestelde voorwaarden om een huwelijk te mogen aangaan.

§ 3

De echtgenoot die niet is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister, voegt bovendien de volgende documenten bij de aangifte:
een bewijs van nationaliteit;
een bewijs van de ongehuwde staat of van de ontbinding of nietigverklaring van het laatste voor een Belgisch ambtenaar van de burgerlijke stand voltrokken huwelijk en in voorkomend geval een bewijs van de ontbinding of de nietigverklaring van de huwelijken gesloten voor een buitenlandse overheid, tenzij ze een voor een Belgisch ambtenaar van de burgerlijke stand voltrokken huwelijk voorafgaan. Het bewijs van de ontbinding of nietigverklaring van een vorig huwelijk dient niet te worden voorgelegd indien de rechterlijke belissing in Belgiė werd ingeschreven. De ambtenaar van de burgerlijke stand gaat dit na in de DABS.

§ 4

De documenten bedoeld in paragraaf 2, 1° en paragraaf 3, 1°, worden als bijlage in de DABS opgenomen.

§ 5

Indien de ambtenaar van de burgerlijke stand op basis van de paragrafen 1 tot 3 over al deze documenten beschikt voor elk van de echtgenoten, levert hij een ontvangstbewijs af van de aangifte.

§ 6

Indien hij zich onvoldoende ingelicht acht, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand een afschrift van de desbetreffende akten van de burgerlijke stand opvragen, en de belanghebbende verzoeken om ieder ander bewijs tot staving van die gegevens over te leggen.

§ 7

Indien de overgelegde documenten in een vreemde taal zijn opgemaakt, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand om een voor eensluidend verklaarde vertaling ervan verzoeken.

§ 8

Bij de aangifte van het huwelijk deelt de ambtenaar van de burgerlijke stand de toekomstige echtgenoten mee dat ze een beroep kunnen doen op ten hoogste vier getuigen, die ze zelf kiezen en die minimum achttien jaar oud zijn.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 18 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))), en van toepassing op aangiftes van huwelijk gedaan na 31 maart 2019 (art. 114) en gewijzigd bij art. 61 Wet 13 september 2023 (BS 2 oktober 2023 (ed. 3)), met ingang van 1 januari 2024 (art. 83).