§ 1 [
De Koning staat de naamsverandering, na controle van de gerechtelijke antecedenten toe, indien het bewijs van ernstige redenen wordt geleverd en indien de gevraagde naam geen aanleiding geeft tot verwarring en de verzoeker of derden niet kan schaden.
Wanneer de betrokkene het slachtoffer is geweest van een misdrijf als bedoeld in de artikelen 391quater en 391quinquies van het Strafwetboek, worden de ernstige redenen voorondersteld.
De naamsverandering geldt voor de betrokkene en voor de niet-ontvoogde minderjarige kinderen die de naam van de betrokkene of een deel van diens naam dragen, indien het verzoek door de wettelijke vertegenwoordiger tot hen wordt uitgebreid. Hij geldt van rechtswege voor de niet-ontvoogde minderjarige kinderen aan wie de naam of een deel van de naam van de betrokkene werd toegekend na de indiening van het verzoek.
In afwijking van het derde lid geldt de naamsverandering voor het kind dat de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt enkel mits het daarin toestemt.
]
§ 2
De ambtenaar van de burgerlijke stand kan, na controle van de gerechtelijke antecedenten van de betrokkene, de voornaamsverandering toestaan indien de gevraagde voornamen geen aanleiding geven tot verwarring en de verzoeker of derden niet kunnen schaden.
In geval van ernstige twijfel bij de beoordeling van de in het eerste lid bedoelde voorwaarden, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand het advies van de procureur des Konings inwinnen.
[De ambtenaar van de burgerlijke stand staat de voornaamsverandering toe aan de in artikel 370/3, § 4, bedoelde personen.
]
De gemeentelijke retributie mag niet hoger zijn dan 10 procent van het normale tarief in het geval van de personen bedoeld in artikel 370/3, § 4.
De personen bedoeld in de artikelen 11bis, § 3, lid 3, 15, § 1, vijfde lid, en 21, § 2, tweede lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, worden vrijgesteld van gemeentelijke retributie.
§ 3
In geval van weigering van de naams- of voornaamsverandering wordt de verzoeker daarvan in kennis gesteld door de minister van Justitie, ingeval het een verzoek tot naamsverandering betreft, dan wel door de ambtenaar van de burgerlijke stand, ingeval het een verzoek tot voornaamswijziging betreft.
Art. ingevoegd bij art. 63 Wet 18 juni 2018 (BS 2 juli 2018), zelf gewijzigd bij art. 171 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1)), met ingang van 31 maart 2019 (art. 118, zelf gewijzigd bij art. 186 Wet 21 december 2018 (BS 31 december 2018 (ed. 1))).