§ 1
Bodemmaterialen die concentraties van stoffen bevatten die lager zijn dan of gelijk zijn aan de waarden, vermeld in bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd, kunnen worden gebruikt voor bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product.
§ 2
Bodemmaterialen die concentraties van stoffen bevatten die hoger zijn dan de waarden, vermeld in bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd, kunnen worden gebruikt voor bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product, op voorwaarde dat de concentraties van stoffen in de bodemmaterialen lager zijn dan of gelijk zijn aan de waarden, vermeld in bijlage VI, die bij dit besluit is gevoegd.
Als de bodemmaterialen concentraties van stoffen bevatten die hoger zijn dan de waarden, vermeld in bijlage VI, die bij dit besluit is gevoegd, worden de bodemmaterialen gereinigd door gebruik te maken van de beste beschikbare technieken die geen overmatig hoge kosten met zich meebrengen. Als de bodemmaterialen niet kunnen worden gereinigd door gebruik te maken van de beste beschikbare technieken die geen overmatig hoge kosten meebrengen, worden ze beheerd conform de bepalingen van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Als de bodemmaterialen concentraties van een zwaar metaal of een metalloïde bevatten die hoger zijn dan de waarde, vermeld in bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd, kunnen bodemmaterialen alleen worden gebruikt voor bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product onder de aanvullende voorwaarde dat de uitloogbaarheidswaarde van dat zware metaal of dat metalloïde in de uitgegraven bodem lager is dan of gelijk is aan de uitloogbaarheidswaarde, vermeld in bijlage VII, die bij dit besluit is gevoegd.
§ 3
Bodemmaterialen waarvan men weet of redelijkerwijs kan aannemen dat ze verontreinigende stoffen bevatten die niet vermeld zijn in bijlage V, die bij dit besluit is gevoegd, kunnen worden gebruikt voor bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product onder de volgende twee voorwaarden:
- 1°
- het gebruik van de bodemmaterialen veroorzaakt geen bijkomende verontreiniging van het grondwater;
- 2°
- de mogelijke blootstelling aan de verontreinigende stoffen levert geen bijkomend risico op.
Als de bodemmaterialen voor bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, worden de bodemmaterialen gereinigd door gebruik te maken van de beste beschikbare technieken die geen overmatig hoge kosten meebrengen. Als de bodemmaterialen niet kunnen worden gereinigd door gebruik te maken van de beste beschikbare technieken die geen overmatig hoge kosten meebrengen, worden de bodemmaterialen beheerd conform de bepalingen van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
§ 4
In afwijking van paragraaf 1 tot en met 3 kan bagger- en ruimingsspecie die vanuit bouwtechnisch of milieukundig oogpunt niet valoriseerbaar is om te gebruiken voor bouwkundig bodemgebruik of in een vormvast product, worden verwijderd conform de bepalingen van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. Het potentieel tot valorisatie van bagger- en ruimingsspecie die vanuit bouwtechnisch of milieukundig oogpunt geschikt is, wordt bepaald op basis van de beste beschikbare technieken die geen overmatig hoge kosten met zich meebrengen.
§ 5
Er wordt nagegaan of aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1 tot en met paragraaf 3, is voldaan aan de hand van een technisch verslag.
De reinigbaarheid, vermeld in paragraaf 3, tweede lid, laatste zin, en de valorisatie, vermeld in paragraaf 4, worden beoordeeld conform een code van goede praktijk die op voorstel van de OVAM wordt vastgesteld door de minister.
Vervangen bij art. 43 B.Vl.Reg. 21 september 2018 (BS 17 december 2018), met ingang van 1 april 2019 (art. 80).