17/02/2012 Vlarema
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Afdeling 5.4 Bepalingen over het beheer van asbesthoudende materialen
Wetshistoriek
Afdeling 5.4 (art. 5.4.1 - art. 5.4.15) ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 augustus 2021, met uitzondering van de artikelen 5.4.3 tot en met 5.4.12 die in werking treden op 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022) en artikel 5.4.15 dat in werking treedt op 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Artikel 5.4.1
De OVAM stelt het inspectieprotocol asbestinventarisatie op, vastgesteld door de minister. Het inspectieprotocol asbestinventarisatie bevat de standaardprocedure die gecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie moeten volgen om op een correcte manier een geldige asbestinventaris op te maken.
Het inspectieprotocol asbestinventarisatie regelt minstens:
- 1°
- de richtlijnen voor de afbakening van [het te inventariseren inspectiegebied] en de eventuele inspectiebeperkingen;
- 2°
- de inspanningsverplichtingen voor de asbestdeskundige [inventarisatie];
- 3°
- de richtlijnen voor monstername;
- 4°
- de richtlijnen voor de invoer van inspectiegegevens in de databank asbestinventarisatie;
- 5°
- de risico-evaluatie om een uitspraak te doen over [de asbesthoudende materialen en] de asbestveiligheid;
- 6°
- de richtlijnen voor het formuleren van adviezen over [het veilige beheer en het veilig verwijderen van de asbesthoudende materialen];
- 7°
- de modaliteiten van de aflevering, raadpleging en ontsluiting van een asbestinventarisattest [, het asbestinventarisattest gemene delen en het asbestinventarisattest gemeenschappelijk gebruikte delen] via de databank asbestinventarisatie;
- 8°
- de voorwaarden waaronder de geldigheidsduur van het asbestinventarisattest [, het asbestinventarisattest gemene delen en het asbestinventarisattest gemeenschappelijk gebruikte delen] verkort kan worden, vermeld in artikel 5.4.16, eerste lid;
- 9°
- [de voorschriften en de modaliteiten voor de opmaak van de asbestinventaris, de asbestinventaris gemene delen en de asbestinventaris gemeenschappelijk gebruikte delen;]
- 10°
- de voorschriften en modaliteiten voor het opmaken van een asbestinventaris per gebouw, per gebouweenheid [en per wooneenheid] [...];
- 11°
- de richtlijnen voor de afbakening en het bepalen van de som van de grondoppervlaktes, vermeld in artikel 5.4.2;
- 12°
- de verdere inhoud van het asbestinventarisattest[, het asbestinventarisattest gemene delen en het asbestinventarisattest gemeenschappelijk gebruikte delen].
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)).
Wetshistoriek
Lid 2:
- –
- 1° gewijzigd bij art. 76, 1° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024);
- –
- 2° gewijzigd bij art. 76, 2° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024);
- –
- 5° gewijzigd bij art. 76, 3° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024);
- –
- 6° gewijzigd bij art. 76, 4° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024);
- –
- 7° gewijzigd bij art. 19, 1° B.Vl.Reg. 19 juli 2024 (BS 10 september 2024 (ed. 2));
- –
- 8° gewijzigd bij art. 19, 2° B.Vl.Reg. 19 juli 2024 (BS 10 september 2024 (ed. 2));
- –
- 9° vervangen bij art. 19, 3° B.Vl.Reg. 19 juli 2024 (BS 10 september 2024 (ed. 2));
- –
- 10° gewijzigd bij art. 19, 4° en 5° B.Vl.Reg. 19 juli 2024 (BS 10 september 2024 (ed. 2));
- –
- 12° gewijzigd bij art. 19, 6° B.Vl.Reg. 19 juli 2024 (BS 10 september 2024 (ed. 2)).
Voorgeschiedenis
Lid 2, 9° gewijzigd bij art. 11 B.Vl.Reg. 7 juni 2024 (BS 8 augustus 2024), met ingang van 1 juli 2024 (art. 35).
Artikel 5.4.2
De eigenaar van een toegankelijke constructie met risicobouwjaar hoeft niet te beschikken over een geldig asbestinventarisattest als de grondoppervlakte van die constructie kleiner is dan 20 m2. [Als meerdere toegankelijke constructies met risicobouwjaar aanwezig zijn, moet de som van de grondoppervlaktes kleiner dan 20 m2 zijn.] Onder grondoppervlakte wordt verstaan: de loodrechte, horizontale projectie op het maaiveld van het dak gemeten aan de buitenzijden.
[In afwijking van het eerste lid moet een eigenaar van een toegankelijke constructie met risicobouwjaar met een grondoppervlakte kleiner dan 20 m2, die deel uitmaakt van een grotere toegankelijke constructie met een grondoppervlakte gelijk aan of groter dan 20 m2, beschikken over een asbestinventarisattest.]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)).
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 77, 1° en 2° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Artikel 5.4.3
Om als certificatie-instelling asbest erkend te worden en de erkenning te behouden, voldoet de organisatie aan de volgende voorwaarden:
- 1°
- de organisatie is opgericht in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte zonder winstoogmerk;
- 2°
- de effectieve leden, de bestuurders, hun vaste vertegenwoordigers en de personen die de organisatie kunnen verbinden, oefenen geen actieve opdracht of mandaat uit voor een bedrijf met asbestactiviteiten, meer bepaald activiteiten inzake expertise en begeleiding, inzake asbestinventarisatie, -beheer, -verwijdering en -analyse;
- 3°
- de effectieve leden, de bestuurders, hun vaste vertegenwoordigers en de personen die de organisatie kunnen verbinden, beschikken over burgerlijke en politieke rechten en hebben de laatste vijf jaar voor de aanvraagdatum tot erkenning geen strafrechtelijke veroordeling opgelopen voor overtredingen van de milieu- of arbeidswetgeving met betrekking tot asbest in een lidstaat van de Europese Unie;
- 4°
- de organisatie is niet bij een vonnis of arrest dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld voor een misdrijf dat door de aard ervan de beroepsmoraal van de rechtspersoon in kwestie in ernstige mate aantast;
- 5°
- de organisatie beschikt over een interne, onafhankelijke beroepscommissie;
- 6°
- [de organisatie beschikt over een eerstelijns telefonische en digitale helpdesk voor de bij haar aangesloten certificaathouders. Aangesloten certificaathouders zijn de persoonsgecertificeerde asbestdeskundige inventarisatie, vermeld in artikel 5.4.10, derde lid, en de procesgecertificeerde asbestdeskundige inventarisatie, vermeld in artikel 5.4.12;]
- 7°
- de organisatie beschikt over en werkt volgens een intern kwaliteitshandboek [met bijbehorende stukken,] dat alle procedures beschrijft van de werking en taken die onder de erkenning vallen [en de manier om deze correct en kwaliteitsvol uit te voeren, inclusief klachtenprocedure met klachtenregister omtrent de werking van de organisatie in het kader van het kwaliteitsbeheersysteem];
- 8°
- de organisatie beschikt over een digitaal informatiebeheersysteem dat een eenvoudige informatie-uitwisseling mogelijk maakt met de OVAM voor de procedures beschreven in het kwaliteitshandboek. Dat omvat onder meer een actueel gegevensbeheer van de geldige, geschorste of opgeheven certificaten;
- 9°
- de organisatie kan een beroep doen op voldoende, gekwalificeerde auditeurs voor de controle op aangesloten [persoons- en procesgecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie als vermeld in artikel 5.4.10, derde lid, en in artikel 5.4.12]. [Onder gekwalificeerde auditeur wordt verstaan iemand die:
- a)
- zelf een geldig persoonscertificaat als asbestdeskundige inventarisatie heeft;
- b)
- ervaring heeft als auditeur of daarvoor een opleiding heeft gevolgd;
- c)
- kennis heeft van de beoordelingsrichtlijnen voor de audits van de certificaathouders, zoals beschreven in het certificatiereglement voor certificatie-instellingen asbest;
- d)
- relevante werkervaring heeft met de opmaak van asbestinventarissen;
- e)
- ervaring heeft met het uitvoeren van veldwerk voor asbestinventarisaties, in het bijzonder voor het nemen van materiaalmonsters;
]
- 10°
- de organisatie kan een beroep doen op voldoende, gekwalificeerde lesgevers en de faciliteiten voor het geven van de verplichte opleiding aan kandidaat asbestdeskundigen inventarisatie. [Onder gekwalificeerde lesgever wordt verstaan iemand die:
- a)
- beschikt over ervaring met lesgeven;
- b)
- relevante werkervaring heeft met de opmaak van asbestinventarissen;
- c)
- ervaring heeft met het uitvoeren van veldwerk voor asbestinventarisaties, in het bijzonder voor het nemen van materiaalmonsters;
- d)
- geslaagd is voor het eindexamen, vermeld in artikel 5.4.10, dat de eindcompetenties toetst;
- e)
- de opleiding voor de lesgevers bij de OVAM gevolgd heeft;
- f)
- de jaarlijkse bijscholing voor lesgevers volgt bij de OVAM;
]
- 11°
- de organisatie kan een beroep doen op de faciliteiten voor het organiseren van het verplichte praktijkgedeelte binnen de verplichte opleiding aan kandidaat-asbestdeskundigen inventarisatie;
- 12°
- de organisatie beschikt over een verzekeringspolis beroepsaansprakelijkheid voor kosten die voortvloeien uit haar werking als certificatie-instelling asbest;
- 13°
- de organisatie werkt onder strikte geheimhouding naar derden uitgezonderd de toezichthoudende overheden;
- 14°
- de organisatie voert de toegewezen taken objectief, onafhankelijk en onpartijdig uit en verstrekt de juiste informatie over de geldende wettelijke bepalingen.
De certificatie-instelling asbest meldt elke wijziging waardoor ze niet meer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, onmiddellijk aan de OVAM.
De minister werkt de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, verder uit in een certificatiereglement. Het certificatiereglement bepaalt minstens de vereisten voor het gegevensbeheer en het digitaal informatiebeheerssysteem van een certificatie-instelling asbest, de modaliteiten van de werking van een interne beroepscommissie van een certificatie-instelling asbest, de modaliteiten van een intern kwaliteitshandboek van een certificatie-instelling asbest, de voorwaarden voor de organisatie van een eerstelijns digitale en telefonische helpdesk door een certificatie-instelling asbest.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Wetshistoriek
Lid 1:
- –
- 6° vervangen bij art. 78, 1° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024);
- –
- 7° gewijzigd bij art. 78, 2° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024) en bij art. 12 B.Vl.Reg. 7 juni 2024 (BS 8 augustus 2024), met ingang van 1 juli 2024 (art. 35);
- –
- 9° gewijzigd bij art. 78, 3° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024);
- –
- 10° gewijzigd bij art. 78, 4° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Artikel 5.4.4
§ 1
De aanvraag om erkend te worden als certificatie-instelling asbest [gebeurt met een aanvraagformulier, waarvan het model bepaald wordt door de minister en] bevat:
- 1°
- de statuten van de organisatie;
- 2°
- een kopie van het intern kwaliteitshandboek dat alle procedures beschrijft van de werking en taken die onder de erkenning vallen;
- 3°
- een door de bestuurders ondertekende organisatiebeschrijving met:
- a)
- de namen en functies van de personen die de organisatie kunnen verbinden;
- b)
- een door de bestuurders ondertekende verklaring op eer dat de organisatie voldoet aan alle erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 5.4.3;
- 4°
- een recent attest waaruit blijkt dat de organisatie aan haar sociale en fiscale verplichtingen voldaan heeft;
- 5°
- een bewijs van betaling van de retributie, vermeld in artikel 9.2.2.
§ 2
De erkenningsaanvraag als certificatie-instelling asbest wordt behandeld als volgt:
- 1°
- de aanvraag om erkend te worden, wordt met een beveiligde zending gericht aan de OVAM;
- 2°
- de OVAM onderzoekt de aanvraag om erkend te worden, vermeld in punt 1°, op haar volledigheid overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1:
- a)
- als de aanvraag onvolledig wordt bevonden, wordt de aanvrager binnen dertig kalenderdagen na de indiening van de aanvraag daarvan door de OVAM schriftelijk in kennis gesteld, met vermelding van de documenten en gegevens die ontbreken of nadere toelichting vereisen. Een nieuwe termijn van dertig kalenderdagen begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van de ontbrekende documenten en gegevens of de nadere toelichting om de aanvraag onvolledig te bevinden;
- b)
- als de aanvraag volledig wordt bevonden, wordt de aanvrager daarvan binnen dertig kalenderdagen na de indiening van de aanvraag of na de indiening van de gevraagde bijkomende documenten, gegevens en nadere toelichting door de OVAM met een beveiligde zending in kennis gesteld;
- c)
- als de OVAM uiterlijk dertig kalenderdagen na de indiening van de aanvraag of na de indiening van de bijkomende gevraagde documenten, gegevens en nadere toelichting de aanvrager niet met een beveiligde zending in kennis heeft gesteld van een beslissing over de volledigheid, wordt de aanvraag geacht volledig te zijn;
- 3°
- binnen zestig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van verzending van de beveiligde zending, vermeld in punt 2°, b), of, in voorkomend geval, vanaf de datum van het verstrijken van de termijn, vermeld in punt 2°, c), doet de OVAM uitspraak over de inhoudelijke kwaliteit van de aanvraag om erkend te worden, vermeld in punt 1°;
- 4°
- de OVAM betekent binnen negentig kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van verzending van de beveiligde zending, vermeld in punt 2°, b), of, in voorkomend geval, vanaf de datum van het verstrijken van de termijn, vermeld in punt 2°, c), de beslissing over de erkenning aan de aanvrager. De erkenningsbeslissing wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
§ 3
De erkenning is geldig voor onbepaalde duur en is niet overdraagbaar.
§ 4
De minister kan de procedure voor de aanvraag van de erkenning als certificatie-instelling asbest, vermeld in paragraaf 2, verder uitwerken in een certificatiereglement.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Wetshistoriek
§ 1, enig lid, inleidende bepaling gewijzigd bij art. 79 B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Artikel 5.4.5
§ 1
De OVAM kan de erkenning, vermeld in artikel 5.4.4, op elk moment schorsen voor een termijn van maximaal zes maanden in de volgende gevallen:
- 1°
- de houder van de erkenning voert de taken waarmee hij belast is, niet reglementair, objectief, onafhankelijk of onpartijdig uit;
- 2°
- de houder van de erkenning voldoet niet meer aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 5.4.3.
De OVAM brengt de houder van de erkenning met een beveiligde zending op de hoogte van de voorgenomen beslissing tot schorsing, met vermelding van de motieven. De houder van de erkenning beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van de beveiligde zending om de nodige formaliteiten te vervullen om de schorsing te voorkomen of zijn verweermiddelen aan de OVAM kenbaar te maken. Als die termijn verstrijkt zonder dat de OVAM een verdediging heeft ontvangen of zonder dat de houder de nodige formaliteiten vervuld heeft, treedt de schorsing in werking. Als de OVAM een verdediging ontvangt of bewijsstukken dat aan de formaliteiten voldaan is, beschikt ze over een termijn van zestig kalenderdagen na ontvangst hiervan om een beslissing te nemen over de voorgenomen schorsing. De OVAM kan voor de beoordeling aanvullende documenten, gegevens en nadere toelichting opvragen.
De beslissing tot schorsing wordt door de OVAM met een beveiligde zending aan de houder van de erkenning betekend en wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
De schorsing gaat in op de dertigste dag na de datum van de betekening van de beslissing aan de betrokkenen.
§ 2
De houder van de erkenning die overeenkomstig artikel 5.4.5, § 1, eerste lid, 2°, geschorst is, kan na het ingaan van de schorsing een aanvraag tot opheffing van de schorsing indienen bij de OVAM via een beveiligde zending. Bij de aanvraag tot opheffing van de schorsing voegt de houder van de erkenning de bewijsstukken die aantonen dat hij niet meer verkeert in een geval als vermeld in artikel 5.4.5, § 1, eerste lid, 2°. De OVAM beschikt over een termijn van zestig kalenderdagen nadat ze de aanvraag heeft ontvangen om een beslissing te nemen over de opheffing van de schorsing. De OVAM kan voor de beoordeling aanvullende documenten, gegevens en nadere toelichting opvragen.
Voor de houder van de erkenning die bij het verstrijken van de schorsingsperiode nog altijd niet voldoet aan de erkenningsvoorwaarden waarvoor hij met toepassing van artikel 5.4.5, § 1, eerste lid, 2°, geschorst is, wordt de schorsing van rechtswege met zes maanden verlengd.
§ 3
Tijdens de schorsingsperiode mag de houder van de erkenning alleen de taken uitvoeren die beschreven zijn in artikel 5.4.8, eerste lid, 4° en 5°. Trajecten van de taken die beschreven zijn in artikel 5.4.8, eerste lid, 1°, 2° en 3°, die bij het ingaan van de schorsing reeds liepen, kunnen wel afgewerkt worden.
§ 4
De minister kan de voorwaarden tot schorsing, de schorsingsprocedure en de werking tijdens de schorsingsperiode, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3, verder uitwerken in een certificatiereglement.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Artikel 5.4.6
§ 1
De OVAM kan de erkenning, vermeld in artikel 5.4.4, op elk moment opheffen in de volgende gevallen:
- 1°
- de houder van de erkenning voert de taken waarmee hij is belast herhaaldelijk of in ernstige mate niet reglementair, niet onafhankelijk, niet onpartijdig of niet objectief uit;
- 2°
- de houder van de erkenning voldoet bij het verstrijken van de schorsingsperiode, vermeld in artikel 5.4.5, § 1, nog altijd niet aan de erkenningsvoorwaarden waarvoor hij met toepassing van artikel 5.4.5, § 1, eerste lid, 2°, geschorst is;
- 3°
- de houder van de erkenning is bij een vonnis of arrest dat in kracht van gewijsde is gegaan, veroordeeld voor een misdrijf dat door de aard ervan de beroepsmoraal van de rechtspersoon in kwestie in ernstige mate aantast;
- 4°
- een persoon die de houder van de erkenning kan verbinden is bij vonnis of arrest dat in kracht van gewijsde is gaan, veroordeeld voor overtredingen van de milieu- of arbeidswetgeving in een lidstaat van de Europese Unie.
De OVAM brengt de houder van de erkenning met een beveiligde zending op de hoogte van de voorgenomen beslissing tot opheffing, met vermelding van de motieven. De houder van de erkenning beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen nadat hij de beveiligde zending heeft ontvangen om de nodige formaliteiten te vervullen om de opheffing te voorkomen of zijn verweermiddelen aan de OVAM kenbaar te maken. Als die termijn verstrijkt zonder dat de OVAM een verdediging heeft ontvangen of zonder dat de houder de nodige formaliteiten vervuld heeft, treedt de opheffing in werking. Als de OVAM een verdediging ontvangt of bewijsstukken dat aan de formaliteiten voldaan is, beschikt ze over een termijn van zestig kalenderdagen na ontvangst hiervan om een beslissing te nemen over de voorgenomen opheffing. De OVAM kan voor de beoordeling aanvullende documenten, gegevens of nadere toelichting opvragen.
De beslissing tot opheffing wordt door de OVAM met een beveiligde zending aan de houder van de erkenning betekend en wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
De opheffing gaat in op de dertigste dag na de datum van de betekening van de beslissing aan de betrokkenen.
§ 2
De erkenning wordt van rechtswege opgeheven als de houder van de erkenning na het verstrijken van de verlengde schorsingsperiode, vermeld in artikel 5.4.5, § 2, tweede lid, nog altijd niet voldoet aan de erkenningsvoorwaarden waarvoor hij met toepassing van artikel 5.4.5, § 1, eerste lid, 2, ° geschorst is.
§ 3
Om opnieuw in aanmerking te komen als certificatie-instelling asbest na opheffing van de erkenning, wordt een nieuwe aanvraag ingediend conform artikel 5.4.4.
§ 4
De minister kan de voorwaarden tot opheffing van de erkenning en de opheffingsprocedure, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3, verder uitwerken in een certificatiereglement.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Artikel 5.4.7
De OVAM of een door de OVAM aangestelde onafhankelijke instantie controleert minimaal één keer per jaar of de certificatie-instelling asbest nog voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 5.4.3, en de kwalitatieve uitvoering van de taken waarmee ze is belast, vermeld in artikel 5.4.8.
[De OVAM of een door de OVAM aangestelde onafhankelijke instantie kan altijd stukken en informatie opvragen die noodzakelijk zijn om de werking van de certificatie-instellingen asbest te beoordelen.]
De certificatie-instelling asbest bezorgt de OVAM voor [1 maart] van elk jaar een jaarverslag van de periode van 1 januari tot en met 31 december van het voorgaande werkingsjaar. De minister kan de inhoud van het jaarverslag verder uitwerken in een certificatiereglement.
[De minister kan de modaliteiten van de controle, vermeld in het eerste en tweede lid verder uitwerken in een certificatiereglement voor certificatie-instellingen asbest.]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 80, 1° tot 3° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Artikel 5.4.8
De certificatie-instelling asbest heeft als taak:
- 1°
- het organiseren van een opleiding inzake het inspectieprotocol asbestinventarisatie, de databank asbestinventarisatie, aangevuld met een praktijkgedeelte[, met aflevering van een opleidingsattest];
- 2°
- het verlenen, schorsen en opheffen van een persoonscertificaat asbestdeskundige inventarisatie als vermeld in artikel 5.4.10;
- 3°
- het verlenen, schorsen en opheffen van een procescertificaat asbestdeskundige inventarisatie vermeld in artikel 5.4.12;
- 4°
- [het aanbieden van een eerstelijns telefonische en digitale helpdesk voor de bij haar aangesloten persoons- en procesgecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie, vermeld in artikel 5.4.10, derde lid, en in artikel 5.4.12, en het beheren en opvolgen van klachten over hun werking;]
- 5°
- [het waarborgen van het kwaliteitsvolle gebruik van de certificaten van de bij haar aangesloten persoonsgecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie, vermeld in artikel 5.4.10, derde lid, en de procesgecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie, vermeld in artikel 5.4.12, in het bijzonder door audits en controles, klachtenregeling met klachtenregister, sanctionering, informatieverstrekking aan de certificaathouders en het organiseren van een jaarlijkse verplichte bijscholing, met aflevering van een opleidingsattest. De sanctieregeling voor de bij haar aangesloten persoons- en procesgecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie, vermeld in artikel 5.4.10, en de procesgecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie, vermeld in artikel 5.4.12, omvat een systeem voor schorsing, opheffing, voorwaardelijke opheffing en waarschuwing.]
[De minister kan de taken, vermeld in dit lid, verder uitwerken in een certificatiereglement.]
[De certificatie-instelling asbest vraagt jaarlijks minstens vijftien euro vaste kosten aan de persoonsgecertificeerde asbestdeskundige inventarisatie per door hem opgemaakte asbestinventaris waarvoor een asbestinventarisattest is afgeleverd in het jaar van aansluiting.
De certificatie-instelling asbest kan bijkomende kosten vragen voor de behandeling van de aanvraag van een persoons- of procescertificaat asbestdeskundige inventarisatie en het organiseren van controle en audits en de jaarlijks verplichte bijscholing. De minister kan een minimum tarief opleggen voor deze bijkomende kosten in een certificatiereglement.]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Wetshistoriek
Lid 1:
- –
- 1° gewijzigd bij art. 81, 1° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024);
- –
- 4° vervangen bij art. 81, 2° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024);
- –
- 5° vervangen bij art. 81, 3° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Lid 1 gewijzigd bij art. 81, 4° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Lid 2 vervangen bij art. 81, 5° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Artikel 5.4.9
In de volgende gevallen neemt een door de OVAM aangestelde organisatie de taken van een certificatie-instelling asbest over:
- 1°
- bij het ontbreken van erkende certificatie-instellingen asbest;
- 2°
- bij ontoereikende operationaliteit van certificatie-instellingen asbest als daardoor een vlotte marktwerking voor het opmaken en het uitreiken van asbestinventarisattesten wordt verhinderd.
Om in voorkomend geval een vlotte overname te kunnen garanderen, verleent de certificatie-instelling asbest de door de OVAM aangestelde organisatie altijd een vlotte toegang tot haar actuele gegevensbeheer en digitaal informatiebeheerssysteem.
Bij tijdelijke overname van de taken van certificatie-instelling asbest kan de door de OVAM aangestelde organisatie de gemaakte kosten terugvorderen van de certificatie-instelling asbest in kwestie.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Artikel 5.4.10
Een natuurlijk persoon kan een persoonscertificaat asbestdeskundige inventarisatie verkrijgen van een certificatie-instelling asbest als die aan al de volgende voorwaarden voldoet:
- 1°
- beschikken over een diploma secundair onderwijs type ASO of TSO of een gelijkwaardig diploma of beschikken over minimaal twee jaar relevante beroepservaring, opgedaan in de afgelopen zes jaar. De relevante beroepservaring wordt aangetoond door een verklaring op erewoord;
- 2°
- doorlopen van de verplichte opleiding met praktijkgedeelte inzake het inspectieprotocol asbestinventarisatie via een erkende certificatie-instelling asbest;
- 3°
- slagen voor het eindexamen dat de eindcompetenties toetst;
- 4°
- op erewoord verklaren onafhankelijk en onpartijdig te werken [en geen gebruik te maken van hun certificaat als de onafhankelijke en onpartijdige uitvoering van de dienstverlening niet kan worden gewaarborgd ten aanzien van de opdrachtgever of de uitvoerder van asbestverwijderings- of inkapselingswerken van de toegankelijke constructie met risicobouwjaar waarvoor de persoonsgecertificeerde asbestdeskundige inventarisatie de asbestinventaris opstelt.]
Het eindexamen, vermeld in de artikelen 5.4.3, 5.4.8 en 5.4.10, eerste lid, 3°, wordt opgesteld, afgenomen en beoordeeld door de OVAM of een door haar daartoe aangestelde organisatie.
Persoonsgecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie kunnen het beroep van asbestdeskundige inventarisatie alleen actief uitoefenen als ze in dienst zijn bij of bestuurder-zaakvoerder zijn van een procesgecertificeerde asbestdeskundige inventarisatie, vermeld in artikel 5.4.12. [Een persoonsgecertificeerde asbestdeskundige inventarisatie kan zich maar bij één certificatie-instelling asbest aansluiten. De aansluiting gebeurt bij de certificatie-instelling asbest waarbij het jaarlijkse tarief, vermeld in artikel 5.4.8, tweede lid, betaald wordt.]
Persoonsgecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie moeten jaarlijks een verplichte bijscholing volgen bij een erkende certificatie-instelling asbest.
De minister werkt de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, verder uit in een certificatiereglement.
Opleidingen over asbestinventarisatie die gevolgd zijn gedurende drie maanden voor de afgifte van de eerste erkenning als certificatie-instelling asbest, vermeld in artikel 5.4.3, kunnen door een erkende certificatie-instelling asbest aanvaard worden als een opleiding, vermeld in het eerste lid, 2°. [Het certificatiereglement bepaalt minstens de werkwijze voor de beoordeling of de onafhankelijke en onpartijdige uitvoering van een dienstverlening, vermeld in het eerste lid, punt 4°, kan worden gewaarborgd. De voormelde werkwijze bevat een niet-limitatieve opsomming van de gevallen waarin, tot het bewijs van het tegendeel, wordt vermoed dat de persoonsgecertificeerde asbestdeskundige inventarisatie zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.]
[De OVAM stelt een register van de verleende, geschorste en opgeheven persoonscertificaten asbestdeskundige inventarisatie, ter beschikking via haar website.]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Wetshistoriek
Lid 1, 4° gewijzigd bij art. 82, 1° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Lid 3 gewijzigd bij art. 82, 2° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Lid 6 gewijzigd bij art. 82, 3° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Lid 7 ingevoegd bij art. 82, 4° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Artikel 5.4.11
Overeenkomstig artikel 33/10, § 3, laatste lid Materialendecreet kunnen interne preventieadviseurs of interne milieucoördinators voor een toegankelijke constructie met risico-bouwjaar in eigendom of exploitatie van de werkgever een asbestinventaris opmaken [voor het deel van de toegankelijke constructie met risicobouwjaar waar de werkgever werknemers tewerkstelt,] als voldaan is aan al de volgende voorwaarden:
- 1°
- ze bezitten een persoonscertificaat asbestdeskundige inventarisatie;
- 2°
- ze treden op als werknemer van de eigenaar of exploitant;
- 3°
- de werkgever is geregistreerd bij een erkende certificatie-instelling asbest.
De erkende certificatie-instelling asbest houdt toezicht op de geregistreerde interne preventieadviseur of intern milieucoördinator.
De minister kan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, verder uitwerken in een certificatiereglement.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Wetshistoriek
Lid 1, inleidende bepaling gewijzigd bij art. 83 B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Artikel 5.4.12
Een bedrijf kan een procescertificaat asbestdeskundige inventarisatie verkrijgen van een certificatie-instelling asbest als het aan al de volgende voorwaarden voldoet:
- 1°
- beschikken over een verzekeringspolis beroepsaansprakelijkheid voor kosten die voortvloeien uit haar werking als procesgecertificeerd asbestdeskundige inventarisatie;
- 2°
- op erewoord verklaren om onafhankelijk en onpartijdig te werken, de persoonsgecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie de tijd en middelen te bieden om kwaliteitsvol asbestinventarissen te kunnen opmaken, alleen een beroep te doen op persoonsgecertificeerde asbestdeskundigen asbestinventarisatie voor de uitvoering en opmaak van asbestinventarissen. [Procesgecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie mogen geen gebruik maken van hun certificaat als de onafhankelijke en onpartijdige uitvoering van de dienstverlening niet kan worden gewaarborgd ten aanzien van de opdrachtgever of de uitvoerder van asbestverwijderings- of inkapselingswerken van de toegankelijke constructie met risicobouwjaar waarvoor de procesgecertificeerde asbestdeskundige inventarisatie de asbestinventaris opstelt;]
- 3°
- beschikken over een zaakvoerder of werknemer die beschikt over een persoonscertificaat asbestdeskundige inventarisatie ;
- 4°
- werken volgens een intern kwaliteitsbeheerssysteem.
Een bedrijf kan maar over één procescertificaat asbestdeskundige inventarisatie beschikken en is aangesloten bij de certificatie-instelling asbest dat het procescertificaat heeft uitgereikt.
De minister werkt de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, verder uit in een certificatiereglement. Het certificatiereglement bepaalt de minimumvereisten voor het kwaliteitsbeheersysteem dat ze moeten volgen [en de werkwijze voor de beoordeling of de onafhankelijke en onpartijdige uitvoering van een dienstverlening, vermeld in het eerste lid, punt 2°, kan worden gewaarborgd.]. [De voormelde werkwijze bevat een niet-limitatieve opsomming van de gevallen waarin, tot het bewijs van het tegendeel, wordt vermoed dat de persoonsgecertificeerde asbestdeskundige inventarisatie zich in een situatie van onverenigbaarheid bevindt.]
[De OVAM stelt een register van de verleende, geschorste en opgeheven procescertificaten asbestdeskundigen inventarisatie ter beschikking via haar website.]
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Wetshistoriek
Lid 1, 2° gewijzigd bij art. 84, 1° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Lid 3 gewijzigd bij art. 84, 2° en 3° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Lid 4 ingevoegd bij art. 84, 4° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Artikel 5.4.13
§ 1
De asbestdeskundige inventarisatie kan conform de bepalingen van de regelgeving over de bescherming en verwerking van persoonsgegevens de volgende persoonsgegevens verwerken:
- 1°
- persoonlijke contactgegevens van de eigenaar van de toegankelijke constructie met risicobouwjaar:
- a)
- naam en voornaam;
- b)
- adresgegevens: straat, nummer, bus, postnummer en gemeente;
- c)
- telefoniereferenties;
- d)
- e-mail;
- 2°
- kenmerken van de toegankelijke constructie met risicobouwjaar:
- a)
- kadastrale basisgegevens van de constructie;
- b)
- adresgegevens: straat, nummer, bus, postnummer en gemeente;
- c)
- ouderdom van de constructie;
- d)
- type constructie;
- e)
- fysieke kenmerken van de constructie;
- f)
- eigendomstoestand van de constructie;
- 3°
- rijksregisternummer of identificatienummer van de sociale zekerheid van de eigenaar van de toegankelijke constructie met risicobouwjaar.
§ 2
De OVAM kan conform de bepalingen van de regelgeving over de bescherming en verwerking van persoonsgegevens de volgende persoonsgegevens verwerken:
- 1°
- kenmerken van de toegankelijke constructie met risicobouwjaar:
- a)
- kadastrale basisgegevens van de constructie;
- b)
- adresgegevens: straat, nummer, bus, postnummer en gemeente;
- c)
- ouderdom van de constructie;
- d)
- type constructie;
- e)
- fysieke kenmerken van de constructie;
- f)
- eigendomstoestand van de constructie;
- 2°
- rijksregisternummer of identificatienummer van de sociale zekerheid van de eigenaar van de toegankelijke constructie met risicobouwjaar.
§ 3
De persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, 2°, worden door de asbestdeskundige inventarisatie gedurende 10 jaar bewaard. De persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 2, 1°, worden door de OVAM bewaard zolang een opvolging van het behoud van een asbestveilige toestand dit vereist.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)).
Artikel 5.4.14
§ 1
De volgende actoren kunnen leesrecht krijgen tot de databank asbestinventarisatie, ofwel rechtstreeks [ofwel via een gegevensdelingsplatform van de Vlaamse overheid:]
- 1°
- een eigenaar van een toegankelijke constructie met risicobouwjaar voor zijn asbestinventarisattest;
- 2°
- een medewerker van een procesgecertificeerd asbestdeskundige inventarisatie voor de door haar opgestelde asbestinventarissen en de bijbehorende asbestinventarisattesten;
- 3°
- een syndicus die is aangesteld voor de mede-eigendom voor het asbestinventarisattest opgesteld voor de gemeenschappelijke delen;
- 4°
- een notaris voor het asbestinventarisattest voor een toegankelijke constructie met risicobouwjaar dat het voorwerp is van een overdracht;
- 5°
- een toezichthouder wooninspectie voor een geografisch afgebakend gebied waarvoor de toezichthouder bevoegd is;
- 6°
- een medewerker van een hulpdienst voor een geografisch afgebakend gebied waarvoor de medewerker van de hulpdienst bevoegd is;
- 7°
- een medewerker van een bij de certificatie-instelling asbest geregistreerde werkgever, zoals vermeld in artikel 5.4.11, 3°, voor de asbestinventarissen opgesteld voor de toegankelijke constructie met risicobouwjaar in eigendom of exploitatie van de werkgever en de bijbehorende asbestinventarisattesten;
- 8°
- een vastgoedmakelaar voor het asbestinventarisattest van de toegankelijke constructie met risicobouwjaar dat via bemiddeling van de vastgoedmakelaar te koop of te huur wordt aangeboden;
- 9°
- een toezichthouder milieu voor een geografisch afgebakend gebied waarvoor de toezichthouder bevoegd is.
- 10°
- een lokaal bestuur dat specifieke projecten asbestafbouw heeft;
- 11°
- [een vastgoedcommissaris van de dienst Vastgoedtransacties van de Vlaamse overheid voor het asbestinventarisattest voor een toegankelijke constructie met risicobouwjaar dat het voorwerp is van een overdracht;]
- 12°
- [een conform artikel 4.3.6 erkende sloopbeheerorganisatie voor een toegankelijke constructie met risicobouwjaar die het voorwerp is van een sloopopvolgingsplan;]
- 13°
- [een medewerker van het Agentschap Onroerend Erfgoed voor de asbestinventarissen en de bijbehorende asbestinventarisattesten voor de toegankelijke constructies met risicobouwjaar die zijn opgenomen in de Inventaris van het Onroerend Erfgoed.]
§ 2
De volgende actoren kunnen lees- en schrijfrecht krijgen tot de databank asbestinventarisatie:
- 1°
- persoonsgecertificeerd asbestdeskundige inventarisatie voor de asbestinventarissen waarvoor zijn bedrijf een formele opdracht tot aanmaak of actualisatie heeft ontvangen van de eigenaar;
- 2°
- een medewerker of auditeur die is aangesteld door de erkende certificatie-instelling asbest voor de asbestinventarissen van de bij haar aangesloten certificaathouders en de daartoe behorende persoonsgecertificeerde asbestdeskundige inventarisatie;
- 3°
- een medewerker van de OVAM die is aangesteld door de leidend ambtenaar van de OVAM.
De minister werkt de verdere regels over het toegangsbeheer [en de mogelijke aanpassing van de lees- en schrijfrechten minstens na sanctionering van de certificatie instelling asbest, vermeld in artikel 5.4.8, eerste lid, 5°] van de databank asbestinventarisatie, vermeld in § 1 en § 2, uit in het certificatiereglement.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)).
Wetshistoriek
§ 1, enig lid:
- –
- inleidende bepaling gewijzigd bij art. 13, 1° B.Vl.Reg. 7 juni 2024 (BS 8 augustus 2024), met ingang van 1 juli 2024 (art. 35);
- –
- 11° en 12° ingevoegd bij art. 85, 1° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024);
- –
- 13° ingevoegd bij art. 13, 2° B.Vl.Reg. 7 juni 2024 (BS 8 augustus 2024), met ingang van 1 juli 2024 (art. 35).
§ 2, lid 2 gewijzigd bij art. 85, 2° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Artikel 5.4.15
De standaard geldigheidsduur van een asbestinventarisattest bedraagt tien jaar, maar kan door de gecertificeerd asbestdeskundige asbestinventarisatie verminderd worden op basis van de richtlijnen die beschreven zijn in het inspectieprotocol asbestinventarisatie, vermeld in artikel 5.4.1.
[Indien geen asbesthoudende materialen werden aangetroffen, is de geldigheid van het asbestinventarisattest van onbepaalde duur.]
De geldigheidstermijnen, vermeld in het eerste lid [en tweede lid], gelden alleen bij een ongewijzigde toestand van het inspectiegebied, zoals opgenomen in het asbestinventarisattest. Bij gewijzigde toestand vraagt de eigenaar een nieuw asbestinventarisattest aan binnen een termijn van één jaar na de vaststelling van de wijziging. Er is sprake van een gewijzigde toestand als:
- 1°
- er nieuwe asbesthoudende materialen zijn aangetroffen;
- 2°
- er werken zijn gebeurd die tot gevolg hebben dat het inspectiegebied, zoals opgenomen in het bestaand asbestinventarisattest als asbestveilig beschouwd kan worden;
- 3°
- de toestand van de asbesthoudende materialen zichtbaar gewijzigd is door een calamiteit of een incident.
De minister kan de modaliteiten van de vaststelling van een gewijzigde toestand en het verkrijgen van een geactualiseerd asbestinventarisattest verder uitwerken in het inspectieprotocol.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 63 B.Vl.Reg. 2 juli 2021 (BS 17 augustus 2021 (ed. 1)), met ingang van 27 april 2022 (art. 2 MB Vl.Reg. 1 april 2022 (BS 22 april 2022).
Wetshistoriek
Lid 2 ingevoegd bij art. 86, 1° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Lid 3, inleidende bepaling gewijzigd bij art. 86, 2° B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).
Artikel 5.4.16
§ 1
In de sectorraad asbest worden minstens de volgende partijen vertegenwoordigd:
- 1°
- de OVAM;
- 2°
- de sectorvertegenwoordiging van asbestdeskundigen inventarisatie;
- 3°
- de sectorvertegenwoordiging van erkende asbestlabo's;
- 4°
- de sectorvertegenwoordiging van de erkende asbestverwijderaars;
- 5°
- Constructiv, als vertegenwoordiger van de bouw en de sociale partners;
- 6°
- een vertegenwoordiger van elke erkende certificatie-instelling asbest;
- 7°
- een vertegenwoordiger van een erkende slachtoffervereniging inzake asbest.
De minister kan de samenstelling van de sectorraad asbest, vermeld in het eerste lid, verder uitwerken in het certificatiereglement asbest.
§ 2
De sectorraad bestaat uit twee comités:
- 1°
- het technisch comité, samengesteld door de partijen, vermeld in paragraaf 1, punt 1° tot en met 6°. Dit technisch comité geeft niet-bindend advies als vermeld in artikel 33/17, tweede lid, punt 1° en 2°, van het Materialendecreet;
- 2°
- het algemeen comité, samengesteld door de partijen, vermeld in paragraaf 1, punt 1° tot en met 7°. Het algemeen comité geeft niet-bindend advies als vermeld in artikel 33/17, tweede lid, punt 3°, van het Materialendecreet.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 87 B.Vl.Reg. 22 december 2023 (BS 29 maart 2024).