Om de hulpbronnenefficiëntie te verbeteren en de emissies te verminderen, wordt een overzicht opgemaakt, dat actueel gehouden wordt en regelmatig herzien wordt, ook als zich een belangrijke wijziging voordoet, van het water-, energie- en grondstoffenverbruik en van de afvalwater- en afgasstromen, dat deel uitmaakt van het milieubeheersysteem, vermeld in artikel 3.15.2.3.1. Het overzicht bevat al de volgende elementen:
- 1°
- informatie over de voedingsmiddelen-, dranken- en zuivelproductieprocessen, met inbegrip van:
- a)
- vereenvoudigde processtroomdiagrammen waaruit de herkomst van de emissies blijkt;
- b)
- beschrijvingen van procesgeïntegreerde technieken en technieken om afvalwater en afgas te behandelen om emissies te voorkomen of te verminderen, met inbegrip van de prestaties ervan;
- 2°
- informatie over waterverbruik en -gebruik en vaststelling van acties om het waterverbruik en de hoeveelheid afvalwater te verminderen als vermeld in artikel 3.15.2.6.1;
- 3°
- informatie over de omvang en de kenmerken van de afvalwaterstromen, met inbegrip van:
- a)
- gemiddelde waarden en variabiliteit van debiet, pH en temperatuur;
- b)
- gemiddelde concentratie en vrachten van de relevante verontreinigende stoffen en parameters en de variabiliteit daarvan;
- 4°
- informatie over de eigenschappen van de afgasstromen, met inbegrip van:
- a)
- gemiddelde waarden en variabiliteit van debiet en temperatuur;
- b)
- gemiddelde concentratie en vrachten van de relevante verontreinigende stoffen en parameters en de variabiliteit daarvan;
- c)
- de aanwezigheid van andere stoffen die van invloed kunnen zijn op het afgasbehandelingssysteem of de veiligheid van de installatie;
- 5°
- informatie over het energieverbruik en -gebruik, de hoeveelheid gebruikte grondstoffen en ook de hoeveelheid en kenmerken van de geproduceerde residuen, en vaststelling van acties om de hulpbronnenefficiëntie voortdurend te verbeteren als vermeld in artikel 3.15.2.5.1 en 3.15.2.8.1;
- 6°
- vaststelling en uitvoering van een passende monitoringstrategie met het oog op verbetering van de hulpbronnenefficiëntie, waarbij rekening wordt gehouden met het energie-, water- en grondstoffenverbruik. De monitoring kan directe metingen, berekeningen of registratie met een passende frequentie omvatten. De monitoring wordt uitgesplitst op het meest geschikte niveau.
In het eerste lid, 5°, wordt verstaan onder residu: een stof die of een voorwerp dat als afvalstof of bijproduct wordt gegenereerd door de activiteiten die binnen het toepassingsgebied van dit hoofdstuk vallen.
De mate van gedetailleerdheid van het overzicht is over het algemeen gerelateerd aan de aard, de omvang en de complexiteit van de installatie en alle mogelijke milieueffecten ervan.
Het overzicht wordt ter beschikking gehouden van de toezichthouder en van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Ingevoegd bij art. 3 B.Vl.Reg. 17 december 2021 (BS 18 maart 2022).