Als niet wordt voldaan aan artikel 17 of in gevallen waarover de waterwegbeheerder of het havenbedrijf oordeelt of als de eigenaar, de huurder, de bevrachter, aan wie het schip voor eigen gebruik ter beschikking gesteld wordt, alsmede de exploitant van het schip onbekend zijn, kan de waterwegbeheerder of het havenbedrijf ambtshalve en op risico van de eigenaar, huurder, bevrachter, aan wie het schip voor eigen gebruik ter beschikking gesteld wordt, en exploitant en van de persoon die aansprakelijk wordt gehouden voor de omstandigheden waardoor het schip gestrand, gezonken of onbeheerd is:
- 1°
- een gestrand, gezonken of onbeheerd schip, daarbij inbegrepen alles wat zich aan boord bevindt of heeft bevonden, vlot brengen, verwijderen, vernietigen of onschadelijk maken;
- 2°
- de lading van het schip verwijderen, vernietigen of onschadelijk maken;
- 3°
- het reeds geborgen of verwijderde schip of lading uit de waterweg of de haven wegruimen;
- 4°
- alle andere nodige maatregelen treffen voor de veiligheid, de vrijheid van de scheepvaart en de vrijwaring van de functionaliteit van de waterweg of de haven of met het oog op de instandhouding van de waterweg of de haven.
De uitoefening van de door dit artikel toegekende bevoegdheden door de waterwegbeheerder of het havenbedrijf kan niet worden verhinderd door enige beslag- of dwangmaatregel.
Het besluit van de waterwegbeheerder of het havenbedrijf om, ten aanzien van een schip gebruik te maken van de bevoegdheden, vermeld in het eerste lid, wordt bekendgemaakt in een nautische publicatie.
In spoedeisende gevallen, waarover de waterwegbeheerder of het havenbedrijf oordeelt, kan deze bekendmaking achterwege worden gelaten.
Zodra het besluit van de waterwegbeheerder of het havenbedrijf werd bekendgemaakt, is het verboden het op te ruimen of te verwijderen schip, de voorwerpen of goederen te verwijderen zonder vergunning van de waterwegbeheerder of het havenbedrijf. Deze vergunning wordt niet geweigerd voor de scheepspapieren en de persoonlijke bezittingen van de gezagvoerder, de bemanningsleden en de passagiers.
Hulp en berging omvatten mede de verrichtingen en maatregelen, vermeld in het eerste lid.
Vóór elke uitvoering van de in artikel 140 vermelde maatregelen of verrichtingen kan de waterwegbeheerder of het havenbedrijf eisen dat de eigenaar, de huurder, de bevrachter, aan wie het schip voor eigen gebruik ter beschikking gesteld wordt, of de exploitant van het schip of enige persoon van wie de aansprakelijkheid in het geding kan komen of, rechtstreeks, dat de verzekeraar van hun respectieve aansprakelijkheid, hem de som voorschiet die de waterwegbeheerder of het havenbedrijf voldoende acht om de kosten van die maatregelen of verrichtingen te dekken.
Voor de eigenaar, huurder, bevrachter, aan wie het schip voor eigen gebruik ter beschikking gesteld wordt, en exploitant van het gestrand, gezonken of onbeheerd schip en voor die van het schip waarvan de aansprakelijkheid in het geding kan komen, alsmede voor hun respectieve verzekeraar mag deze som niet meer bedragen dan die waartoe de betrokken eigenaar, huurder, bevrachter, aan wie het schip voor eigen gebruik ter beschikking gesteld wordt, en exploitant zijn aansprakelijkheid kan beperken op grond van artikel 18 of het Verdrag van Straatsburg van 2012 inzake de beperking van aansprakelijkheid in de binnenvaart (CLNI 2012), ondertekend te Straatsburg op 27 september 2012.
Het voorschieten kan, zonder lasten voor de waterwegbeheerder of het havenbedrijf, worden vervangen door het stellen van een garantie die de waterwegbeheerder of het havenbedrijf aanvaardbaar en toereikend acht.
De garantie is aanvaardbaar als haar bedrag werkelijk beschikbaar is en vrij overdraagbaar is zodra zij is gesteld.
De garantie is toereikend als haar bedrag overeenstemt met de som, vermeld in het eerste of het tweede lid.
De som voorgeschoten of de garantie gegeven door een van de personen waarvan de aansprakelijkheid in het gedrang kan komen dan wel door zijn verzekeraar, wordt geacht te zijn voorgeschoten of gegeven door al die personen.
De voorgeschoten som en eventueel de garantie, mogen door de waterwegbeheerder of het havenbedrijf worden aangewend voor de financiering van de uitvoering van de maatregelen en verrichtingen, vermeld in artikel 140.
De voorgeschoten som en de garantie zijn uitsluitend bestemd voor de voldoening van de vorderingen van de waterwegbeheerder of het havenbedrijf betreffende de kosten, vermeld in artikel 18. Zij zijn niet vatbaar voor beslag op verzoek van andere schuldeisers.
Het vonnis dat na het voorschieten van de som of het verlenen van de garantie het faillissement uitspreekt, uitspraak doet over de homologatieaanvraag van het reorganisatieplan of dat de overdracht onder gerechtelijk gezag beveelt, van degene die de som heeft voorgeschoten of de garantie heeft gesteld, heeft geen gevolg voor die som of die garantie.