Meer info
     

08/05/2019 Belgisch Scheepvaartwetboek
Belgisch Scheepvaartwetboek

Artikel 4.6.1.6 Gebruik van vaste camera's in de territoriale zee

§ 1

Het initiatief tot het plaatsen van één of meer vaste camera's wordt genomen door de verwerkingsverantwoordelijke, die enkel een openbare overheid kan zijn.

§ 2

De verwerkingsverantwoordelijke richt de aanvraag tot het installeren van een vaste camera aan de Cel Maritieme Beveiliging en verduidelijkt in de aanvraag volgende punten:
locatie van het plaatsen van de camera;
de perimeter;
het doeleinde van het gebruik van de camera;
de specificaties van de camera;
de voorgestelde bewaringstermijn die de maximale van duur zoals bepaald in paragraaf 7 niet te boven mag gaan;
de wijze waarop de verwerking van de gegevens gebeurt.
De Koning bepaalt de vorm en de inhoud van het aanvraagformulier.
De Cel Maritieme Beveiliging vraagt een advies aan het MIK over de punten 1° tot en met 4°. Indien dit advies niet binnen de dertig dagen wordt gegeven, wordt het geacht positief te zijn.
De Cel Maritieme Beveiliging bezorgt het dossier samen met het advies van het MIK aan de minister die beslist over de plaatsing en de modaliteiten van de camera. De beslissing van de minister is geldig voor een termijn van 5 jaar waarna deze vernieuwd moet worden.

§ 3

De Cel Maritieme Beveiliging maakt de plaatsing van de camera bekend via een Bericht aan Zeevarenden en een publicatie op de website van de Cel Maritieme Beveiliging.

§ 4

De verwerkingsverantwoordelijke houdt een register bij met de beeldverwerkingsactiviteiten van de camera's uitgevoerd onder zijn verantwoordelijkheid. De Koning bepaalt de inhoud van dit register, de modaliteiten en de bewaartermijn ervan.

§ 5

Het bekijken van deze beelden in real time is enkel toegestaan door de diensten bedoeld in artikel 4.2.4.4/1, opdat de bevoegde diensten onmiddellijk kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde en deze diensten in hun optreden optimaal kunnen worden gestuurd, of voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek.

§ 6

Het opnemen van de beelden die aanleiding geven tot een verwerking van persoonsgegevens is uitsluitend toegestaan voor de verwezenlijking van de doelstellingen bedoeld in artikel 4.6.1.4.

§ 7

De beelden die aanleiding geven tot een verwerking van persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan strikt noodzakelijk voor de verwezenlijking van de doelstellingen zoals bedoeld in artikel 4.6.1.4, zonder dat de termijn 5 jaar mag overschrijden.

§ 8

In afwijking van paragraaf 1 kan de verwerkingsverantwoordelijke de exploitant van een bouw- of kunstwerk, kabel of pijpleiding zijn op voorwaarde dat de camera enkel de eigen installatie of veiligheidszone filmt en:
het gebruik van de camera's is opgenomen in het beveiligingsplan bedoeld in artikel 2.5.2.64; of
het gebruik van de camera tot doel heeft de naleving van de veiligheidszone vastgesteld overeenkomstig het koninklijk besluit van 4 februari 2020 tot instelling van veiligheidszones in de zeegebieden onder Belgische rechtsbevoegdheid.
De paragrafen 2 tot en met 4 en paragrafen 6 tot en met 7 zijn overeenkomstige toepassing. De beelden mogen in real time uitsluitend bekeken worden om de beveiliging te kunnen garanderen of onmiddellijk te kunnen ingrijpen als een vaartuig de veiligheidszone schendt.
De beelden bedoeld in deze paragraaf kunnen gedeeld worden met de diensten bedoeld in artikel 4.2.4.4/1 voor de doeleinden bedoeld in artikel 4.6.1.4.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 22 Wet 13 oktober 2022 (BS 26 oktober 2022), met ingang van 1 januari 2023 (art. 36).