Meer info
     

11/12/2022 Wet marien milieu
Wet van 11 december 2022 ter bescherming van het marien milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de Belgische zeegebieden

Artikel 40

§ 1

De natuurlijke personen en rechtspersonen die:
schade lijden of dreigen te lijden; of
een voldoende belang hebben bij de besluitvorming inzake de schade; of
stellen dat inbreuk is gemaakt op één van hun rechten;
kunnen bij de dienst Marien Milieu opmerkingen indienen met betrekking tot een dreigende verontreiniging of schade dan wel tot de verontreiniging of schade die zich reeds heeft voorgedaan, en de dienst Marien Milieu verzoeken om maatregelen te treffen krachtens deze wet.
Elke rechtspersoon die de bescherming van het leefmilieu tot doel heeft die in zijn statuten het grondgebied heeft omschreven tot waar zijn bedrijvigheid zich uitstrekt, wordt geacht te voldoen aan de bepalingen onder 1° tot en met 3° van het vorige lid.
De Koning bepaalt wat verstaan moet worden als een voldoende belang in de bepaling onder 2° van het eerste lid en wat een inbreuk op een recht uitmaakt in de bepaling onder 3°, van hetzelfde lid.

§ 2

Wanneer het verzoek om maatregelen en de bijbehorende opmerkingen en gegevens aannemelijk maken dat er dreigende of ingetreden verontreiniging of schade is, neemt de dienst Marien Milieu deze opmerkingen en dit verzoek om maatregelen in overweging. De dienst Marien Milieu dient ook de betrokken exploitant de gelegenheid te bieden om zijn standpunt met betrekking tot het verzoek om maatregelen en de bijbehorende opmerkingen kenbaar te maken.

§ 3

De personen bedoeld in paragraaf 1, worden zo spoedig mogelijk door de dienst Marien Milieu in kennis gesteld van de beslissing over het al dan niet nemen van maatregelen en de redenen hiertoe.