Meer info
     

01/06/1995 Vlarem II
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (titel II van het VLAREM)

Bijlage 5.3.1.a

[Het stedelijk afvalwater van agglomeraties met meer dan 10.000 IE dat in opvangsystemen terechtkomt dient vooraleer het geloosd wordt in oppervlaktewater te voldoen aan de volgende voorwaarden:
Parameters
Concentratie
Minimum percentage van vermindering (1)
Referentiemeetmethode
Biochemisch zuurstofverbruik (BZV, bij 20 °C) zonder nitrificatie (2) (5)
25 mg/l O2
90
Gehomogeniseerd, niet gefilterd, niet gedecanteerd monster. Bepaling van opgeloste zuurstof voor en na een incubatie van vijf dagen bij 20 °C ± 1 °C, in volledige duisternis.
Toevoeging van een nitrificatieremmer
Chemisch zuurstofverbruik (CZV) (5)
125 mg/l O2
75
Gehomogeniseerd, niet gefilterd, niet gedecanteerd monster
Kaliumdichromaat
Totale hoeveelheid gesuspendeerde stoffen (ZS) (5)
35 mg/l
90
Filtering van een representatief monster door een 0.45 µm filtermembraan
Drogen bij 105 °C en wegen
Centrifugeren van een representatief monster (ten minste 5 minuten, met gemiddelde versnelling van 2800 tot 3200 g), drogen bij 105 °C en wegen
Totaal fosfor
2 mg/l P (10.000 tot 100.000 IE)
1 mg/l P (meer dan 100.000 IE)
80
Moleculaire absorptiespectrofotometrie
Totaal stikstof (3)
15 mg/l N (10.000 tot 100.000 IE)
10 mg/l N (meer dan 100.000IE) (4)
80
Moleculaire absorptiespectrofotometrie
(1)
Vermindering ten opzichte van de vracht van het influent. Tenzij anders vermeld in de [omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit] wordt het minimum percentage van vermindering bepaald op jaarbasis.
(2)
Deze parameter kan door een ander worden vervangen: totaal organische koolstof (TOK) of totaal zuurstofverbruik (TZV) indien er een verband kan worden gelegd tussen BZV en de vervangende parameter.
(3)
Totaal stikstof: de som van totaal Kjeldahl-stikstof (organisch N + NH3), nitraat (NO3)-stikstof en nitriet (NO2)- stikstof.
(4)
Overeenkomstig art. 3, § 1, 2°, van bijlage 4.2.5.4. van titel II van het VLAREM gaat het bij deze concentraties om jaargemiddelden.
Het daggemiddelde mag niet hoger zijn dan 20 mg stikstof totaal/l voor alle monsters, wanneer de temperatuur van het effluent in de biologische reactor 12° C of hoger is.
(5)
De analyses betreffende lozingen uit bezinkvijvers worden verricht met gefilterde monsters: de concentratie van het totaal aan gesuspendeerde stoffen in de ongefilterde watermonsters mag echter niet meer bedragen dan 150 mg/l.
Tenzij anders vermeld in de [omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit] gelden vanaf 1 januari 2005 voor de parameters BZV, CZV en ZS zowel de concentratiewaarde als het minimum percentage van vermindering. Tot 31 december 2004 gelden voor de parameters BZV, CZV en ZS de concentratiewaarde of het minimum percentage van vermindering.
Tenzij anders vermeld in de [omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit] geldt voor de parameters totaal N en totaal P vanaf 1 januari 2006 zowel de concentratiewaarde als het minimum percentage van vermindering. Tot 31 december 2005 geldt voor de parameters totaal N en totaal P de concentratiewaarde of het minimum percentage van vermindering.]
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 54 B. Vl. Reg. 28 november 2003 (B.S., 13 februari 2004 (eerste uitg.)), met ingang van 1 april 2004 (art. 61).
Voorgeschiedenis
Art. gewijzigd bij art. 2 B. Vl. Reg. 6 oktober 1998 (B.S., 20 oktober 1998), met ingang van 20 oktober 1998 (art. 3) en bij art. 291 B. Vl. Reg. 19 januari 1999 (B.S., 31 maart 1999 (eerste uitg.)), met ingang van 1 mei 1999 (art. 303).
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 54 B. Vl. Reg. 28 november 2003 (B.S., 13 februari 2004 (eerste uitg.)), met ingang van 1 april 2004 (art. 61).
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 537 B.Vl.Reg. 27 november 2015 (BS 23 februari 2016 (ed. 1)), met ingang van 23 februari 2017 (art. 798).