![]() | ![]() | ||||
Meer info | |||||
Parameters
|
Concentratie
|
Minimum percentage van vermindering
(1)
|
Referentiemeetmethode
|
Biochemisch zuurstofverbruik (BZV, bij 20 °C) zonder nitrificatie
(2)
(5)
|
25 mg/l O2
|
90
|
Gehomogeniseerd, niet gefilterd, niet gedecanteerd monster. Bepaling van opgeloste zuurstof voor en na een incubatie van vijf dagen bij 20 °C ± 1 °C, in volledige duisternis.
Toevoeging van een nitrificatieremmer
|
Chemisch zuurstofverbruik (CZV)
(5)
|
125 mg/l O2
|
75
|
Gehomogeniseerd, niet gefilterd, niet gedecanteerd monster
Kaliumdichromaat
|
Totale hoeveelheid gesuspendeerde stoffen (ZS)
(5)
|
35 mg/l
|
90
|
Filtering van een representatief monster door een 0.45 µm filtermembraan
Drogen bij 105 °C en wegen
Centrifugeren van een representatief monster (ten minste 5 minuten, met gemiddelde versnelling van 2800 tot 3200 g), drogen bij 105 °C en wegen
|
Totaal fosfor
|
2 mg/l P (10.000 tot 100.000 IE)
1 mg/l P (meer dan 100.000 IE)
|
80
|
Moleculaire absorptiespectrofotometrie
|
Totaal stikstof
(3)
|
15 mg/l N (10.000 tot 100.000 IE)
10 mg/l N (meer dan 100.000IE)
(4)
|
80
|
Moleculaire absorptiespectrofotometrie
|
(1) |
Vermindering ten opzichte van de vracht van het influent. Tenzij anders vermeld in de [omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit] wordt het minimum percentage van vermindering bepaald op jaarbasis.
|
(2) |
Deze parameter kan door een ander worden vervangen: totaal organische koolstof (TOK) of totaal zuurstofverbruik (TZV) indien er een verband kan worden gelegd tussen BZV en de vervangende parameter.
|
(3) |
Totaal stikstof: de som van totaal Kjeldahl-stikstof (organisch N + NH3), nitraat (NO3)-stikstof en nitriet (NO2)- stikstof.
|
(4) |
Overeenkomstig art. 3, § 1, 2°, van bijlage 4.2.5.4. van titel II van het VLAREM gaat het bij deze concentraties om jaargemiddelden.
Het daggemiddelde mag niet hoger zijn dan 20 mg stikstof totaal/l voor alle monsters, wanneer de temperatuur van het effluent in de biologische reactor 12° C of hoger is.
|
(5) |
De analyses betreffende lozingen uit bezinkvijvers worden verricht met gefilterde monsters: de concentratie van het totaal aan gesuspendeerde stoffen in de ongefilterde watermonsters mag echter niet meer bedragen dan 150 mg/l.
|