Meer info
     

01/06/1995 Vlarem II
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (titel II van het VLAREM)

Bijlage 5.17.1

[

§ 1

Voor de toepasselijke scheidingsafstand wordt rekening gehouden met alle onderstaande tabellen van scheidingsafstanden. De te hanteren scheidingsafstand tussen twee elementen is de grootste van de afstanden aangegeven in de tabellen.

§ 2

Alle aangeduide scheidingsafstanden zijn uitgedrukt in meter.

A Scheidingsafstanden voor opslagplaatsen voor aerosolen
Afstand
groep 1
groep 2
groep 3
groep 4
limieten eigendom
1) 3
7,5
2
2
2) 5
3) 7,5
lokalen zonder open vuurverbod
1) 3
7,5
5
2
2) 5
3) 7,5
opslag brandbare stoffen
5
5/2*
5
0
opslag brandbare vloeistoffen bovengronds
5
5/2*
5
0
opslag vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door GHS02 bovengronds
7,5
7,5/2*
7,5
0
opslag vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door GHS02 ondergronds
2
0
2
0
opslag vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door GHS03 bovengronds
7,5
0
0
0
Opslag van gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten
2
2
2
2
tank vloeibare zuurstof
1) 5
2
2
2
2) 7,5
3) 7,5
tank vloeibare stikstof of argon
2
2
2
2
tank vloeibare waterstof
1) 5
7,5/2*
7,5
2
2) 7,5
3) 7,5
de onder 1) vermelde minimumafstand geldt voor opslagcapaciteiten tot en met 3.000 1;
de onder 2) vermelde minimumafstand geldt voor opslagcapaciteiten van meer dan 3.000 l tot en met 10.000 l;
de onder 3) vermelde minimumafstand geldt voor opslagcapaciteiten van meer dan 10.000 l.
De voormelde opslagcapaciteiten betreffen de netto-inhouden van de aerosolen van de groep of de subgroep en niet van het totaal van de opgeslagen aerosolen.
* de eerste afstand geldt voor acuut toxische gassen van gevarencategorie 1; de tweede afstand geldt voor de overige gevarencategorieën van groep 2

B Scheidingsafstanden voor opslagplaatsen voor gassen in verplaatsbare recipiënten
Afstand
groep 1
groep 2
groep 3
groep 4
groep 1
5/0**
1) 2/5*
0
2) 5
3) 7,5
groep 2
5/0**
0
0
groep 3
1) 2/5*
0
0
2) 5
3) 7,5
groep 4
0
0
0
0
limieten eigendom
1) 3
7,5
2
2
2) 5
3) 7,5
lokalen zonder open vuurverbod
1) 3
7,5
5
2
2) 5
3) 7,5
opslag brandbare stoffen
5
5/2**
5
2
opslag brandbare vloeistoffen bovengronds
5
5/2**
5
2
opslag vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door GHS02 bovengronds
7,5
7,5/2**
7,5
2
opslag vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door GHS02 ondergronds
2
0
0
0
tank vloeibare zuurstof
1) 5
2
2
2
2) 7,5
3) 7,5
tank vloeibare stikstof of argon
2
2
2
2
tank vloeibare waterstof
1) 5
7,5/2**
7,5
2
2) 7,5
3) 7,5
de onder 1) vermelde minimumafstand geldt voor opslagcapaciteiten tot maximum 1.000 l;
de onder 2) vermelde minimumafstand geldt voor opslagcapaciteiten van meer dan 1.000 l tot en met 5.000 l;
de onder 3) vermelde minimumafstand geldt voor opslagcapaciteiten van meer dan 5.000 l.
De voormelde opslagcapaciteiten betreffen de inhouden van de gasrecipienten van de groep of de subgroep en niet van het totaal van de opgeslagen gasrecipienten.
* de afstand van 2 m geldt voor open opslagplaatsen en de afstand van 5 m geldt voor gesloten opslagplaatsen voor gassen
** de eerste afstand geldt voor acuut toxische gassen van gevarencategorie 1; de tweede afstand geldt voor de overige gevarencategorieën van groep 2

C Scheidingsafstanden voor opslagplaatsen voor vaste, ongekoelde gasreservoirs, andere dan voor vloeibaar gemaakte handelspropaan, handelsbutaan of mengsels daarvan
Afstand
groep 1
groep 2
groep 3
groep 4
groep 1
0
1) 5
0
2) 5
3) 7,5
groep 2
0
0
0
groep3
1) 5
0
0
2) 5
3) 7,5
groep 4
0
0
0
limieten eigendom
1) 3
7,5
2
2
2) 5
3) 7,5
lokalen zonder open vuurverbod
1) 3
7,5
5
2
2) 5
3) 7,5
opslag brandbare stoffen
5
2
5
2
opslag brandbare vloeistoffen bovengronds
5
2
5
2
opslag vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door GHS02 bovengronds
7,5
2
7,5
2
opslag vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door GHS02 ondergronds
2
0
0
0
tank vloeibare zuurstof
1) 5
2
2
2
2) 7,5
3) 7,5
tank vloeibare stikstof of argon
2
2
2
2
tank vloeibare waterstof
1) 5
2
7,5
2
2) 7,5
3) 7,5
de minimumafstand, vermeld in punt 1), geldt voor opslagcapaciteiten tot maximum 3000 l;
de minimumafstand, vermeld in punt 2), geldt voor opslagcapaciteiten van meer dan 3000 l tot en met 10.000 l;
de minimumafstand, vermeld in punt 3), geldt voor opslagcapaciteiten van meer dan 10.000 l.
De voormelde opslagcapaciteiten betreffen de inhouden van de gasrecipiënten van de groep of de subgroep en niet van het totaal van de opgeslagen gasrecipiënten.

D Scheidingsafstanden voor de bovengrondse opslag van gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen

1 Werkwijze ter bepaling van de onderlinge scheidingsafstanden voor de opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen
De gevarenpictogrammen waardoor gevaarlijke producten gekenmerkt worden, vormen de basis voor de identificatie van de scheidingsafstanden. Voor de bepaling van de scheidingsafstanden wordt onderstaand schema toegepast wat impliciet een voorrangsbepaling volgens de gevarenpictogrammen van de gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen inhoudt. Hierbij is in elk geval met het volgende rekening te houden:
De opslag van ontploffingsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door het gevaren pictogram GHS01 moet gescheiden worden van andere gevaarlijke producten. Deze scheiding betekent een afzonderlijk lokaal tenzij op basis van een code van goede praktijk voor vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS01 andere situaties kunnen toegelaten worden. Een code van goede praktijk zal ook gevolgd worden voor de scheidingsafstanden tussen verschillende types van ontplofbare producten.
Niet weerhouden was vroeger n=ook niet expliciet opgenomen. De opslag van gassen (zoals typisch flessen; aerosolen worden hiermee niet bedoeld) wordt gescheiden gehouden van de opslag van gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen. Voor de scheiding van gassen ten opzichte van ontvlambare vloeistoffen en vaste stoffen wordt verwezen naar de betrokken scheidingsafstanden voor gassen.
De opslag van oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS03 wordt gescheiden gehouden van alle brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen gekenmerkt door gevarenpictogram GHS02 met een minimum scheidingsafstand van 5 m. Indien in de opslagplaats zowel oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen als brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen aanwezig zijn, wordt de scheidingsafstand groter naarmate de opslagcapaciteit van de opslagplaats groter is, en wel als volgt:
10 m voor een opslagcapaciteit, per opslagplaats, ingedeeld in klasse 2
15 m voor een opslagcapaciteit, per opslagplaats, ingedeeld in klasse 1
20 m voor een opslagcapaciteit, per opslagplaats, ingedeeld in rubriek 17.2.2.
Indien de klasse-indeling per opslagplaats verschilt voor beide categorieën van producten, wordt de strengste voorwaarde nageleefd.
Indien er geen scheidingsafstand is voorgeschreven of indien de scheidingsafstand gelijk is aan 0 m, mogen de betrokken gevaarlijke producten samen gestapeld worden.
Algemeen geldt dat bij twijfel de te hanteren scheidingsafstand de grootste is van de afstanden die uit deze bijlage volgen.
Schema ter bepaling van de onderlinge scheidingsafstanden voor de opslag van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen

2 Overige scheidingsafstanden
De opslag van gevaarlijke producten voldoet tevens aan de scheidingsafstanden (uitgedrukt in meter) in onderstaande tabel:
Afstandentabel voor opslag van gevaarlijke vloeistoffen/vaste stoffen*
Gevaarlijk product gekenmerkt door gevarenpictogram**
GHS06
GHS09
GHS05
GHS07
GHS01
GHS03
GHS02
GHS08
Tank vloeibare inerte gassen (bv. N2, Ar, ...)
1
1
1
1
1
1
5 / 3
1
Tank vloeibare zuurstof
5 / 3
3
3
3
7,5 / 5
1 / 0
5
5 / 3
Opslag van meer dan 3.000 l H2 in een batterij
5
3
2 / 1
1
7,5 / 5
7,5 / 5
5
5
Limieten eigendom
5 / 3
3 / 2
2
1
7,5 / 5
7,5 / 2
5
5 / 3
* Als er geen onderscheid is tussen de scheidingsafstanden voor vloeistoffen en vaste stoffen wordt één afstand gegeven. Als voor vloeistoffen en vaste stoffen verschillende scheidingsafstanden gelden dan worden deze beide afstanden gegeven gescheiden door een schuine streep (scheidingsafstand vloeistoffen/scheidingsafstand vaste stoffen).
** Voor gevaarlijke producten gekenmerkt door meerdere gevarenpictogrammen is de te hanteren scheidingsafstand de grootste van de afstanden die uit deze tabel volgen.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 556 B.Vl.Reg. 16 mei 2014 (BS 24 september 2014 (ed. 1)), met ingang van 1 juni 2015 (art. 556).