Meer info
     

19/11/2010 Energiebesluit
Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid

Hoofdstuk I Verstrekking van gegevens aan het VEKA

Wetshistoriek
Opschrift ingevoegd bij art. 14 B.Vl.Reg. 17 november 2023 (BS 15 december 2023), met ingang van 1 oktober 2024 (art. 9 MB Vl.Reg. 7 juni 2024 (BS 20 juni 2024)).

Artikel 10.1.1

§ 1

Elke beheerder van een aardgasdistributienet stelt jaarlijks voor 1 mei de sectoriële afnamegegevens tijdens het voorgaande kalenderjaar van alle eindafnemers die op zijn net zijn aangesloten, ter beschikking van het [VEKA], alsook het aantal eindafnemers per 31 december van het voorgaande kalenderjaar.

§ 2

Elke beheerder van een elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit stelt voor 1 mei van elk jaar de volgende gegevens ter beschikking van het [VEKA]:
het aantal afnamepunten per 31 december van het voorgaande kalenderjaar en de afgenomen gemeten netto- en brutohoeveelheid elektriciteit per sector tijdens het voorgaande kalenderjaar;
de totale hoeveelheid gemeten elektriciteit die tijdens het voorgaande kalenderjaar geďnjecteerd is op het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit door alle productie-installaties die aangesloten zijn op dat net;
de totale hoeveelheid gemeten elektriciteit die tijdens het voorgaande kalenderjaar door het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit geďnjecteerd is op alle andere netten;
de totale hoeveelheid gemeten elektriciteit die tijdens het voorgaande kalenderjaar door het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit afgenomen is van alle andere netten.

§ 3

Elke beheerder van een transmissienet stelt voor 1 mei van elk jaar de volgende gegevens ter beschikking van het [VEKA]:
de totale hoeveelheid gemeten elektriciteit die tijdens het voorgaande kalenderjaar geďnjecteerd is op het transmissienet door alle productie-installaties die aangesloten zijn op dat net;
de totale hoeveelheid gemeten elektriciteit die tijdens het voorgaande kalenderjaar door het transmissienet geďnjecteerd is op alle andere netten;
de totale hoeveelheid gemeten elektriciteit die tijdens het voorgaande kalenderjaar door het transmissienet afgenomen is van alle andere netten.

§ 4

Elke beheerder van een transmissienet of vervoernet bezorgt aan het [VEKA] voor 1 mei van elk jaar een lijst met voor elk afnamepunt, per 31 december van het voorgaande kalenderjaar, de volgende gegevens:
de naam van de afnemer;
het adres van het afnamepunt en, in voorkomend geval, de EAN-code van het afnamepunt;
de sector van het afnamepunt;
voor elektriciteit: de gemeten bruto- en nettoafname tijdens het voorgaande kalenderjaar;
voor aardgas: de gemeten afname tijdens het voorgaande kalenderjaar.

[§ 4/1

Elke netbeheerder, de beheerder van het transmissienet, de beheerders van een gesloten distributienet, en de beheerders van de netten, vermeld in artikel 2, 41° en 42°, van de federale Elektriciteitswet bezorgt voor het eerst op 30 april 2023 voor de kalenderjaren 2021 en 2022 per kalenderjaar en vervolgens elk jaar voor 1 mei, op verzoek van het VEKA de volgende informatie aan het VEKA:
met betrekking tot het voorgaande kalenderjaar:
a)
een lijst met afnamepunten met een afgenomen bruto hoeveelheid elektriciteit van meer dan 250 MWh;
b)
de EAN-code van het afnamepunt;
c)
de naam van de afnemer;
d)
het adres van het afnamepunt;
e)
het KBO-nummer van de afnemer en de sector van het afnamepunt;
f)
de afgenomen bruto hoeveelheid van elektriciteit;
g)
in voorkomend geval, het piekvermogen van de fotovoltaďsche zonnepanelen, die in dienst zijn en de datum van indienstneming;
h)
in voorkomend geval, het nominaal vermogen van de windturbines, die in dienst zijn en de datum van indienstneming;
i)
in voorkomend geval, het nominaal vermogen van de warmte-krachtinstallaties op de verbranding van biomassa of biogas dat geen biomethaan betreft, die in dienst zijn en de datum van indienstneming;
een aanduiding of het gemiddelde elektriciteitsverbruik van de tweede, derde en vierde voorafgaande kalenderjaren meer dan 10 % lager is dan 1 GWh;
een aanduiding of het gemiddelde elektriciteitsverbruik van de tweede, derde en vierde voorafgaande kalenderjaren 10 % lager is dan 250 MWh.
In afwijking van het eerste lid bezorgt elke netbeheerder, de beheerder van het transmissienet, de beheerders van een gesloten distributienet, en de beheerders van de netten, vermeld in artikel 2, 41° en 42°, van de federale Elektriciteitswet voor het eerst op 30 april 2027 en vervolgens elk jaar voor 1 mei voor het voorgaande kalenderjaar, op verzoek van het VEKA de informatie, vermeld in het eerste lid, voor installaties met een afgenomen bruto hoeveelheid elektriciteit van meer dan 100 MWh. Per afnamepunt wordt bijkomend ook aangeduid of het gemiddelde elektriciteitsverbruik van de tweede, derde en vierde voorafgaande kalenderjaren meer dan 10 % lager is dan 100MWh.
]

[§ 5 [

Elke beheerder van een elektriciteitsdistributienet, de beheerder van een gesloten distributienet, de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit en de beheerder van het transmissienet bezorgt binnen de maand na het verloop van elk kwartaal aan het [VEKA] een lijst van hernieuwbare-energie-installaties en warmtekrachtinstallaties, aangesloten op diens net en bij de vermelde beheerders aangemeld, met voor elk injectie- of afnamepunt, voor de situatie op de laatste dag van het voorgaande kwartaal, de volgende gegevens:
de naam van de injecteerder of afnemer zoals geregistreerd in het toegangsregister;
het adres van het afnamepunt, injectiepunt of de locatie van de aansluiting en in voorkomend geval, de EAN-code;
het elektrisch vermogen van de installatie, het type technologie, de aard van de gebruikte energiedrager of hernieuwbare energiebron;
[de datum van indienstneming van de installatie.]
Het [VEKA] kan een minder frequente rapportering toestaan.
]]
Wetshistoriek
§ 1 gewijzigd bij art. 143 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).
§ 2, enig lid, inleidende bepaling gewijzigd bij art. 143 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).
§ 3, enig lid, inleidende bepaling gewijzigd bij art. 143 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).
§ 4, enig lid, inleidende bepaling gewijzigd bij art. 143 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).
§ 4/1 ingevoegd bij art. 44 B.Vl.Reg. 2 december 2022 (BS 27 januari 2023 (ed. 3)).
§ 5 ingevoegd bij art. 30 B.Vl.Reg. 21 december 2012 (BS 31 december 2012 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2013 (art. 37) en vervangen bij art. 45 B.Vl.Reg. 9 mei 2014 (BS 3 juni 2014), met ingang van 3 juni 2014 (art. 55).
§ 5, lid 1:
inleidende bepaling gewijzigd bij art. 143 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221);
4° ingevoegd bij art. 16 B.Vl.Reg. 15 december 2017 (BS 26 januari 2018).
§ 5, lid 2 gewijzigd bij art. 143 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).

Artikel 10.1.1/1

De warmte- of koudenetbeheerder meldt voor het eerst tegen uiterlijk 1 juli 2019 en vervolgens jaarlijks voor 31 maart per apart warmte- of koudenet de volgende gegevens over het voorgaande kalenderjaar aan het [VEKA]:
het netto geďnstalleerd thermisch vermogen, in MW, voor het warmte- of koudenet in totaliteit en opgesplitst volgens de technologie of opwekkingseenheid die de thermische energie aan het warmte- of koudenet levert;
de netto productie van thermische energie, in TJ, geleverd aan het warmte- of koudenet in totaliteit en opgesplitst enerzijds volgens de vloeistof in warm water, stoom en koudetransportmedium en anderzijds volgens de technologie of opwekkingseenheid die de thermische energie aan het warmte- of koudenet levert;
voor efficiënte warmte- of koudenetten de netto thermische energie geleverd aan de afnemers van thermische energie, in TJ, in totaliteit en opgesplitst enerzijds in warm water, stoom en koudetransportmedium en anderzijds volgens de sector waaraan wordt geleverd;
voor niet-efficiënte warmte- of koudenetten de netto thermische energie geleverd aan de afnemers van thermische energie, in TJ, in totaliteit en opgesplitst enerzijds in warm water, stoom en koudetransportmedium en anderzijds volgens de sector waaraan wordt geleverd;
de lengte van het warmte- of koudenet, in kilometer;
het aantal huishoudelijke en niet-huishoudelijke afnemers van thermische energie van het warmte of koudenet, zowel het totaal aantal als opgesplitst per warmte- of koudeleverancier.
De minister kan de lijst van te melden gegevens, vermeld in het eerste lid, verder specificeren en aanvullen.
Wetshistoriek
Art. ingevoegd bij art. 22 B.Vl.Reg. 1 februari 2019 (BS 29 maart 2019), met ingang van 1 april 2019 (art. 25).
Lid 1, inleidende bepaling gewijzigd bij art. 144 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).

Artikel 10.1.2

Elke leverancier van petroleumproducten, steenkool en biotransportbrandstoffen aan eindafnemers stelt jaarlijks voor 1 mei de sectoriële afnamegegevens van het voorgaande kalenderjaar ter beschikking van het [VEKA], alsook het aantal eindafnemers per 31 december van het voorgaande kalenderjaar. Voor de transportsector kan de minister de rapporteringsverplichting beperken tot elke leverancier die levert aan rechtstreekse doorverkopers aan eindafnemers. De minister kan per sector een jaarlijkse afnamehoeveelheid bepalen waaronder de rapporteringsverplichting niet geldt.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 145 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).

Artikel 10.1.3

Voor elke warmtekrachtinstallatie stelt de exploitant jaarlijks voor [[1 april] de gegevens inzake de toekenning van certificaten voor de installatie,] de technische kenmerken van de installatie, het brandstofverbruik per type brandstof, de bruto- en netto-elektriciteitsproductie en de warmteproductie tijdens het voorgaande kalenderjaar ter beschikking van het [VEKA], alsook het opgestelde elektrisch en thermisch vermogen en de sectoren waartoe de eigenaars van de warmte en de elektriciteit behoren op 31 december van het voorgaande kalenderjaar. De minister bepaalt de technische kenmerken van de installaties waarover gegevens verstrekt moeten worden.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 31 B.Vl.Reg. 21 december 2012 (BS 31 december 2012 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2013 (art. 37), bij art. 41 B.Vl.Reg. 15 juli 2016 (BS 15 september 2016) en bij art. 146 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).

Artikel 10.1.4

Voor elke hernieuwbare-energie-installatie stelt de exploitant jaarlijks vóór [[1 april] de gegevens inzake de toekenning van certificaten voor de installatie,] de technische kenmerken van de installatie, de bruto- en netto-elektriciteitsproductie en de warmteproductie tijdens het voorgaande kalenderjaar ter beschikking van het [VEKA], alsook de hernieuwbare energiebron, het opgestelde elektrisch en thermisch vermogen en de sectoren waartoe de eigenaars van de warmte en de elektriciteit behoren op 31 december van het voorgaande kalenderjaar. De minister bepaalt de technische kenmerken van de hernieuwbare-energie-installaties waarvoor gegevens verstrekt moeten worden.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 32 B.Vl.Reg. 21 december 2012 (BS 31 december 2012 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2013 (art. 37), bij art. 42 B.Vl.Reg. 15 juli 2016 (BS 15 september 2016) en bij art. 147 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).

Artikel 10.1.5

Voor elke zelfopwekkingsinstallatie stelt de producent jaarlijks vóór [1 april] de technische kenmerken van de installatie, het brandstofverbruik per type brandstof en de bruto- en netto-elektriciteitsproductie tijdens het voorgaande kalenderjaar ter beschikking van het [VEKA], alsook het opgestelde elektrisch vermogen en de sector waartoe de producent behoort op 31 december van het voorgaande kalenderjaar. De minister bepaalt de technische kenmerken van de installaties waarover gegevens verstrekt moeten worden.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 43 B.Vl.Reg. 15 juli 2016 (BS 15 september 2016) en bij art. 148 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).
Voorgeschiedenis
Gewijzigd bij art. 33 B.Vl.Reg. 21 december 2012 (BS 31 december 2012 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2013 (art. 37).

Artikel 10.1.6

Elke onderneming die een warmtekrachtinstallatie, een hernieuwbare-energie-installatie of een zelfopwekkingsinstallatie exploiteert en die de geproduceerde energie zelf geheel of gedeeltelijk verbruikt, bezorgt jaarlijks voor 1 mei aan het [VEKA] de hoeveelheid elektriciteit en de hoeveelheid brandstof per type die tijdens het voorgaande kalenderjaar werden verbruikt op de vestigingseenheid. De minister bepaalt de ingangsdatum van deze verplichting per categorie van exploitanten.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 149 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).

Artikel 10.1.7

De minister bepaalt de sectorbenaming en -indeling, de eenheden, de vorm en de structuur waaronder de gegevens, vermeld in artikel 10.1.1 tot en met 10.1.5, ter beschikking gesteld moeten worden.

Artikel 10.1.8

De minister bepaalt de rapporteringswijze van de gegevens, vermeld in artikel 10.1.1 tot en met 10.1.5.

Artikel 10.1.9

De gerapporteerde gegevens geven de werkelijkheid op een objectieve en onafhankelijke wijze weer. De minister legt de eisen vast inzake accuraatheid, volledigheid en consistentie. Als het [VEKA] anomalieën of belangrijke incoherenties vaststelt in de gerapporteerde gegevens, vermeld in artikel 10.1.1 tot en met 10.1.5, kan het de rapporteringsplichtige verdere informatie vragen over de betreffende afzonderlijke gegevens en over de berekeningsmethode waarop samengevoegde gegevens gebaseerd zijn.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 150 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).

Artikel 10.1.10

Publieke organisaties stellen op eenvoudig verzoek aan [VEKA] op accurate, volledige en consistente wijze de gegevens ter beschikking die zijn gebruikt in het kader van de opmaak en het uithangen van het energieprestatiecertificaat, vermeld in artikel 9.2.12. Als [VEKA] anomalieën of belangrijke incoherenties vaststelt in de gerapporteerde gegevens, kan het de publieke organisatie verdere informatie vragen over de betreffende afzonderlijke gegevens en over de berekeningsmethode waarop de gegevens gebaseerd zijn.
De minister kan nadere regels bepalen voor de rapporteringswijze van die gegevens.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 44 B.Vl.Reg. 15 juli 2016 (BS 15 september 2016) en gewijzigd bij art. 151 B.Vl.Reg. 11 december 2020 (BS 17 december 2020), met ingang van 1 januari 2021 (art. 221).

Artikel 10.1.11

De minister bepaalt de nadere regels voor de vorm en de inhoud voor de meldingen, vermeld in artikel 11.1/1.4 van het Energiedecreet van 8 mei 2009.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 64 B.Vl.Reg. 4 februari 2022 (BS 29 maart 2022).