§ 1
De concessieaanvragen voor de exploratie en de exploitatie van de niet-levende rijkdommen van de territoriale zee en het continentaal plat worden aan de afgevaardigde van de minister betekend.
[Voor het indienen van zijn aanvraag gebruikt de aanvrager het formulier “Aanvraag concessie zandwinning” opgesteld door de Algemene Directie. De aanvrager betekent het ingevulde formulier met zijn bijlagen, evenals het [milieueffectbeoordelingsrapport], zoals beschreven in [hoofdstuk 2] van het MEB-besluit, in één van de landstalen in één papieren en één elektronisch exemplaar aan de afgevaardigde van de minister.]
Voor zijn aanvraag kiest de aanvrager domicilie in België.
§ 2
[In het formulier ‘Aanvraag concessie zandwinning’ wordt gevraagd naar volgende gegevens:]:
- 1°
- naam, voornaam, beroep, woonplaats en nationaliteit van de aanvrager;
- 2°
- [indien het gaat om een vennootschap, de firmanaam of handelsnaam en het ondernemingsnummer ervan. Indien het om een gewestelijke overheidsdienst gaat, de volledige benaming van deze dienst, alsook zijn adres;]
- 3°
- een algemene nota met het voorwerp en de beschrijving van het project met vermelding van de gezochte (zand en/of grind) of te exploiteren materialen en, volgens het geval:
- –
- de indicatieve planning en de overwogen middelen als het om een exploratie gaat;
- –
- de exploitatiemiddelen;
- 4°
- in het geval van een exploratie- en/of exploitatieaanvraag in de controlezones, de aanduiding van de gevraagde controlezones en/of sectoren;
- 5°
- in het geval van [...] een exploitatieaanvraag voor een uitzonderlijk project, een dieptekaart in projectie [...] Mercator WGS 84 op schaal 1/100.000 of 1/150.000 waarop voor de gevraagde sector het volgende wordt aangeduid:
- –
- de gegevens van de afbakeningspunten in breedte en in lengte en de oppervlakte in km2;
- –
- de locatie ten opzichte van de belangrijke scheepvaartroutes;
- –
- de grenzen van de eventuele naburige sectoren waarvoor een concessie reeds werd toegekend;
- –
- de pijpleidingen en elektriciteitskabels die gelegen zijn in een strook van 1000 meter breed rond de geplande sector;
- –
- de kunstmatige eilanden en windmolens die gelegen zijn op een maximumafstand van 500 meter van de geplande sector;
- –
- de telecommunicatiekabels die gelegen zijn in een strook van 250 meter breed rond de geplande sector.
- 6°
- in het geval van een exploitatieaanvraag voor een uitzonderlijk project, een raming van het te ontginnen volume en de duur van de operaties.
§ 3 [
Gelijktijdig dient de aanvrager een identiek dossier in bij de BMM in het kader van het MEB-besluit.
]
§ 4 [
De afgevaardigde van de minister kan bijkomende inlichtingen eisen die nodig zijn voor het onderzoek van het dossier.
]