Meer info
     

08/06/1867 Strafwetboek
Strafwetboek van 8 juni 1867

Hoofdstuk I Samenspanning van ambtenaren

Artikel 233
Wanneer personen of lichamen die met enig gedeelte van het openbaar gezag bekleed zijn, maatregelen die in strijd zijn met de wetten of met koninklijke besluiten, beramen, hetzij op een bijeenkomst van die personen of die lichamen, hetzij door het zenden van afgevaardigden of van mededelingen aan elkaar, worden de schuldigen gestraft met gevangenisstraf van een maand tot zes maanden.

Artikel 234
Indien maatregelen tegen de uitvoering van een wet of van een koninklijk besluit beraamd worden door een van de middelen, in het vorige artikel vermeld, is de straf gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar.
De schuldigen kunnen bovendien worden veroordeeld tot ontzetting van de rechten genoemd in de eerste drie nummers van [artikel 31, eerste lid].
Indien de beraming plaatsheeft tussen de burgerlijke overheden en militaire korpsen of hun hoofden, worden degenen die ze hebben uitgelokt, gestraft met hechtenis van tien jaar of vijftien jaar; de anderen, met hechtenis van vijf jaar tot tien jaar.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 11 Wet 14 april 2009 (BS 15 april 2009 (ed. 3)), met ingang van 15 april 2009 (art. 70).

Artikel 235
Ingeval de burgerlijke overheden met de militaire korpsen of met hun hoofden een samenspanning smeden tegen de veiligheid van de Staat, worden de uitlokkers gestraft met [hechtenis van vijftien jaar tot twintig jaar]; de anderen, met hechtenis van tien jaar tot vijftien jaar.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 51 W. 23 januari 2003 (B.S., 13 maart 2003 (eerste uitg.)), met ingang van 13 maart 2003 (art. 128).

Artikel 236
Met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van honderd [euro] tot vijfhonderd [euro] worden gestraft de ambtenaren die ten gevolge van een afspraak ontslag nemen met het oogmerk om de rechtsbedeling of de uitoefening van een wettelijke dienst te verhinderen of te schorsen.
Zij kunnen bovendien worden veroordeeld tot ontzetting van het recht om openbare ambten, bedieningen of betrekkingen te vervullen.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 2 W. 26 juni 2000 (B.S., 29 juli 2000), met ingang van 1 januari 2002 (art. 9).