![]() | ![]() | ||||
Meer info | |||||
|
vast deel van de aarde (mg/kg droge stof)
|
grondwater (µg/l)
|
ZWARE METALEN EN METALLOÏDEN
(1)
|
||
arseen
|
35
|
12
|
cadmium
|
1,2
|
3
|
chroom
(2)
|
91
|
30
|
koper
|
72
|
60
|
kwik
|
1,7
|
0,6
|
lood
|
120
|
12
|
nikkel
|
48
|
24
|
zink
|
200
|
300
|
MONOCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN
|
||
benzeen
|
0,3
|
2
|
tolueen
|
1,6
|
20
|
ethylbenzeen
|
0,8
|
20
|
xyleen
|
1,2
|
20
|
styreen
|
0,32
|
10
|
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN
|
||
dichloormethaan
|
0,05
|
5
|
tetrachloormethaan
|
0,04
|
1,2
|
tetrachlooretheen
|
0,28
|
5
|
trichlooretheen
|
0,26
|
5
|
monochloorbenzeen
|
1
|
5
|
1,2-dichloorbenzeen
(3)
|
14
|
5
|
1,3-dichloorbenzeen
(3)
|
16
|
5
|
1,4-dichloorbenzeen
(3)
|
1,6
|
5
|
trichloorbenzeen
(4)
|
0,2
|
5
|
tetrachloorbenzeen
(5)
|
0,04
|
5
|
pentachloorbenzeen
|
0,2
|
1,4
|
1,1,1-trichloorethaan
|
4
|
5
|
1,1,2-trichloorethaan
|
0,08
|
5
|
1,1-dichloorethaan
|
0,08
|
5
|
cis + trans-l,2-dichlooretheen
|
0,16
|
5
|
CARCINOGENE GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN
|
||
1,2-dichloorethaan
|
0,06
|
5
|
vinylchloride
|
0,06
|
2
|
trichloormethaan (chloroform)
|
0,06
|
5
|
hexachloorbenzeen
|
0,06
|
0,6
|
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN
|
||
naftaleen
|
0,3
|
20
|
benzo(a)pyreen
|
0,3
|
0,4
|
fenantreen
|
15
|
20
|
fluoranteen
|
2,0
|
2
|
benzo(a)antraceen
|
3,9
|
2
|
chryseen
|
2,5
|
0,9
|
benzo(b)fluoranteen
|
1,1
|
0,7
|
benzo(k)fluoranteen
|
0,6
|
0,4
|
benzo(ghi)peryleen
|
0,3
|
0,1
|
endeno(l,2,3-cd)pyreen
|
0,7
|
0,06
|
antraceen
|
2,4
|
20
|
fluoreen
|
9,5
|
20
|
dibenz(a, h)antraceen
|
0,3
|
0,3
|
acenafteen
|
3,1
|
20
|
acenaftyleen
|
0,6
|
20
|
pyreen
|
21
|
20
|
CYANIDES
(6)
|
||
vrij cyanide
|
3
|
|
niet-chlooroxideerbaar cyanide
|
3
|
|
som cynides
|
|
40
|
PESTICIDEN
|
||
aldrin + dieldrin
|
|
0,02
|
chloordaan (cis + trans)
|
|
0,12
|
DDT + DDE + DDD
|
|
1,2
|
hexachloorcyclohexaan (□-isomeer)
|
|
1,2
|
hexachloorcyclohexaan (α-isomeer)
|
|
0,03
|
hexachloorcyclohexaan(β-isomeer)
|
|
0,12
|
endosulfan (α, β en sulfaat)
|
|
1
|
OVERIGE ORGANISCHE STOFFEN
|
||
hexaan
|
0,6
|
20
|
heptaan
|
10
|
50
|
octaan
|
30
|
50
|
minerale olie
|
300
|
300
|
methyltertiairbutylether
|
1
|
20
|
polychloorbifenylen (7 congeneren)
(7)
|
0,033
|
|
(1) |
Om bij de toetsing van de concentraties aan arseen, cadmium, koper en zink in het vaste deel van de aarde aan de maximale concentraties met de kenmerken van de bodem rekening te kunnen houden, worden de maximale concentraties omgerekend naar de gehaltes aan klei, aan organisch materiaal of de pH-KCI in het te toetsen monster. Als de bodem een behandeling ondergaan heeft waarbij het gehalte aan klei en aan organisch materiaal gereduceerd wordt, worden de concentraties getoetst op de behandelde bodem.
Dat gebeurt op basis van de volgende formules:
voor arseen: RW (x) = 11,96 + 23,04*log(x)
voor cadmium: RW(z) = l,2*10(-0,17*(5-z))
voor koper: RW(x,y, z) = 0,52696 * ((38,8 + 3,5*z)* x + (22,1 + 23,5*z)* y)0,73
voor zink: RW (x,y, z) = 0,098924* ((38,8 + 3,5*z) * x + (22,1 + 23,5* z)* y)l,13
waarbij:
De formule mag alleen worden gehanteerd onder de volgende voorwaarden:
Als het gehalte aan klei lager dan 2 % is, wordt gerekend met een verondersteld gehalte van 2 %. Als het gehalte hoger dan 50 % is, wordt gerekend met een verondersteld gehalte aan klei van 50 %.
Als het gehalte aan organisch materiaal lager dan 1 % is, wordt gerekend met een verondersteld gehalte van 1 %. Als het gehalte hoger dan 10 % is, wordt gerekend met een verondersteld gehalte aan organisch materiaal van 10 %.
Als de pH-KCI lager is dan 4, wordt gerekend met een veronderstelde pH-KCI van 4. Als de pH-KCI hoger dan 7 is, wordt gerekend met een veronderstelde pH-KCI van 7.
|
(2) |
Chroom is genormeerd op basis van 3-waardig chroom. Als er aanwijzingen zijn dat chroom in de vorm van 6-waardig chroom in de grond aanwezig is, kunnen de hier voorgestelde getallen niet meer worden gebruikt en moet een separate risico-evaluatie worden uitgevoerd.
|
(3) |
Voor de isomeren van dichloorbenzeen moet aan de volgende aanvullende voorwaarden voldaan zijn: 1,2-dichloorbenzeen/maximum (1,2) + 1,3-dichloorbenzeen/maximum (1,3) ≤1 waarbij 1,2-dichloorbenzeen, respectievelijk 1,3-dichloorbenzeen, gelezen moet worden als de concentratie 1,2-dichloorbenzeen, respectievelijk de concentratie 1,3-dichloorbenzeen en maximum (1,2), respectievelijk maximum (1,3) als de richtwaarde voor 1,2-dichloorbenzeen, respectievelijk 1,3-dichloorbenzeen.
|
(4) |
De maximale concentraties voor trichloorbenzeen gelden telkens als maximale concentraties voor elke isomeer afzonderlijk.
|
(5) |
De maximale concentraties voor tetrachloorbenzeen gelden telkens als maximale concentraties voor elke isomeer afzonderlijk.
|
(6) |
De richtwaarde voor cyanides in grondwater geldt voor de som van de vrije en niet-chlooroxideerbare cyanides. Onder vrije cyanides moet worden begrepen: de anorganisch gebonden cyanides die bestaan uit de som van de gehalten vrije cyanide-ionen en de in enkelvoudige metaalcyanides gebonden cyanides.
Onder niet-chlooroxideerbare cyanides moet worden begrepen: de som van de alkalimetaal-ijzer-cyanides (K4Fe(CN)6) en de metaal-ijzer-cyanides (Fe4(Fe(CN)6).
|
(7) |
De zeven indicator-PCB's (congeneren) zijn PCB28, PCB52, PCB101, PCB118, PCB138, PCB153 en PCB180.
|