Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:
- 1.
- [Hondenkwekerij: instelling waarin teven voor de kweek worden gehouden en honden worden verhandeld uit eigen nesten of nesten van andere kwekerijen, die voldoen aan de bepalingen van de wet;]
- 2.
- [Kattenkwekerij: instelling waarin kattinnen voor de kweek worden gehouden en katten worden verhandeld uit eigen nesten of nesten van andere kwekerijen, die voldoen aan de bepalingen van de wet;]
- 3.
- Dierenasiel: al dan niet openbare instelling die beschikt over de gepaste inrichting om onderdak en nodige zorgen te verschaffen aan verloren, [achtergelaten, verwaarloosde, in beslag genomen of verbeurd verklaarde dieren;]
- 4.
- Dierenpension: instelling waar gedurende beperkte tijd en tegen vergoeding, onderdak en nodige zorgen aan door hun eigenaar [toevertrouwde honden en katten] worden verleend;
- 5.
- Handelszaak voor dieren: instelling, met uitzondering van het landbouwbedrijf, al dan niet toegankelijk voor het publiek, waar dieren worden gehouden met het doel ze te verhandelen;
- 6.
- Markt: officieel erkende plaats waar verzamelingen van dieren worden gehouden met het doel die te verhandelen;
- 7.
- Tentoonstelling: verzameling van dieren gehouden met het doel de eigenschappen der dieren te laten beoordelen en vergelijken of ze ten edukatieve titel voor te stellen en waarvan het hoofddoel niet van handelsaard is;
- 7bis
- [Wedstrijd: evenement waarbij dieren in een competitief verband beoordeeld en gerangschikt worden op basis van uiterlijke kenmerken, gedrag, kracht en/of behendigheid;]
- 7ter
- [Keuring: evenement waarbij dieren worden beoordeeld op basis van uiterlijke kenmerken, gedragskenmerken en/of prestatiekenmerken, al dan niet aan de hand van standaardkenmerken opgenomen in een rasstandaard;]
- 8.
- [verhandelen: in de handel brengen; te koop aanbieden; houden, verwerven, vervoeren, tentoonstellen met het oog op verkoop; ruilen; verkopen; ten kosteloze of bezwarende titel afstaan.]
- 9.
- [dierentuin: elke voor het publiek toegankelijke inrichting waar levende dieren van niet gedomesticeerde soorten worden gehouden om te worden tentoongesteld, met inbegrip van dierenparken, safariparken, dolfinaria, aquaria en gespecialiseerde verzamelingen, evenwel met uitzondering van circussen, rondreizende tentoonstellingen en handelszaken voor dieren of andere inrichtingen aangeduid door de [Vlaamse Regering] en voor diegene waar de [Vlaamse Regering] voorwaarden kan vaststellen voor het houden en verzorgen van de dieren.]
- 10.
- [...]
- 11.
- [...]
- 12.
- [...]
- 13.
- [doden: iedere bewust gebruikte methode die resulteert in de dood van een dier;]
- 14.
- [slachten: het doden van dieren die bestemd zijn voor menselijke consumptie;]
- 14bis.
- [bedwelmen: iedere bewust gebruikte methode die een dier pijnloos in een staat van bewusteloosheid en gevoelloosheid brengt, met inbegrip van methodes die onmiddellijk de dood tot gevolg hebben;]
- 15.
- [Proefdier:
- 15.1.
- de levende koppotigen gebruikt of bestemd om te worden gebruikt in dierproeven, of die specifiek worden gehouden opdat hun organen of weefsels voor wetenschappelijke doeleinden kunnen worden gebruikt;
- 15.2.
- de levende niet-menselijke gewervelden gebruikt of bestemd om te worden gebruikt in dierproeven, of die specifiek worden gehouden opdat hun organen of weefsels voor wetenschappelijke doeleinden kunnen worden gebruikt, met inbegrip van hun zich zelfstandig voedende larvale vormen, alsook foetale vormen van zoogdieren met ingang van het laatste derde deel van hun normale ontwikkeling;
- 15.3.
- Deze definitie is ook van toepassing op dieren die in dierproeven gebruikt worden en die zich in een vroeger ontwikkelingsstadium dan het in het punt 15.2. genoemde bevinden indien deze dieren voorbij dat ontwikkelingsstadium in leven dienen te blijven en tengevolge van de uitgevoerde dierproeven gevaar lopen om na het bereiken van dat stadium pijn, lijden, angst of blijvende schaden te ondervinden;
- 16.
- Dierproef : elk al dan niet invasief gebruik van een dier voor experimentele of andere wetenschappelijke doeleinden, waarvan het resultaat bekend of onbekend is, of voor onderwijskundige doeleinden, die bij het dier evenveel of meer pijn, lijden, angst of blijvende schade kan veroorzaken als het inbrengen van een naald volgens goed diergeneeskundig vakmanschap. Dit omvat iedere handeling waarvan het doel of het mogelijke gevolg de geboorte of het uit het ei breken van een dier is, dan wel het in een dergelijke toestand brengen en houden van een genetisch gemodificeerde dierenvariėteit, maar omvat niet het doden van dieren met als enig doel het gebruik van hun organen of weefsels;
- 17.
- Project : elk werkprogramma met een welomschreven wetenschappelijk doel dat een of meer dierproeven omvat;
- 18.
- Inrichting : elke installatie, elk gebouw, elke groep van gebouwen of elk ander pand, met inbegrip van ruimten die niet volledig zijn afgeperkt of overdekt, alsook verplaatsbare voorzieningen;]
- 19.
- [Proefleider: elke persoon die de leiding heeft over een dierproef;]
- 20.
- [Gebruiker: elke natuurlijke persoon of elke rechtspersoon die, al dan niet met winstoogmerk, dieren in proeven gebruikt;]
- 21.
- [Fokker: elke natuurlijke persoon of elke rechtspersoon die door de [Vlaamse Regering] te bepalen dieren fokt teneinde hen te gebruiken in proeven of hun weefsels of organen voor wetenschappelijke doeleinden te gebruiken, of die hoofdzakelijk voor die doeleinden andere dieren fokt, al dan niet met winstoogmerk;]
- 22.
- [Leverancier: elke natuurlijke persoon of elke rechtspersoon die geen fokker is en die dieren levert voor gebruik in proeven of voor het gebruik van hun weefsels of organen voor wetenschappelijke doeleinden, al dan niet met winstoogmerk;]
- 23.
- [Dienst: de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst die bevoegd is voor het dierenwelzijn;]
- 24.
- [Verantwoordelijke: de natuurlijke persoon, eigenaar of houder van een dier, die er gewoonlijk een onmiddellijk beheer of toezicht op uitoefent;]
- 25.
- [pelsdieren: dieren gehouden met als hoofddoel ze te doden voor het verkrijgen van de pels;]
- 26.
- [landcommissie: een landcommissie als vermeld in artikel 2.2.1 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting;]
- 27.
- [dwangvoedering: het onder dwang toedienen van voeder of drinken.]