Meer info
     

19/11/2010 Vlarel
Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (VLAREL)

Bijlage 2 Programma's van de cursussen van aanvullende vorming voor milieucoördinator

De programma's van de cursussen van aanvullende vorming beantwoorden tenminste aan de volgende voorwaarden:
a)
ze zijn zo opgevat dat ze de kandidaat in staat stellen de nodige kennis en bekwaamheid te verwerven voor het vervullen van het geheel van decretale en reglementaire taken, opgelegd aan de milieucoördinator;
b)
ze omvatten ten minste:
250 uur voor de cursussen van aanvullende vorming van het eerste niveau;
150 uur voor de cursussen van aanvullende vorming van het tweede niveau.
De overgangscursussen van het tweede niveau naar het eerste niveau zijn zo opgevat dat zij minimaal zowel het inhoudelijke verschil tussen de beide programma's als hun verschil in aantal lesuren omvatten.

De programma-inhoud wordt opgesplitst in de volgende drie modules:
PROGRAMMA-INHOUD
A
Eerste niveau
B
Tweede niveau
Module 1. [Uitgangspunten, achtergronden] en basisbegrippen
50 uur
30 uur
[1.1. Grondslagen van milieuwetenschappen]
Probleemanalyse en structurering van de milieuproblematiek, relaties tussen activiteiten en milieueffecten, ecologie, milieuhygiëne en menselijke gezondheid, kenmerkende grootheden en basisdefinities, milieubeschouwingen bij het ontwerp en de exploitatie van industriële installaties. Problematiek van de klimaatveranderingen. Basis ecotoxicologie.
1.2. Milieubeleidsvorming en instrumenten van het milieubeleid van de overheid
Beginselen van overheidsbeleid, [onder] andere overheidsorganisatie.
Inhoudelijke facetten en achtergronden bij het hanteren van milieu-instrumenten: fysieke regulering economische instrumenten, beslissingsondersteunende instrumenten [(MER, VR, audit, LCA), convenanten] en milieubeleidsplanning op de verschillende niveaus (onder meer Europees en regionaal).
Gebruik en optimalisatie van gegevensanalysetechnieken en modellen als basis voor het opstellen van monitoringsstrategieën, milieubeoordelingsmethoden en gerelateerde doelstellingen.
Het selecteren van duurzame preventie- en hersteltechnieken in het kader van een dynamische beleidscontext (bijvoorbeeld praktische implementatie Europese richtlijnen).
Simulatie en analyse van impact van milieubeleidsinstrumenten. Milieurisico-evaluatie/normstelling.
1.3. Milieurecht en de formulering van [milieueisen]
Structuur en opbouw van de milieuwetgeving.
Aansprakelijkheid. Kader van de Europese milieurichtlijnen en van de Vlaamse milieuwetgeving. [Procedures inzake de omgevingsvergunningen voor de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten]. Relatie tot de [omgevingsvergunning voor de uitvoering van stedenbouwkundige handelingen]. De concrete formulering van [milieueisen]. Doelvoorschriften versus middelvoorschriften. Het voldoen aan de algemene preventiebeginselen (BBT). Gebruik van codes van goede praktijk en van normen en standaarden. Definities en correcte interpretatie van technologische eisen, [emissienormen] en milieukwaliteitsnormen.
Module 2. Milieubeheerssystemen in de bedrijven en de functionele taken van de milieucoördinator.
60 uur
35 uur
2.1. De integratie van milieuzorg in het bedrijfsbeheer
Basiscomponenten van de bedrijfsinterne milieuzorg en afbakening van verantwoordelijkheden. Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Interacties en samenhang met de arbeidsveiligheid en de integrale kwaliteitszorg. Achtergronden op het vlak van de Europese EMAS-verordening, het decreet Bedrijfsinterne Milieuzorg en de ISO-14000-normenreeks.
2.2. Het opstarten van een milieuzorgsysteem in de onderneming
Milieubeleidsverklaring. Het uitvoeren van een milieuanalyse (organisatorisch, juridisch-bestuurlijk en technisch). Het opstellen van een milieuprogramma met prioriteitsstelling. Opleiding en vorming. Rapportages. Controle-instrumenten met indicatoren en criteria ([Environmental] performance indicators).
2.3. Controle en handhaving van milieuvoorwaarden, met inbegrip van administratieve en procedurele aspecten
2.3.1. Monitoring van emissies en afvalstromen met [inbegrip] van industriële meetaspecten. Het opstellen van een emissiejaarverslag
2.3.2. Het opstellen van een [aanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit]. De identificatie en interpretatie van milieuvoorwaarden. Het berekenen van milieuheffingen (afvalwater, afvalstoffen). Subsidiemogelijkheden (steun voor R&D-activiteiten en economische expansiesteun).
Module 3. Operationalisering en uitdieping van de taakstelling van een milieucoördinator
140 uur
85 uur
3.1. Technologische facetten
 
 
3.1.1. Procesgeïntegreerde of structureel preventieve milieuverbeteringen ter vermijding van emissies en afvalstromen. Bedrijfsinterne en -externe recyclage en hergebruik. Het opzetten van preventieprojecten bij industriële processen. Productontwerp vanuit een milieuvisie, met inbegrip van integraal ketenbeheer.
 
 
3.1.2. Preventieve maatregelen ter voorkoming van [bodem-, (grond)water- en luchtverontreiniging]
 
 
3.1.3. Preventieve maatregelen vanuit het oogpunt van de interne en externe veiligheid
 
 
3.1.4. Beheersingstechnieken (afvalwater- en afvalluchtbehandeling)
 
 
3.1.5. Saneringstechnologie (bodemsanering)
 
 
3.1.6. Beheersingstechnieken geluid
 
 
3.1.7. Beheersingstechnieken voor afval (kennis van afvalverwerkingstechnieken: fysische, biologische, chemisch-thermische processen; gescheiden inzameling van afval in bedrijven)
 
 
3.1.8. Technologieën vanuit het oogpunt van'cradle to cradle', specifiek gericht op hergebruik, eco-efficiëntie, integraal ketenbeheer, stofstroomanalyse, productontwikkeling en ecodesign, energie-efficiëntie en energiebeheer
 
 
3.2. Bedrijfseconomische en beheersfacetten
 
 
3.2.1. Kostenberekeningen en investeringsanalyses kostenbaten en kosten-effectiviteitsanalyses vanuit milieuperspectief. Keuze en prioriteitsstelling van milieuverbeteringsprojecten. De milieudimensie van het verzekeringsbeheer
 
 
3.2.2. De meting van milieuschade: waarderingspunten van milieuschade of -effecten
 
 
3.2.3. Projectbeheer. Management van technologische innovaties en van R&D-activiteiten vanuit een anticiperend milieuperspectief
 
 
3.2.4. Optimalisatietechnieken voor bedrijfsbeheer en het behalen van milieudoelstellingen
 
 
3.3. Sociale en communicatieve facetten
 
 
3.3.1. Interne en externe communicatie en rapportage over milieu-aangelegenheden. Overleg binnen het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk. Samenwerking en afstemming tussen de milieucoördinator en de veiligheidschef. Externe communicatie en conflictbehandeling.
 
 
[3.3.2. Het stimuleren van preventieve gedragsveranderingen] en van “good housekeeping”-praktijken in organisaties. Het organiseren van opleidings- en vormingsactiviteiten voor het personeel.
 
 
3.4. Methodologische facetten
 
 
3.4.1. Milieueffectrapportage. Methodes en technieken voor milieueffectbeoordeling.
 
 
3.4.2. [Veiligheidsrapportering en risicoanalysetechnieken vanuit] het perspectief van de interne en externe veiligheid
 
 
3.4.3. Methodes en strategieën voor milieu-auditing
 
 
3.4.4. Het raadplegen van gegevensbestanden en informatiebronnen over industrieel milieubeheer
 
 

De cursus wordt afgesloten met een examen en met een eindwerk binnen het programma van de opleiding.[Een persoon die slaagt voor de aanvullende vorming, krijgt een getuigschrift van de aanvullende vorming voor milieucoördinatoren voor het overeenstemmende niveau.]
Wetshistoriek
2° gewijzigd bij art. 167, 1° tot 11° B.Vl.Reg. 1 maart 2013 (BS 23 april 2013 (ed. 1)) en bij art. 692, 1° tot 3° B.Vl.Reg. 27 november 2015 (BS 23 februari 2016 (ed. 1)), met ingang van 23 februari 2017 (art. 798).
3° gewijzigd bij art. 168 B.Vl.Reg. 1 maart 2013 (BS 23 april 2013 (ed. 1)).