Meer info
     

12/07/2013 Onroerenderfgoeddecreet
Decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed

Hoofdstuk 4 Inventarissen

Afdeling 1 Vaststelling van inventarissen

Wetshistoriek
Opschrift ingevoegd bij art. 3 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.1

De Vlaamse Regering kan de volgende inventarissen geheel of gedeeltelijk vaststellen:
de landschapsatlas;
de inventaris van archeologische zones;
de inventaris van bouwkundig erfgoed;
de inventaris van landschappelijk erfgoed.
De Vlaamse Regering kan de inventarissen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, alleen vaststellen als die geen betrekking hebben op het grondgebied van een erkende onroerenderfgoedgemeente.
In afwijking van het eerste lid kan een erkende onroerenderfgoedgemeente voor het eigen grondgebied de inventarissen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, geheel of gedeeltelijk vaststellen en voor handelingen aan bepaalde onroerende goederen die in de voormelde inventarissen opgenomen zijn toelatingsplichten opleggen. De Vlaamse Regering bepaalt een limitatieve lijst van mogelijke toelatingsplichtige handelingen zonder dat deze betrekking mogen hebben op de wijze van landbouwexploitatie en teeltkeuze.
Als de erkenning van de onroerenderfgoedgemeente wordt ingetrokken, vervallen de toelatingsplichten, vermeld in het derde lid, vanaf de dag die volgt op de dag van de bekendmaking van de intrekking van de erkenning van de onroerenderfgoedgemeente in het Belgisch Staatsblad.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 4 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).
Overgangsbepaling(en)
Overgangsbepalingen: art. 58 en 59 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)).

Artikel 4.1.2

De Vlaamse Regering bepaalt de criteria voor het opnemen en schrappen van een onroerend goed in een in artikel 4.1.1 vermelde inventaris.

Afdeling 2 Procedure voor de vaststelling van een inventaris door de Vlaamse Regering

Wetshistoriek
Opschrift ingevoegd bij art. 5 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.3

De Vlaamse Regering onderwerpt de vast te stellen inventaris aan een openbaar onderzoek van zestig dagen. Dat openbaar onderzoek wordt minstens op de volgende wijzen aangekondigd:
door een bericht op een duidelijk zichtbare plaats in elke gemeente waar een onroerend goed ligt, dat opgenomen is in de vast te stellen inventaris;
door een bericht op de website van elke gemeente waar een onroerend goed ligt, dat opgenomen is in de vast te stellen inventaris;
door een bericht in het Belgisch Staatsblad;
door een berichtgeving met een breed bereik in het Vlaamse Gewest;
door een bericht op de website van het agentschap te publiceren.
De berichten, vermeld in het eerste lid, bevatten minstens al de volgende informatie:
het voorwerp van het openbaar onderzoek;
de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek;
de wijze waarop de inventaris geraadpleegd kan worden;
de wijze waarop opmerkingen en bezwaren over feitelijkheden kunnen worden ingediend.
Tijdens het openbaar onderzoek:
kan de inventaris, vermeld in het eerste lid, geraadpleegd worden;
kunnen opmerkingen en bezwaren over feitelijkheden worden ingediend.
De opmerkingen en bezwaren kunnen uiterlijk de laatste dag van de termijn die is opgenomen in het bericht, ingediend worden.
Er moet geen rekening worden gehouden met opmerkingen en bezwaren die te laat zijn ingediend.
De Vlaamse Regering wint over de inventaris en over de opmerkingen en bezwaren afkomstig van het openbaar onderzoek advies in bij de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed. Dat advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na de dag waarop de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed de adviesvraag heeft ontvangen. Als deze termijn wordt overschreden, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De Vlaams Regering kan de termijn van dertig dagen één keer verlengen met dertig dagen op verzoek van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed.
De Vlaamse Regering beslist na het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed over de vaststelling.
De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de vaststelling van de inventarissen, het openbaar onderzoek en het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed bepalen.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 6 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).
Voorgeschiedenis
Lid 4 gewijzigd bij art. 5 Decr.Vl. 13 juli 2018 (BS 27 augustus 2018), met ingang van 1 januari 2019 (art. 159, 1° B.Vl.Reg. 14 december 2018 (BS 27 december 2018 (ed. 1))).

Artikel 4.1.4

De Vlaamse Regering kan een vastgestelde inventaris [wijzigen] of er onroerende goederen aan toevoegen of uit verwijderen. Voor de betrokken onroerende goederen wordt een openbaar onderzoek georganiseerd onder de voorwaarden en in de vorm vastgesteld in artikel 4.1.3. [Er wordt geen openbaar onderzoek georganiseerd om een onroerend goed te verwijderen dat volledig gesloopt of verdwenen is.]
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 6 Decr.Vl. 13 juli 2018 (BS 27 augustus 2018), met ingang van 1 januari 2019 (art. 159, 1° B.Vl.Reg. 14 december 2018 (BS 27 december 2018 (ed. 1))) en bij art. 7 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.5

De [personeelsleden] die daarvoor aangewezen zijn door de Vlaamse Regering hebben voor het onderzoek naar de erfgoedelementen en de erfgoedkenmerken toegang tot de onroerende goederen die opgenomen zijn in een vastgestelde inventaris als vermeld in artikel 4.1.1, en tot de onroerende goederen die in aanmerking komen voor opname in een inventaris als vermeld in artikel 4.1.1 met uitzondering van particuliere woningen en bedrijfslokalen.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 8 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.6

De vastgestelde inventarissen bevatten over elk onroerend goed dat erin opgenomen is minstens de volgende gegevens:
een [...] plan waarop het onroerend goed nauwkeurig wordt aangeduid;
de benaming van het geďnventariseerde onroerend goed;
een beschrijving op basis van de erfgoedkenmerken;
[in het geval van de inventarissen, vermeld in artikel 4.1.1, eerste lid, 1°, 3° en 4°, de erfgoedwaarden.]
De Vlaamse Regering kan de gegevens die voor elk onroerend goed in een vastgestelde inventaris moeten worden opgenomen nader omschrijven of uitbreiden.
Wetshistoriek
Lid 1:
1° gewijzigd bij art. 7 Decr.Vl. 13 juli 2018 (BS 27 augustus 2018), met ingang van 1 januari 2019 (art. 159, 1° B.Vl.Reg. 14 december 2018 (BS 27 december 2018 (ed. 1)));
4° ingevoegd bij art. 9 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.7

Alle onroerende goederen die opgenomen zijn in een vastgestelde inventaris als vermeld in artikel 4.1.1 worden op een publiek te raadplegen GIS-laag ontsloten. De Vlaamse Regering kan de nadere regels daarvoor bepalen.
Het vaststellingsbesluit wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 10 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).
Voorgeschiedenis
Gewijzigd bij art. 7 Decr.Vl. 13 juli 2018 (BS 27 augustus 2018), met ingang van 1 januari 2019 (art. 159, 1° B.Vl.Reg. 14 december 2018 (BS 27 december 2018 (ed. 1))).

Afdeling 3 Procedure voor de vaststelling van een inventaris door een onroerenderfgoedgemeente

Wetshistoriek
Opschrift ingevoegd bij art. 11 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.7/1

De erkende onroerenderfgoedgemeente brengt voorafgaand aan het openbaar onderzoek de zakelijkrechthouders van de onroerende goederen waarvoor toelatingsplichten als vermeld in artikel 4.1.1, derde lid, zijn opgelegd in de vast te stellen inventaris, schriftelijk op de hoogte.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 12 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.7/2

De erkende onroerenderfgoedgemeente onderwerpt de vast te stellen inventaris aan een openbaar onderzoek van zestig dagen. Dat openbaar onderzoek wordt minstens op de volgende wijzen aangekondigd:
door een bericht in de erkende onroerenderfgoedgemeente op een duidelijk zichtbare plaats;
door een bericht op de website van de erkende onroerenderfgoedgemeente;
door een bericht in het Belgisch Staatsblad;
door een berichtgeving met een breed bereik op het grondgebied van de erkende onroerenderfgoedgemeente.
De berichten, vermeld in het eerste lid, bevatten minstens al de volgende informatie:
het voorwerp van het openbaar onderzoek;
de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek;
de wijze waarop de inventaris geraadpleegd kan worden;
de wijze waarop opmerkingen en bezwaren kunnen worden ingediend.
Tijdens het openbaar onderzoek:
kan de inventaris, vermeld in het eerste lid, geraadpleegd worden;
kunnen opmerkingen en bezwaren worden ingediend.
De opmerkingen en bezwaren kunnen uiterlijk de laatste dag van de termijn, die is opgenomen in het bericht, ingediend worden.
Er moet geen rekening worden gehouden met opmerkingen en bezwaren die te laat ingediend werden.
De erkende onroerenderfgoedgemeente wint over de inventaris en de opmerkingen en bezwaren die afkomstig zijn van het openbaar onderzoek advies in bij de gemeentelijke adviesraad voor onroerend erfgoed die is erkend door de gemeenteraad. Dat advies wordt uitgebracht binnen een vervaltermijn van dertig dagen, die ingaat op de dag na de dag waarop de gemeentelijke adviesraad voor onroerend erfgoed de adviesvraag heeft ontvangen. Als deze termijn wordt overschreden, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De erkende onroerenderfgoedgemeente kan de termijn van dertig dagen één keer verlengen met dertig dagen op verzoek van de voormelde gemeentelijke adviesraad voor onroerend erfgoed.
De erkende onroerenderfgoedgemeente beslist na het advies van de gemeentelijke adviesraad voor onroerend erfgoed over de vaststelling van de inventaris.
De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen voor de vaststelling van de inventarissen en het openbaar onderzoek.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 13 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.7/3

De erkende onroerenderfgoedgemeente kan een vastgestelde inventaris wijzigen of er onroerende goederen aan toevoegen of uit verwijderen. Voor de onroerende goederen in kwestie wordt een openbaar onderzoek georganiseerd onder de voorwaarden en in de vorm, vermeld in artikel 4.1.7/2. Er wordt geen openbaar onderzoek georganiseerd om een onroerend goed te verwijderen dat volledig gesloopt of verdwenen is.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 14 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.7/4

De personen die daarvoor aangewezen zijn door de erkende onroerenderfgoedgemeente hebben voor het onderzoek naar de erfgoedelementen en de erfgoedkenmerken toegang tot de onroerende goederen die opgenomen zijn in een van de vastgestelde inventarissen, vermeld in artikel 4.1.1, eerste lid, 3° of 4°, en tot de onroerende goederen die in aanmerking komen voor opname in een inventaris als vermeld in artikel 4.1.1, eerste lid, 3° of 4°, met uitzondering van particuliere woningen en bedrijfslokalen.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 15 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.7/5

De vastgestelde inventarissen bevatten over elk onroerend goed dat erin opgenomen is, minstens al de volgende gegevens:
een plan waarop het onroerend goed nauwkeurig wordt aangeduid;
de benaming van het geďnventariseerde onroerend goed;
een beschrijving op basis van de erfgoedkenmerken;
de erfgoedwaarden;
in voorkomend geval, de handelingen waarvoor een toelatingsplicht geldt als vermeld in artikel 4.1.1, derde lid.
De Vlaamse Regering kan de lijst van gegevens, vermeld in het eerste lid, nader omschrijven of uitbreiden.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 16 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.7/6

Alle onroerende goederen die opgenomen zijn in een vastgestelde inventaris als vermeld in artikel 4.1.1, eerste lid, 3° en 4°, worden op een publiek te raadplegen GIS-laag ontsloten. De Vlaamse Regering kan de nadere regels daarvoor bepalen.
Het vaststellingsbesluit wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
De erkende onroerenderfgoedgemeente brengt de zakelijkrechthouders van de vastgestelde onroerende goederen waarvoor toelatingsplichten als vermeld in artikel 4.1.1, derde lid, gelden schriftelijk op de hoogte. De zakelijkrechthouders brengen in voorkomend geval de gebruikers of nieuwe zakelijkrechthouders in geval van een overdracht van het eigendomsrecht of een ander zakelijk recht onmiddellijk schriftelijk op de hoogte van de vaststelling en van de geldende toelatingsplichten.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 17 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Afdeling 4 Rechtsgevolgen van de vaststelling van een inventaris

Wetshistoriek
Opschrift ingevoegd bij art. 18 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.7/7

De rechtsgevolgen van de vaststelling van een inventaris zijn van toepassing:
op de zakelijkrechthouders, vermeld in artikel 4.1.7/6, derde lid, vanaf de kennisgeving van de vaststelling;
op iedereen vanaf de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, vermeld in artikel 4.1.7, tweede lid, en artikel 4.1.7/6, tweede lid.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 19 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.8

De opname op zich van een onroerend goed in een vastgestelde inventaris vormt geen weigeringsgrond voor om het even welke vergunning, machtiging of toelating.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 20 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.9

[Elke administratieve overheid neemt bij een eigen werk of activiteit aan onroerende goederen die opgenomen zijn in vastgestelde inventarissen als vermeld in artikel 4.1.1, eerste lid, 1°, 3° en 4°, zo veel mogelijk zorg in acht voor de erfgoedwaarden en -kenmerken ervan.
In haar beslissing over een eigen werk of activiteit geeft de administratieve overheid aan welke onroerende goederen die opgenomen zijn in een van de voormelde inventarissen impact ondervinden en, in voorkomend geval met welke maatregelen uitvoering is gegeven aan de zorgplicht, vermeld in het eerste lid.]
De administratieve overheid geeft in al haar beslissingen over een eigen werk of activiteit met directe impact op geďnventariseerd erfgoed aan hoe ze rekening heeft gehouden met de verplichting vermeld in het eerste lid.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor die motiveringsplicht en zorgplicht.
Dit artikel doet geen afbreuk aan strengere voorschriften voor beschermde goederen.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 21 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.10

Als voor de sloop of de kap van een onroerend goed dat opgenomen is in een vastgestelde inventaris als vermeld in artikel 4.1.1, eerste lid, 3° en 4°, van dit decreet, een omgevingsvergunning, een vergunning, een toelating, een machtiging, een ontheffing of een afwijking overeenkomstig het Bosdecreet van 13 juni 1990 of het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu vereist is, geeft de vergunningverlenende overheid in haar beslissing aan hoe ze rekening heeft gehouden met de impact van de aangevraagde handelingen op de erfgoedwaarden en -kenmerken van de onroerende goederen die in de voormelde inventarissen opgenomen zijn.
Wetshistoriek
Vervangen bij art. 22 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).
Voorgeschiedenis
Vervangen bij art. 3 Decr.Vl. 15 juli 2016 (BS 2 september 2016), met ingang van 1 januari 2017 (art. 39 B.Vl.Reg. 16 december 2016 (BS 23 december 2016)).

Artikel 4.1.10/1

§ 1

Voor handelingen aan een onroerend goed dat is opgenomen in een vastgestelde inventaris als vermeld in artikel 4.1.1, eerste lid, 3° of 4°, van dit decreet, is een voorafgaande toelating van de erkende onroerenderfgoedgemeente vereist als al de volgende voorwaarden zijn voldaan:
de onroerenderfgoedgemeente heeft voor die handelingen een toelatingsplicht als vermeld in artikel 4.1.1, derde lid, opgelegd;
voor die handelingen is geen omgevingsvergunning, geen vergunning, geen toelating, geen machtiging, geen ontheffing of geen afwijking vereist overeenkomstig het Bosdecreet van 13 juni 1990 of het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
De erkende onroerenderfgoedgemeente gaat in voorkomend geval na of de aangevraagde handelingen rekening houden met de erfgoedwaarden en -kenmerken van de onroerende goederen in kwestie.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor het aanvragen en afleveren van de toelating.
Als voor handelingen aan een onroerend goed dat is opgenomen in een vastgestelde inventaris als vermeld artikel 4.1.1, eerste lid, 3° of 4°, van dit decreet ook een toelatings- of meldingsplicht als vermeld in artikel 6.4.4, § 1, geldt omwille van een bescherming als monument, cultuurhistorisch landschap, archeologische site of stads- en dorpsgezicht, gelden voor wat betreft de afbakening van het beschermde goed voor die handelingen alleen de toelatings- of meldingsplichten die voortvloeien uit de bescherming.

§ 2

Als voor handelingen aan een onroerend goed dat is opgenomen in een vastgestelde inventaris als vermeld artikel 4.1.1, eerste lid, 3° of 4°, van dit decreet, waarvoor de onroerenderfgoedgemeente een toelatingsplicht als vermeld in artikel 4.1.1, derde lid, van dit decreet, heeft opgelegd, ook een omgevingsvergunning, een vergunning, een toelating, een machtiging, een ontheffing of een afwijking is vereist overeenkomstig het Bosdecreet van 13 juni 1990 of het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, gaat de vergunningverlenende overheid na of de aangevraagde handelingen rekening houden met de erfgoedwaarden en -kenmerken van het onroerend goed in kwestie.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels over de betrokkenheid van de erkende onroerenderfgoedgemeente als die niet de vergunningverlenende overheid, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, is.
Wetshistoriek
Ingevoegd bij art. 23 Decr.Vl. 10 juni 2022 (BS 4 oktober 2022 (ed. 1)), met ingang van 1 januari 2023 (art. 93 B.Vl.Reg. 2 september 2022 (BS 11 oktober 2022)).

Artikel 4.1.11

Iedereen die voor eigen rekening of als tussenpersoon een geďnventariseerd goed, overeenkomstig artikel 4.1.1, verkoopt, verhuurt voor meer dan negen jaar, inbrengt in een vennootschap, een erfpacht of een opstalrecht [vestigt of] overdraagt of op andere wijze de eigendomsoverdracht met een vergeldend karakter van het goed bewerkstelligt, vermeldt in de onderhandse of authentieke akte dat het onroerend goed opgenomen is in een van de vastgestelde inventarissen, vermeld in artikel 4.1.1, en de rechtsgevolgen die aan de opname verbonden zijn door een verwijzing naar hoofdstuk 4 van dit decreet in de akte op te nemen.
Als de instrumenterend ambtenaar een onderhandse akte in een authentieke akte dient op te nemen, waarbij de eerste niet beantwoordt aan de voorschriften van het eerste lid, dan wijst hij de partijen bij de opmaak van de akte op het eerste lid.
De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de informatieplicht bepalen.
Wetshistoriek
Gewijzigd bij art. 8 Decr.Vl. 13 juli 2018 (BS 27 augustus 2018), met ingang van 1 januari 2019 (art. 159, 1° B.Vl.Reg. 14 december 2018 (BS 27 december 2018 (ed. 1))).