Meer info
     

01/06/1995 Vlarem II
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (titel II van het VLAREM)

Artikel 4.4.2.2 Evacuatie afvalgassen

§ 1

[Met behoud van de toepassing van artikel 4.4.2.1 worden dampen, nevels en afgassen op de plaats waar ze ontstaan opgevangen en, na de eventueel noodzakelijke zuivering ter naleving van de emissie- en immissievoorschriften die van toepassing zijn, geëmitteerd.
Tenzij anders vermeld in de [omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit], vindt de emissie naar de lucht plaats via een schoorsteen die minstens 1 meter hoger is dan de nok van het dak van de woningen, bedrijfs- en andere gebouwen die gewoonlijk door mensen bezet zijn, gelegen in een straal van 50 meter rond de schoorsteen. In de [omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit] kan een minimumschoorsteenhoogte worden opgelegd. Dit tweede lid is niet van toepassing voor bestaande inrichtingen.
De schoorsteen is, met behoud van de toepassing van artikel 4.4.2.3, voldoende hoog met het oog op een voldoende spreiding van de geloosde stoffen vanuit milieuoogpunt en voor de volksgezondheid.
De schoorsteen wordt uitgerust met meetopeningen, uitgevoerd overeenkomstig een code van goede praktijk en, met het oog op de veilige en praktische uitvoering van de controlemetingen, met een meetplatform of gelijkwaardig alternatief.
Voor installaties die voor 1 juli 2014 vergund zijn, gelden de verplichtingen, vermeld in het vierde lid, vanaf 1 juli 2017, tenzij anders vermeld in de [omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit].]

§ 2

De afvalgassen dienen in elk geval via één of meer schoorstenen of andere geleide kanalen geloosd wanneer de totale emissies afkomstig van de inrichting voor één of meer van de volgende verontreinigende stoffen de hierna aangegeven emissiewaarde (onder emissiewaarde wordt hier verstaan: de gemiddelde waarde per bedrijfsuur van de emissies over één kalenderweek onder de inzake luchtverontreiniging meest ongunstige normale bedrijfsomstandigheden) overschrijdt:
parameter
emissiewaarden in kg/uur
stikstofdioxyden (uitgedrukt in NO)
40
zwaveldioxyde
60
[totaal stof]
15
lood
0,5
cadmium
0,01
thallium
0,01
chloor
20
chloorwaterstof en anorganische gasvormige chloorverbindingen (uitgedrukt in Cl)
20
fluorwaterstof en anorganische gasvormige fluorverbindingen (uitgedrukt in F)
1
koolmonoxyde
1000
Wetshistoriek
§ 1 vervangen bij art. 80 B.Vl.Reg. 16 mei 2014 (BS 24 september 2014 (ed. 1)) en gewijzigd bij art. 228, 1° en 2° B.Vl.Reg. 27 november 2015 (BS 23 februari 2016 (ed. 1)), met ingang van 23 februari 2017 (art. 798).
§ 2 gewijzigd bij art. 44, 2° B. Vl. Reg. 19 januari 1999 (B.S., 31 maart 1999 (eerste uitg.)), met ingang van 1 mei 1999 (art. 303).
Voorgeschiedenis
§ 1 gewijzigd bij art. 44, 1° B. Vl. Reg. 19 januari 1999 (B.S., 31 maart 1999 (eerste uitg.)), met ingang van 1 mei 1999 (art. 303).