Meer info
     

25/04/2014 Jachtvoorwaardenbesluit
Besluit van de Vlaamse Regering van 25 april 2014 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de jacht kan worden uitgeoefend

Afdeling 1 Algemene voorwaarden

Artikel 4

§ 1

Het is verboden om voederplaatsen voor wild aan te leggen op minder dan 150 meter van de grens van een terrein waarvan het jachtrecht door een andere jachtrechthouder wordt uitgeoefend, tenzij na schriftelijk akkoord van de betrokken jachtrechthouder.
Op een voederplaats voor grof wild mogen alleen hooi, zoutstenen of zoutpasta worden aangebracht, tenzij het gaat om een aankorrelplaats voor wilde zwijnen die voldoet aan de door de minister bepaalde modaliteiten.

§ 2

Het is verboden om te jagen op waterwild en overig wild op minder dan 150 meter van een vaste voederplaats voor waterwild en overig wild waarop minder dan een maand voordien voeders zijn aangebracht.
Onder de term voederplaats worden niet de gewassen begrepen die worden geteeld met het oog op het voorzien van voedsel voor wilde dieren.

Artikel 5

Het is verboden zich met een jachtwapen te bevinden op jachtkansels die op minder dan 150 meter liggen van een terrein waarvan het jachtrecht door een andere jachtrechthouder wordt uitgeoefend, tenzij na schriftelijk akkoord van de betrokken jachtrechthouder.
In het eerste lid wordt verstaan onder jachtkansel: iedere constructie of iedere inrichting, met inbegrip van al dan niet ingerichte bomen, die het mogelijk maakt wild te schieten vanaf een punt dat ligt boven het normale niveau van de grond.

Artikel 6

De gewone jacht [en de bijzondere jacht] op niet-vliegvlugge specimens van een vogelsoort die tot het jachtwild behoort, is te allen tijde verboden, ook al is de jacht op de soort in kwestie geopend.
[Het eerste lid is niet van toepassing op de bijzondere jacht op de grauwe gans en de Canadese gans.]
Wetshistoriek
Lid 1 gewijzigd bij art. 2, 1° B.Vl.Reg. 27 mei 2016 (BS 21 juni 2016 (ed. 1)), met ingang van 22 juni 2016 (art. 7).
Lid 2 vervangen bij art. 2, 2° B.Vl.Reg. 27 mei 2016 (BS 21 juni 2016 (ed. 1)), met ingang van 22 juni 2016 (art. 7).
Voorgeschiedenis
Lid 1 gedeeltelijk vernietigd bij arrest RvS nr. 233.796, 11 februari 2016 (BS 11 maart 2016).

Artikel 7

§ 1

Als het sneeuwt op de locatie waar wordt gejaagd en de sneeuwlaag een dikte van vijf centimeter bereikt, wordt de jacht opgeschort. De opschorting duurt tot 24 uur na het vallen van de laatste sneeuw.
De opschorting, vermeld in het eerste lid, geldt niet in de volgende gevallen:
voor de jacht in de bossen en op het wild dat uit die bossen wordt opgestoten en gestrekt in het open veld, binnen de 50 meter van de voormelde bossen;
voor de jacht op de houtduif, de Canadese gans en het konijn;
voor de jacht op waterwild op of onmiddellijk langsheen moerassen, waterplassen en waterlopen met inachtneming van paragraaf 2 van dit artikel;
voor de jacht op grof wild.

§ 2

De jacht op waterwild is verboden op een afstand van 150 meter of minder langs moerassen, waterplassen en waterlopen waarvan de oppervlakte en de bijbehorende rietkragen langs de oevers voor meer dan de helft met ijs zijn bedekt.

§ 3

In het geval van zeer harde en langdurige vorst kan de jacht tijdelijk worden opgeschort door het hoofd van het agentschap. De opschorting van de jacht kan per provincie en per categorie van wild worden ingesteld. [Het hoofd van het agentschap neemt de beslissing tot opschorting van de jacht na advies van de wildbeheercommissie, dat via schriftelijke procedure en binnen een termijn van twee kalenderdagen wordt verleend. Indien de wildbeheercommissie niet binnen deze termijn advies verleent, kan het hoofd van het agentschap een autonome beslissing nemen.]
Wetshistoriek
§ 3 gewijzigd bij art. 65 B.Vl.Reg. 19 juli 2024 (BS 10 oktober 2024 (ed. 2)).

Artikel 8

Een organisator van jacht of bestrijding besteedt bij het uitoefenen van de activiteit bijzondere aandacht aan de veiligheid van de activiteit en aan de verenigbaarheid ervan met activiteiten van andere gebruikers van het buitengebied.
De organisator van een drukjacht of een drijfjacht op grof wild of zijn aangestelde neemt de volgende maatregelen:
met het oog op de verenigbaarheid met andere activiteiten worden waarschuwingsborden voor de activiteit geplaatst aan de toegangen van het gebied waarin de actie plaatsvindt. De borden worden uiterlijk op de dag die voorafgaat aan de dag waarop de activiteit plaatsvindt, geplaatst en ze worden uiterlijk een uur na het einde van de activiteit verwijderd. Het model van het aankondigingsbord wordt opgesteld door het agentschap en ter beschikking gesteld op [de website natuurenbos.vlaanderen.be van het agentschap];
met het oog op een betere gebiedsgerichte samenwerking om de efficiëntie van een drukjacht of drijfjacht op grof wild te verhogen, nodigt de organisator van de drukjacht of drijfjacht minstens vijf dagen voor de actie de jachtrechthouders of WBE's die een jachtterrein hebben dat paalt aan het jachtterrein van de organisator, uit voor een overleg. De schriftelijke neerslag van dat overleg wordt gevoegd bij de melding van de actie aan [...] het agentschap en aan de burgemeester van het grondgebied waarop de activiteit plaatsvindt;
met het oog op de verenigbaarheid van drukjacht en drijfjacht op grof wild met andere activiteiten brengt de organisator minstens drie werkdagen voor de aanvang van de activiteit [...] het agentschap en de burgemeester van het grondgebied waarop de activiteit plaatsvindt, op de hoogte van de activiteit.
[Met het oog op de verenigbaarheid met activiteiten van andere gebruikers neemt de organisator van het wildbeheer of zijn aangestelde de volgende maatregel voor de jacht of de bestrijding met het vuurwapen in gebieden met een goedgekeurde toegankelijkheidsregeling conform het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toegankelijkheid van de bossen en natuurreservaten van 5 december 2008, en in gebieden die volgens artikel 12octies, § 1, tweede lid, 3° van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu onbeperkt toegankelijk zijn voor voetgangers: er worden waarschuwingsborden voor de activiteit geplaatst aan de toegangen van het gebied waarin de actie plaatsvindt. De borden worden uiterlijk op de dag die voorafgaat aan de dag waarop de activiteit plaatsvindt, geplaatst en ze worden ten vroegste na het einde van de activiteit en uiterlijk op de dag die volgt op de dag waarop de activiteit plaatsvindt, verwijderd. Het model van het aankondigingsbord wordt opgesteld door het agentschap en ter beschikking gesteld op de website natuurenbos.vlaanderen.be van het agentschap.]
Wetshistoriek
Lid 2:
1° gewijzigd bij art. 64 B.Vl.Reg. 19 juli 2024 (BS 10 oktober 2024 (ed. 2));
2° en 3° gewijzigd bij art. 66, 1° B.Vl.Reg. 19 juli 2024 (BS 10 oktober 2024 (ed. 2)).
.
Lid 3 ingevoegd bij art. 66, 2° B.Vl.Reg. 19 juli 2024 (BS 10 oktober 2024 (ed. 2)).