De Vlaamse Regering kan de nodige maatregelen vaststellen en opleggen met als doel de preventie, de surveillance en de bestrijding van ziekten bij in het wild levende dieren, zoals:
- 1°
- het vaststellen van onderzoeksmaatregelen om de aanwezigheid van bepaalde ziekten bij in het wild levende dieren in kaart te brengen;
- 2°
- het instellen van en de nadere inhoud bepalen van programma's en projecten voor de bewaking of bestrijding van ziekten bij in het wild levende dieren, zoals vaccinatieprogramma's of bewakingsprogramma's;
- 3°
- het bepalen van de wijze waarop monsternemingen, beproevingen en analyses uitgevoerd moeten worden en de voorwaarden waaraan ze moeten voldoen;
- 4°
- het bepalen van criteria waaraan dierenartsen moeten voldoen om ingeschakeld te kunnen worden;
- 5°
- het opleggen of verbieden van bepaalde methodes van ziektebestrijding bij in het wild levende dieren;
- 6°
- de reiniging en ontsmetting voorschrijven van betrokken personen, van gebouwen, gebruiksvoorwerpen, vervoermiddelen en van alle goederen die drager zijn of kunnen zijn van ziekten of smetstoffen, en daartoe de producten en de gebruikswijze ervan opleggen;
- 7°
- het bepalen op welke wijze in het wild levende dieren die drager zijn van een ziekte, worden:
- a)
- behandeld;
- b)
- afgezonderd;
- c)
- gedood;
- d)
- vernietigd;
- 8°
- het vervoer regelen van:
- a)
- in het wild levende dieren;
- b)
- krengen van in het wild levende dieren of delen ervan;
- c)
- dierlijke producten van in het wild levende dieren;
- 9°
- het verkeer van personen en goederen, alsook andere activiteiten binnen een afgebakend gebied verbieden of regelen;
- 10°
- het opmaken en instellen van rampenplannen die in geval van een uitbraak de te volgen procedures bepalen;
- 11°
- het instellen van informatieverplichtingen voor bepaalde doelgroepen of personen;
- 12°
- het bepalen van voorwaarden waaraan dieren die bestemd zijn om in het wild geïntroduceerd te worden, moeten voldoen, zoals het onderwerpen aan een controle door een dierenarts, aan een risicoanalyse of aan een certificeringssysteem.
Als de maatregelen, vermeld in lid 1, betrekking hebben op soorten die bescherming genieten conform hoofdstuk VI van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, moeten die maatregelen voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 56 van dat decreet.
Als de maatregelen, vermeld in lid 1, betrekking hebben op wildsoorten zoals bedoeld in artikel 3 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991, moeten die maatregelen voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 33 van dat decreet.